TIPS EN ADVIES
172/NL-29
ALLE VERMELDE TIJDEN...
in dit kookboek zijn richtlijnen, die naargelang de
uitgangs-temperatuur, het gewicht en de
hoedanigheid (water-, vetgehalte etc.) van het
voedsel kunnen variëren.
ZOUT, KRUIDEN EN SPECERIJEN
In de magnetron gekookte gerechten bewaren hun
eigen smaak beter dan bij conventionele
bereidingsmethoden. Maakt u daarom zeer
spaarzaam gebruik van zout en voegt u in de
regel pas na het koken zout toe. Zout bindt
vloeistof en droogt het oppervlak uit. Kruiden en
specerijen kunnen op de gebruikelijke manier
worden gebruikt.
KOOKTEST:
De kooktoestand van gerechten kan evenals bij
een conventionele toebereiding worden getest:
• Voedselthermometer: elk gerecht heeft aan het
einde van de verwarmings- of kookprocedure
een bepaalde binnentemperatuur. Met een
voedselthermometer kunt u vaststellen, of het
gerecht heet genoeg resp. gaar is.
• Vork: vis kunt u met een vork controleren. Als
het visvlees er niet meer glazig uitziet en
gemakkelijk van de graten loslaat, is het gaar.
Als het te gaar is, wordt het taai en droog.
• Houten prik: taart en brood kunt u testen door
er met een houten prik in te prikken. Als de
prik bij het uittrekken schoon en droog blijft, is
het gerecht gaar.
KOOKTIJDBEPALING MET DE
VOEDSELTHERMOMETER
Elke drank en elk gerecht heeft na het einde van
de kookprocedure een bepaalde
binnentemperatuur.Indien de kookprocedure wordt
gestopt dan is het resultaat goed.
De binnentemperatuur kunt u met een
voedseltemperatuur vaststellen. In de
temperatuurtabel zijn de belangrijkste
temperaturen vermeld.
TOEVOEGING VAN WATER
Groenten en andere gerechten die veel water
bevatten, kunnenin het eigen sap of met
toevoeging van een weinig water wordengekookd.
Daardoor blijven vele vitaminen en mineraalstoffen
inhet voedsel behouden.
VOEDSEL MET VEL OF SCHIL
zoals worstjes, kip, kippenpootjes, ongeschilde
aardappelen, tomaten, appels, eigeel en
dergelijke met een vork of een houten staafje
doorprikken.
Daardoor kan de zich vormende stoom
verdwijnen, zonder dat de vel of de schil barst.
VETTE GERECHTEN
Met vet doorregen vlees en vetlagen worden
sneller gaar dan magere delen. Dekt u deze delen
daarom bij het garen af met een stukje
aluminiumfolie of legt u het voedsel met de vette
kant naar beneden.
TABEL: KOOKTIJDBEPALING MET
DE VOEDSELTHERMOMETER.
Drank/gerecht
Dranken verwarmen
(koffie, thee, water enz)
Melk verwarmen
Soep verwarmen
Stamppotten verwarmen
Gevogelte
Lamsvlees
roze gebraden
doorgebraden
Rosbief
licht aangebraden
(rare)
half doorgebraden
(medium)
goed doorgebraden
(well done)
Varkens-, kalfsvlees
Binnentemperatuur
aan het einde van
de kooktijd
Binnentemperatuur
na 10 tot 15
minuten standtijd
65-75
o
C
75-80
o
C
75-80
o
C
75-80
o
C
80-85
o
C
70
o
C
75-80
o
C
50-55
o
C
60-65
o
C
75-80
o
C
80-85
o
C
85-90
o
C
70-75
o
C
80-85
o
C
55-60
o
C
65-70
o
C
80-85
o
C
80-85
o
C
NEDERLANDS