290 Diverse situaties
Let op
●Afhankelijk van de weersomstandigheden (koude, vocht) kunnen de ko-
plampen, de mistlampen, achterlichten en knipperlichten tijdelijk beslaan.
Dit heeft geen invloed op de levensduur van het verlichtingssysteem. Bij het
inschakelen van de lichten, ontwasemt de zone waar de lichtbundel uit-
straalt snel. Er kunnen niettemin aan de binnenzijde randen beslagen blij-
ven.
●Controleer regelmatig of de verlichting van uw wagen goed werkt, met
name de verlichting aan de buitenzijde van de wagen. Dat is niet alleen in
het belang van uw eigen veiligheid, maar ook in het belang van de veilig-
heid van andere verkeersdeelnemers.
●Zorg ervoor dat u een nieuw lampje hebt, voordat u het kapotte lampje
gaat uitbouwen.
●Pak het glas van het lampje niet met blote handen vast. Gebruik een
stoffen doek of papier. De vetsporen die de vingers achterlaten zouden an-
ders door de warmte van het brandende gloeilampje verdampen en op het
spiegeloppervlak neerslaan met als gevolg dat de reflector dof wordt.
Luchtgeleidingskap uitbouwen
De luchtgeleidingskap moet worden uitgebouwd om bij de
gloeilampjes van de rechterkoplamp te kunnen.
Afbeelding 216 Luchtge-
leidingskap aan de rech-
terkant van de wagen
–Bouten A eruit draaien ⇒ Afbeelding 216.
–Luchtgeleidingskap uit geleiding B trekken en verwijderen.