337Diverse situaties
Voorzorgen bij het ontgrendelen:
●Het alarmsysteem blijft geactiveerd bij ontgrendelde wagens. Het alarm
zal echter nog niet afgaan ⇒ pagina 79.
●Het alarm gaat af bij het openen van het bestuurdersportier.
●Contact inschakelen. Als u het contact inschakelt, herkent de elektroni-
sche wegrijblokkering een geldige sleutel en schakelt het alarmsysteem uit.
Let op
Het alarmsysteem wordt niet geactiveerd wanneer de wagen met de sleutel-
baard vergrendeld wordt ⇒ pagina 79.
Het bijrijdersportier en de schuifdeuren manueel
vergrendelen
Afbeelding 191 Vooraan
in het bijrijdersportier:
noodslot, verborgen door
een rubberen pakking.
Afbeelding 192 Noodslot
van de wagen met de wa-
gensleutel.
De bijrijdersportieren en schuifdeuren kunnen handmatig worden vergren-
deld. Het alarmsysteem wordt daarbij niet geactiveerd.
●Deur geopend.
●De rubberen pakking aan de voorzijde van de het portier verwijderen. De
pakking is gemarkeerd met een slot ⇒ Afbeelding 191.
●De sleutelbaard van de wagensleutel uitklappen ⇒ pagina 76.
●Voer de sleutelbaard horizontaal in de opening en verschuif het gekleur-
de klepje naar voren ⇒ Afbeelding 192.
●Plaats de rubberen pakking terug en sluit het portier.
●Controleer of het portier vergrendeld is.
●Voer de bewerking uit op de andere portieren, indien nodig.
●Laat de wagen onmiddellijk door een specialist controleren.
Let op
U kunt de portieren van binnenuit openen en ontgrendelen door aan de por-
tiergreep te trekken. Trek indien nodig tweemaal aan de binnengreep van
het portier ⇒ pagina 79.
Veilig op weg Bediening Raad en daad Technische gegevens