24
Beschrijving van de nieuwe en gewijzigde functies
Lokale communicatiepoorten voor VoIP definiëren
Gigaset IP Phones / NDL / A31008-xxxx-xxxx-x-xxxx / description.fm / 18.3.09
Version 4, 29.10.2007
Grootte van het poortnummerbereik:
Het verschil tussen de poortnummers moet tenminste 6 zijn als u twee simultane VoIP-
gesprekken op uw toestel wilt toelaten. Dit moet tenminste 4 zijn als u slechts één VoIP-
gesprek toelaat (
£ gebruiksaanwijzing van uw toestel, webconfigurator Instellingen
¢ Telefonie ¢ Geluid)).
Het kleinere poortnummer van het bereik (in het linker veld) moet een even nummer
zijn. Als u hier een oneven getal invoert, wordt automatisch het eerste lagere even getal
ingesteld. Voert u bijvoorbeeld 5003 in, dan wordt 5002 ingesteld.
Het standaard-poortnummer voor spraakoverdracht is 5004.
Gebruik willekeurige poorten = Ja
SIP-poort
¤ Voer het poortnummerbereik in waaruit de SIP-poort moet worden gekozen.
¤ Voer in het linker veld het kleinste poortnummer en in het rechter veld het grootste
poortnummer van het poortnummerbereik in (waarden tussen 1024 en 49152).
Dit poortnummerbereik mag niet overlappen met het poortnummerbereik dat u onder
RTP-poort heeft gedefinieerd.
De standaardinstelling is 5060 tot 5076.
RTP-poort
¤ Voer een poortnummerbereik in waaruit de RTP-poort moet worden gekozen.
¤ Voer in het linker veld het kleinste poortnummer en in het rechter veld het grootste
poortnummer van het poortnummerbereik in.
De standaardinstelling is 5004 tot 5020.
¤ Vervolgens op de knop Opslaan klikken om de instellingen op te slaan.