34
Vis
Gewicht BereidingsĆ
vorm
Hoogte Wijze van
verĆ
warmen
TempeĆ
ratuur ºC,
grill
Tijdsduur,
min.
Vis, gegrild à 300 g
1 kg
1,5 kg
Rooster*
3
2
2
R
R
Niveau 2
190Ć210
180Ć200
20Ć25
40Ć50
60Ć70
Vis in plakken,
bijv. koteletten
à 300 g Rooster* 4 Niveau 2 20Ć25
* Plaats bovendien de braadslede op hoogte 1.
Voor het vleesgewicht staan er
geen opgaven in de tabel.
Kies de waarde van het eerstvolgende lagere gewicht en verleng
de tijd.
Hoe kunt u vaststellen of het
vlees gaar is.
Gebruik een vleesthermometer (verkrijgbaar in de vakhandel) of
voer de Ęlepeltest" uit. Druk met een lepel op het vlees. Als het
vlees stevig aanvoelt, is het gaar. Als het ingedrukt kan worden,
is het nog niet gaar.
Het vlees is te donker en de korst
is gedeeltelijk aangebrand.
Controleer de inschuifhoogte en de temperatuur.
Het vlees ziet er goed uit, maar de
jus is aangebrand.
Gebruik de volgende keer een kleinere braadpan of voeg meer
vloeistof toe.
Het vlees ziet er goed uit, maar de
jus is te licht en te waterig.
Gebruik de volgende keer een grotere braadpan en voeg minder
vloeistof toe.
Als u water op het hete gerecht
giet, ontstaat er waterdamp.
Een groot deel van de waterdamp ontsnapt via de dampafvoer.
De waterdamp kan neerslaan op het bedieningsĆ paneel of op
het meubilair. Dit is normaal.
Vis
Tips voor het
braden en grillen