17Veilig rijden
Bagage opbergen
Bagageruimte beladen
Bagage en losliggende voorwerpen moeten veilig in de ba-
gageruimte zijn bevestigd.
Niet-bevestigde voorwerpen in de bagageruimte kunnen de rij-ei-
genschappen van de wagen en daarmee de rijveiligheid beïnvloe-
den door de verplaatsing van het zwaartepunt.
–De lading gelijkmatig verdelen in de bagageruimte.
–Zware bagage zo ver mogelijk naar voren in de bagageruimte
leggen.
–Leg eerst de zware bagage onderin.
ATTENTIE
●Losliggende lading of andere losliggende voorwerpen in de bagage-
ruimte kunnen ernstig lichamelijk letsel veroorzaken.
●Voorwerpen altijd in de bagageruimte vervoeren.
●Losliggende voorwerpen kunnen bij plotselinge manoeuvres of onge-
vallen naar voren worden geslingerd en de inzittenden van de wagen of
andere verkeersdeelnemers verwonden. Dit verhoogde risico op letsel
wordt nog eens extra vergroot als de losse voorwerpen worden geraakt
door een airbag die wordt geactiveerd. In een dergelijk geval kunnen de
voorwerpen veranderen in "projectielen" – levensgevaar!
ATTENTIE (vervolg)
●Let erop dat bij het vervoer van zware voorwerpen de rij-eigenschap-
pen door verplaatsing van het zwaartepunt wijzigen - gevaar voor onge-
lukken! Pas daarom uw rijstijl en de snelheid aan de omstandigheden
aan.
●Overschrijd nooit de toelaatbare asbelastingen en het toelaatbare to-
taalgewicht. Wanneer de toelaatbare asbelastingen resp. het toelaatbare
totaalgewicht worden overschreden, kunnen de rij-eigenschappen van de
wagen veranderen en tot ongevallen, lichamelijk letsel en wagenschade
leiden.
●Laat uw wagen nooit onbeheerd achter, vooral niet als de achterklep
is geopend. Kinderen zouden in de kofferruimte kunnen komen en de
klep van binnenuit dichtmaken; ze zijn dan ingesloten en kunnen zonder
hulp niet uit de wagen komen – levensgevaar!
●Laat nooit kinderen in en bij de wagen spelen. Sluit en vergrendel zo-
wel de achterklep als alle portieren wanneer u de wagen verlaat. Contro-
leer vóór het vergrendelen van de wagen of er geen personen meer in de
wagen zitten.
●Nooit passagiers vervoeren in de bagageruimte. Alle inzittenden van
de wagen moeten de veiligheidsgordels goed hebben omgegespt ⇒ pagi-
na 19.
Let op
●Luchtcirculatie in de wagen helpt het beslaan van de ruiten tegen te
gaan. De gebruikte lucht wordt afgevoerd door ontluchtingsgleuven in de
zijbekleding in de bagageruimte. Zorg ervoor dat de ontluchtingsgleuven
niet zijn afgedekt.
'Veilig op weg' Bediening Advies en actie Technische Gegevens