Controleer of alle schroefverbindingen goed zijn aangehaald.
Controleer of de koppeling van de motor is ingeschakeld en zet de elektronica aan. De
laadindicator geeft de resterende batterijcapaciteit weer. Wanneer de batterijen voldoende zijn
geladen voor de betreffende afstand, kunt u de rit beginnen.
CA. ALLE 8 WEKEN
Afhankelijk van de regelmaat waarmee u de scooter gebruikt, dient u volgende punten te
controleren:
1. Vuil onder het achterste chassis (verwijder vuil grondig omdat ander corrosie kan optreden
aan de connectoren).
2. Vuil/corrosie aan de batterijpolen (houd de polen altijd schoon omdat ander de batterij kan
worden beschadigd).
L Voor u de batterijpolen reinigt, dient u deze uit de poolstekker te trekken.
L Leg geen geleidende voorwerpen tussen de batterijpolen!
3. Schroefverbinding van bewegende, demonteerbare onderdelen
CA. ALLE 6 MAANDEN
Afhankelijk van de regelmaat waarmee u de scooter gebruikt, dient u volgende punten te
controleren:
1. Netheid
2. Algemene toestand
3. Functie van de wielen
Bij een te grote rolweerstand moeten de lagers van de stuurwielen worden gereinigd en
moet de bandendruk worden gecontroleerd..
4. Controleer volgende smeerpunten (nasmeren niet met smeermiddelen met vermelding
WD40):
a) wielassen
b) wiellagers
c) alle bewegende onderdelen
INSPECTIE
In principe adviseren wij een jaarlijkse inspectie en in ieder geval voor ieder nieuw gebruik. Deze
inspectie mag uitsluitend door bevoegde personen worden uitgevoerd. Volgende controles dienen te
worden uitgevoerd en gedocumenteerd:
• Controle van de bekabeling (vooral: knellen, afslijting, sneden, zichtbare isolatie van de
binnenleidingen, zichtbare metaaldraden, knikpunten, uitbolling, kleurveranderingen van de
buitenste laag, brosse punten)
• Visuele controle van het frame op plastische vervormingen en/of slijtage (basisframe,
zittingframe, rugframe, zijpanelen, motorophanging)
• Elektrische leidingen veilig gelegd, zodat schuren, knellen en andere mechanische
belastingen onwaarschijnlijk zijn.
• Visuele controle van alle behuizingen op schade. Schroeven moeten vast zitten, dichtingen
mogen geen zichtbare schade vertonen.
• Meetproef van de aardleidingsweerstand (O) conform VDE 0702-1
• Meetproef van de doorlekstroom (A) conform VDE 0702-1
• Meetproef van de isolatieweerstand (MO) conform VDE 0702-1
• Werking van de armsteunen (vergrendeling, belasting, vervorming, slijtage door belasting)
• Werking van de aandrijvingen (controle uitvoeren tijdens een testrit geluid, snelheid,
soepelheid, enz.. Indien nodig: Meten van het opgenomen vermogen, eerst zonder last,
daarna met de nominale last, om zo eventuele slijtage van de motoren te kunnen meten via
de opgenomen stroom en de waarden te kunnen vergelijken met de waarden bij levering.
• Controle van de toestand van de batterijen, bekledingen, slangen, banden.
Meetcontroles mogen uitsluitend worden uitgevoerd door personen die minstens voor de Scooter zijn
opgeleid en die minstens door een geschoold elektricien zijn onderwezen over de te gebruiken