243Controleren en bijvullen
Werkzaamheden in de motorruimte
Veiligheidsaanwijzingen voor werkzaamheden in de
motorruimte
Werkzaamheden aan de motor of in de motorruimte dienen
met de nodige voorzichtigheid uitgevoerd te worden.
Voor alle werkzaamheden aan de motor of in de motorruimte:
1. Motor uitschakelen en de sleutel uit het contactslot trekken.
2. Handrem aantrekken.
3. Versnellingshendel in neutraal resp. de keuzehendel in stand P
zetten, afhankelijk van het geval.
4. Motor laten afkoelen.
5. Kinderen ver van de wagen houden.
6. Motorkap openen ⇒ pagina 245.
Werkzaamheden in de motorruimte alleen zelf uitvoeren, wanneer u met de
noodzakelijke handelingen vertrouwd bent en over geschikt gereedschap
beschikt! Anders de werkzaamheden bij een gespecialiseerde werkplaats
uit laten voeren.
Alle vloeistoffen en bedrijfsmiddelen, zoals koelvloeistof en motorolie,
maar ook bougies en accu's worden voortdurend verder ontwikkeld. De
Technische Diensten worden door SEAT op de hoogte gehouden over wijzi-
gingen. Wij adviseren u daarom bedrijfsvloeistoffen en bedrijfsmiddelen
door een Technische Dienst te laten vervangen. Let ook op de aanwijzingen
⇒ pagina 233. De motorruimte van de wagen is een gevaarlijke ruimte
⇒ .
ATTENTIE
Bij alle handelingen aan de motor of in de motorruimte - bijv. bij controle-
ren en bijvullen van vloeistoffen - kunnen verwondingen, brandwonden
en ander gevaar voor een ongeval of brand ontstaan!
●Nooit de motorkap openen als u ziet dat er stoom of koelvloeistof uit-
komt. Gevaar voor brandwonden! Wachten tot er geen damp of koelvloei-
stof meer naar buiten komt. De motor vóór het openen van de motorkap
laten afkoelen.
●Motor uitschakelen en de contactsleutel uit het contactslot trekken.
●Trek de handrem aan en zet de versnellingshendel in de stand neu-
traal of de keuzehendel in de stand P.
●Kinderen ver van de wagen houden.
●Geen hete motordelen aanraken. Gevaar voor brandwonden!
●Geen vloeistof op de motor of op het uitlaatsysteem knoeien als deze
nog heet zijn. Brandgevaar!
●Kortsluiting voorkomen in de elektrische installatie, vooral op de
starthulpaansluitingen ⇒ pagina 294. De accu kan exploderen!
●Nooit het koelsysteem aanraken. Deze wordt afhankelijk van de tem-
peratuur geregeld en kan automatisch worden ingeschakeld – ook bij uit-
geschakeld contact of uit het contact getrokken contactsleutel!
●Nooit de vuldop van de koelluchtventilator openen, zolang de motor
warm is. Door de hete koelvloeistof staat het koelsysteem onder druk!
●Vuldop bij het openen met een grote, dikke lap afdekken om gezicht,
handen en armen tegen hete damp of hete koelvloeistof te beschermen.
●Geen voorwerpen, zoals poetslappen of gereedschap, in de motor-
ruimte achterlaten.
●Als u zich genoodzaakt ziet om onder de wagen werkzaamheden uit
te voeren, de wagen met stroppen en bokken vastzetten zodat deze niet
kan bewegen. De hydraulische krik alleen is niet voldoende om de wagen
vast te zetten en u loopt kans zich te verwonden.
'Veilig op weg' Bediening Advies en actie Technische Gegevens