86
Verklarende woordenlijst
STUN
Simple Transversal of UDP over NAT
NAT-besturingsmechanisme.
STUN is een gegevensprotocol voor VoIP-telefoons. STUN vervangt het
privé-IP-adres in de gegevenspakketten van de VoIP-telefoon door het open-
bare adres van het beveiligde privé-netwerk. Voor de besturing van de gege-
vensoverdracht is bovendien een STUN-server in het internet nodig. STUN
kan niet worden toegepast bij symmetrische NAT’s.
Zie ook: ALG, Firewall, NAT, Outbound Proxy.
Subnet
Segment van een Netwerk.
Subnetmasker
IP-adressen bestaan uit een vast netwerk- en een variabel gebruikersnum-
mer. Het netwerknummer is voor alle Netwerkgebruikers identiek. Hoe
groot het aandeel van het netwerknummer is, wordt vastgelegd in het sub-
netmasker. Bij het subnetmasker 255.255.255.0 zijn bijvoorbeeld de eerste
drie delen van het IP-adres het netwerknummer en is het laatste deel het
gebruikersnummer.
Symmetrische NAT
Bij een symmetrische NAT worden dezelfde interne IP-adressen en poort-
nummers toegewezen aan afzonderlijke externe IP-adressen en poortnum-
mers – afhankelijk van de externe bestemmingsadressen.
T
TCP
Transmission Control Protocol
Transportprotocol. Beveiligd transmissieprotocol: voor de overdracht van
gegevens wordt een verbinding tussen verzender en ontvanger tot stand
gebracht, bewaakt en weer verbroken.
TLS
Transport Layer Security
Protocol voor de versleuteling van gegevensoverdracht op internet. TLS is
een hoger Transportprotocol.
Transportprotocol
Regelt het gegevenstransport tussen twee communicatiepartners (toepas-
singen).
Zie ook: UDP, TCP, TLS.