3
Veiligheidsmaatregelen
- De scootmobiel is ontworpen voor het vervoer van één persoon, Het meenemen van
extra personen is verboden.
- Zet/schakel de startsleutel altijd eerst uit als u de scootmobiel demonteert, instelt of
wil transporteren.
- Onderzoek het effect van een veranderd zwaartepunt op het gedrag hellingen,
zijdelingse hellingen of hindernissen..
- Zet op hellingen de scootmobiel nooit in vrijloop.
- Rij nooit achterwaarts op een helling.
- Verminder uw snelheid wanneer u een bocht neemt. Neem tijdens het rijden het stuur
met beide handen vast.
- U gebruikt de scootmobiel beter niet als het regent.
- Gebruik uw scootmobiel alleen voor de beschreven doeleinden
- Vermijd om zonder remmen tegen een hindernis (b.v. stoeprand of drempel) te rijden.
- Denk erom dat u op de openbare weg de verkeersregels dient na te leven. Houdt ook
rekening met de andere weggebruikers.
- Net zoals voor andere voertuigen geldt dat u de scootmobiel niet mag gebruiken onder
invloed van alcohol of geneesmiddelen. Dit geldt ook voor verplaatsingen binnenshuis.
- Zorg ervoor dat u in het donker goed zichtbaar bent. Draag lichte kleding of
kleding met reflectoren en zorg ervoor dat de reflectoren op de scootmobiel goed
zichtbaar zijn.
- Controleer of de verlichting van uw scootmobiel niet door vuil of voorwerpen is
afgedekt.
- De scootmobiel mag niet worden gebruikt als zitplaats in een personenwagen
of andere voertuigen.
- Let erop dat de banden voldoende profiel hebben.
- Let op met brandende voorwerpen, zoals sigaretten. De rug- en zittingbekleding
kunnen vuur vatten.
- Let erop dat de maximale belasting niet wordt overschreden.
- Zorg ervoor dat luchtbanden voldoende bandendruk hebben (de juiste waarden staan
vermeld op de banden).