Wij bevelen aan dat men een thermometer gebruikt om de werkelijke temperatuur in de kast te
meten en verstel wanneer nodig.
Na een stroomonderbreking, of wanneer de unit opzettelijk uitgeschakeld is, kan het 3 tot 5 minuten
duren voordat men de unit weer kan aanzetten.
In positie ‘0’, de koelfunctie is uitgeschakeld, ondanks dat het apparaat nog aangesloten is op het
stroomnet.
Binnenverlichting
Waarschuwing: verwijder nooit de afdekking van het binnenverlichting LED lampje. Wanneer er
een defect is, neem dan contact op met onze klantenservice voor assistentie.
Opbergen van voedsel
– De temperatuur in de koelkast hangt grotendeels af van de omgevende temperatuur, the
temperatuurcontrole zetting en de hoeveelheid op te bergen voedsel.
– Verschillende gedeeltes van de koelkast worden op een verschillende manier beinvloed door een
koelingseffect. Het warmste gedeelte is rond de deur in het bovenste gedeelte van de koelkast, het
koudste gedeelte is rond de achtermuur en in het onderste gedeelte van de koelkast.
– Het voedsel moet daarom als volgt opgeborgen worden:
– Op de hoofdplanken van de koelkast (van boven naar beneden): bakkerij items, kant en klare
maaltijden, melk producten, vlees, vis en cold-cuts/worstjes.
– In het groenten compartiment: groenten, sla en fruit.
– In de deur (van boven naar beneden): boter, kaas, eieren, tubes (b.v. mosterd), kleine flessen,
grote flessen, melk en vruchtensap tetra-pakken.
– Om te beginnen, zet de temperatuurcontrole naar positie 4. Wanneer de koeling te hoog is,
verlaag het naar positie 1-3; wanneer dat onvoldoende is, verhoog het naar 5-7.
Wanneer men vorst waarneemt op de achtermuur, is het zeer goed mogelijk dat de deur te
lang open geweest is, dat warm voedsel in de koelkast geplaatst is, of dat de
temperatuurcontrole een te hoge stand heeft.
– Vloeibaar of sterk ruikend voedsel, of voedsel wat gemakkelijk sterke geur absorbeert (b.v. kaas,
vis, boter), moeten apart, of in luchtdichte containers opgeborgen worden.
– Warm voedsel moet men eerst laten afkoelen tot kamertemperatuur voordat men dit in de
koelkast plaatst.
– Zorg er altijd voor dat de deur goed gesloten is en dat de afdichting niet geblokkeert word door
voedsel wat opgeborgen is in de kast of de deur.
Ontdooien en schoonmaken
– Verwijder altijd de stekker uit het stopcontact voor het schoonmaken.
– Giet geen water over of in de unit.
– Voor regelmatig schoonmaken bevelen wij aan dat men warm water met wat zachte zeep
gebruikt. Om een onaangename geur in de koelkast te voorkomen, moet men deze minstens
eens per maand schoonmaken.
– Alle hulpstukken moeten apart schoongemaakt worden met zeepwater. Plaats nooit in de
vaatwasmachine.
– Gebruik geen schurende of harde schoonmaakmiddelen of schoonmaakmiddelen die alcohol
bevatten.
– Na het schoonmaken, spoel alle oppervlakken goed af met schoon water voordat men deze
geheel afdroogt. Wanneer men de stekker weer in het stopcontact stopt moet men ervoor zorgen
dat men droge handen heeft.
39