14 Veilig rijden
Hoofdsteunen achterin
Afbeelding 5 Hoofdsteu-
nen achterin verstellen
De hoofdsteunen van de achterbank kunnen in 2 standen gezet worden:
●De hoge stand of gebruiksstand A ⇒ Afbeelding 5. In deze stand ge-
draagt de hoofdsteun zich als een normale hoofdsteun die de passagier van
de achterbank beschermt in combinatie met de veiligheidsgordels.
●De lage stand of niet-gebruiksstand B ⇒ Afbeelding 5. Deze stand
zorgt ervoor dat de bestuurder een beter zicht naar achteren heeft.
Om de hoofdsteun in de gebruiksstand A te zetten, deze met beide han-
den in de pijlrichting trekken. Om de hoofdsteun in de niet-gebruiksstand
B te zetten hoeft men deze slechts te laten zakken.
ATTENTIE
Als een passagier op de achterbank zit, moet de hoofdsteun altijd in de
gebruiksstand A gezet worden.
Let op
Neem de aanwijzingen voor het instellen van de hoogte van de hoofdsteu-
nen in acht.
Voorbeelden van een verkeerde zithouding
Een verkeerde zithouding kan voor de inzittenden ernstig li-
chamelijk letsel als gevolg hebben met zelfs dodelijke af-
loop.
Veiligheidsgordels kunnen alleen bij een juist verloop van de gor-
delband hun optimale beschermende werking bieden. Verkeerde
zithoudingen reduceren de beschermende werking van de veilig-
heidsgordels aanzienlijk en vergroten het risico op lichamelijk let-
sel door een verkeerd verloop van de gordelband. Als bestuurder
draagt u de verantwoordelijkheid voor uzelf, uw bijrijders en in het
bijzonder voor kinderen die u in uw wagen vervoert.
–Sta nooit toe dat iemand tijdens het rijden een verkeerde zit-
houding inneemt in de wagen ⇒ .
Hierna wordt een aantal verkeerde zithoudingen opgesomd, die voor alle in-
zittenden van de wagen gevaarlijk kunnen zijn. Deze opsomming is niet vol-
ledig. Wij willen hiermee uw aandacht vestigen op dit onderwerp.
Daarom wanneer de wagen in beweging is:
●nooit in de wagen staan,
●nooit op de stoelen staan,
●nooit op de stoelen knielen,
●nooit uw rugleuning sterk naar achteren kantelen,
●nooit tegen het dashboard leunen,