26
Frituurfunctie
Met deze functie kan worden gefrituurd in de voorste
kookzones, waarbij de temperatuur van de koekenpan wordt
afgesteld.
Voordelen bij het frituren
De kookzone verwarmt enkel wanneer dit nodig is. Op die
manier wordt energie bespaard. De olie en het vet raken niet
oververhit.
Aanwijzingen
■ Verhit nooit olie, boter of reuzel zonder toezicht.
■ Zet de koekenpan in het midden van de kookzone.
Controleer of de bodem van de koekenpan de juiste diameter
heeft.
■ Doe geen deksel op de koekenpan. Doet u dat wel, dan
werkt de automatische regeling niet. U kunt wel gebruik
maken van een beschermende zeef, zo werkt de
automatische regeling wel.
■ Gebruik uitsluitend olie die geschikt is om te frituren. Gebruikt
u boter, margarine, olijfolie of reuzel, selecteer dan het
temperatuurniveau min.
Koekenpannen voor de frituurfunctie
Er zijn pannen die optimaal geschikt zijn voor deze functie. Ze
kunnen achteraf aangekocht worden als optioneel toebehoren,
in de vakhandel of bij onze technische dienst. Duid altijd de
overeenkomstige referentie aan:
■ HZ390210 kleine pan (15 cm diameter).
■ HZ390220 middelgrote pan (19 cm)
■ HZ390230 grote pan (21 cm)
De koekenpannen hebben een antiaanbaklaag. Het is ook
mogelijk om voedsel te frituren met weinig olie.
De hieronder vermelde temperatuurniveaus werden speciaal
voor dit type pannen ingesteld.
Aanwijzing: Als u een ander type pan gebruikt, probeer dan
eerst op het laagste temperatuurniveau en pas dit indien nodig
aan. Deze pannen kunnen oververhit geraken.
De temperatuurniveaus
Zo wordt dit geprogrammeerd
Selecteer uit de tabel het geschikte temperatuurniveau. Plaats
de koekenpan op de kookzone.
De kookplaat moet ingeschakeld zijn.
1.Druk op het symbool
~. Op de visuele indicator van de
kookzone licht de indicator
‘ op.
2.Selecteer binnen de volgende 10 seconden het gewenste
temperatuurniveau op de programmeerzone.
De frituurfunctie is nu geactiveerd. Het temperatuursymbool
p
blijft branden tot de frituurtemperatuur bereikt is. Dan hoort u
een signaal en gaat het temperatuursymbool uit.
Aanwijzing: Om de temperatuurindicators
p en het
temperatuurniveau te zien, moet de kookzone geselecteerd
zijn.
3.Doe, als het temperatuurniveau bereikt is, olie in de pan en
voeg vervolgens het voedsel toe.
Draai het voedsel om, om te voorkomen dat het aanbrandt.
De frituurfunctie uitschakelen
Selecteer de kookzone en druk op het symbool
~. Neem
vervolgens de koekenpan weg.
Vermogensstand Temperatuur Geschikt voor
max hoog bv. aardappelkoekjes, gesauteerde aardappelen en weinig doorbakken steak.
med middelhoog-hoog bv. "fijne" bakproducten zoals gepaneerde diepvriesproducten, schnitzels, ragout en
groente.
low laag-middelhoog bv. grote bakproducten zoals frikandellen en worstjes, vis.
min laag bv. omeletten gebakken in boter, olijfolie of margarine