d) het apparaat niet normaal lijkt te werken of een duidelijke verandering in werking laat zien; of
e) het apparaat is gevallen of de behuizing beschadigd is.
17. Onderhoud - De gebruiker mag niet proberen zelf onderhoud te plegen aan het apparaat anders dan hetgeen
beschreven staat in de bedieningshandleiding. Onderhoud dat hierin niet beschreven staat dient te worden
verricht door bekwaam onderhoudspersoneel.
OPMERKING VOOR DE INSTALLATEUR VAN HET CENTRALE TV-ANTENNESYSTEEM:
In artikel 820-40 van de NEC staan richtlijnen met betrekking tot de juiste aarding en er wordt met nadruk op
gewezen dat de aarding van de kabel zo dicht mogelijk bij het punt waar de kabel het gebouw binnenkomt wordt
aangesloten op het aardingssysteem van het gebouw.
Voorzorgsmaatregelen
1. Aanspraak op garantie
U vindt het serienummer aan de achterzijde van dit apparaat. Wanneer u aanspraak maakt op de garantie
verzoeken wij u dit nummer te vermelden.
2. Copyright
Opname van materiaal dat auteursrechtrechtelijk is beschermd, anders dan voor persoonlijk gebruik is
onwettelijk zonder de toestemming van de houder van het auteursrecht.
3. Wisselstroomzekering
De zekering bevindt zich binnen in het apparaat en mag niet worden vervangen door de gebruiker. Als het
apparaat niet aan gaat, neem dan contact op met een bevoegde onderhoudsdienst.
4. Voeding
WAARSCHUWING
VOORDAT U HET APPARAAT DE EERSTE KEER INSCHAKELT, DIENT U HET VOLGENDE
ZORGVULDIG TE LEZEN.
Het voltage van de aanwezige elektriciteitsvoorziening verschilt per land en per regio. Let er goed op dat het
voltage van het elektriciteitsnet van het gebied waar dit apparaat gebruikt gaat worden overeenkomt met het
vereiste voltage (bijv. 230V, 50Hz wisselstroom of 120V, 60Hz wisselstroom) dat aan de achterzijde van het
apparaat vermeld wordt.
De modellen voor de wereldmarkt zijn voorzien van een voltageselector voor afstemming op de plaatselijke
elektriciteitsvoorziening. Zorg ervoor dat de stand van deze schakelaar overeenkomt met de
elektriciteitsvoorziening in uw gebied, voordat u de stekker in het stopcontact steekt.
5. Raak het apparaat niet aan met natte handen
Wanneer u natte of vochtige handen heeft, mag u het apparaat niet aanraken. Als er water of een andere vloeistof
in het apparaat komt, dan dient u het apparaat naar een bevoegde onderhoudsdienst te brengen voor controle.
6. Plaatsing van het apparaat
- Zet het apparaat op een goed geventileerde plek. Zorg ervoor dat er voldoende ventilatie is aan alle kanten van
het apparaat, vooral wanneer u het samen met andere apparatuur in een stellage plaatst. Wanneer de ventilatie
wordt geblokkeerd, dan kan het apparaat te warm worden en slecht gaan werken.
- Stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht of verwarmingseenheden omdat de interne temperatuur hierdoor
hoger kan worden waardoor de levensduur van de opneemeenheid wordt verkort.
- Vermijd vochtige en stoffige plaatsen en plaatsen waar de trillingen van de luidsprekers doorwerken; plaats het
apparaat vooral niet op of boven een van de luidsprekers.
- Zorg dat het apparaat in een horizontale positie staat. Plaats het apparaat nooit op de zijkant of op een schuin
oppervlak; hierdoor kan het slecht gaan werken.
- Als u het apparaat dichtbij een tv, radio of videorecorder plaatst, dan is het mogelijk dat het weergegeven beeld
van slechte kwaliteit is en het geluid wordt vervormd. Zet in dat geval het apparaat op een andere plaats.
7. Verzorging
De voor- en achterpanelen en de behuizing dienen van tijd tot tijd afgeveegd te worden met een zachte doek.
Wanneer dat niet voldoende is om vuil te verwijderen, moet u de doek vochtig maken met een milde oplossing
van een zacht wasmiddel en water. Wring de doek goed uit en veeg het vuil weg. Hierna dient u het apparaat
onmiddellijk met een schone doek droog te maken. Gebruik geen ruwe materialen, verdunningsmiddelen,
alcohol of andere chemische oplosmiddelen of doeken; deze kunnen namelijk de afwerkingslaag of de
belettering van het paneel verwijderen.
8. Opmerkingen over het omgaan met dit apparaat
Alle wijzigingen of aanpassingen in de constructie van dit apparaat die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door
degene die verantwoordelijk is voor het voldoen aan de vereisten, kunnen ertoe leiden dat de gebruiker niet
langer bevoegdheid is het apparaat te gebruiken.