8
Oven instellen
U heeft verschillende mogelijkheden om de oven in te stellen.
Hier geven wij u uitleg over de manier waarop u de gewenste
verwarmingsmethode en temperatuur of grillstand instelt. U
kunt voor uw gerecht de tijdsduur en eindtijd instellen. Lees
hierover het hoofdstuk Tijdfuncties instellen na.
Verwarmingsmethode en temperatuur
Het voorbeeld in de afbeelding: boven- en onderwarmte% bij
190 °C.
1. Met de functiekeuzeknop de verwarmingsmethode instellen.
2. Met de temperatuurkeuzeknop de temperatuur of de
grillstand instellen.
3. De toets
† indrukken.
De oven begint op te warmen.
Oven uitschakelen.
Functiekeuzeknop op de nulstand draaien.
Instellingen veranderen
U kunt de verwarmingsmethode en temperatuur of grillstand op
elk moment met de daarvoor bestemde keuzeknop veranderen.
De magnetron
De microgolven worden in de levensmiddelen omgezet in
warmte. U kunt de magnetron solo, d.w.z. alleen, of in
combinatie met een andere verwarmingsmethode gebruiken. U
krijgt informatie over de vormen en u kunt nalezen hoe de
magnetron moet worden ingesteld.
Aanwijzing:
In het hoofdstuk Voor u in onze kookstudio getest vindt u
voorbeelden voor het ontdooien, verwarmen en garen met de
magnetron.
Aanwijzingen voor de vormen
Geschikte vormen
Geschikt zijn hittebestendige vormen van glas, glaskeramiek,
porselein, keramiek of temperatuurvaste kunststof. Deze
materialen laten microgolven door.
U kunt ook servies voor het opdienen gebruiken. Zo hoeft u de
gerechten niet over te plaatsen. Als uw serviesgoed een
versiering van goud of zilver heeft, mag u het uitsluitend
gebruiken indien de fabrikant garandeert dat het geschikt is
voor de magnetron.
Ongeschikte vormen
Vormen van metaal zijn niet geschikt. Metaal laat geen
microgolven door. In gesloten metalen voorwerpen blijven de
gerechten koud.
Attentie!
Het ontstaan van vonken: metaal - bijv. een lepel in het glas
dient zich op minstens 2 cm van de ovenwanden en de
binnenzijde van de deur te bevinden. Door vonken kan het glas
aan de binnenkant van de deur worden vernietigd.
Vormtest
De magnetron nooit inschakelen als er geen levensmiddelen in
zitten. De enige uitzondering hierop is de volgende vormtest.
Wanneer u niet zeker weet of een vorm geschikt is voor de
magnetron, doet u deze test:
1. Plaats de lege vorm ½ tot 1 minuut bij maximaal vermogen in
het apparaat.
2. Controleer tussentijds de temperatuur.
De vorm moet goed koud of handwarm zijn.
Als hij heet wordt of als er vonken ontstaan, is hij niet geschikt.
Magnetronvermogens
Met de toetsen stelt u het gewenste magnetronvermogen in.
Aanwijzingen
■ Wanneer u op een toets drukt, is het gekozen vermogen
verlicht.
■ Het magnetronvermogen 900 watt kunt u voor maximaal
30 minuten instellen. Bij alle andere vermogens is een
tijdsduur tot 1 uur en 30 minuten mogelijk.
Magnetron instellen
Voorbeeld: magnetronvermogen 360 W, tijdsduur 17 minuten.
1. De functiekeuzeknop op
ß zetten.
2. De toets voor het gewenste magnetronvermogen indrukken.
De toets is verlicht. Er wordt een voorgestelde tijdsduur
weergegeven.
3. Met de toets
@ of A de tijdsduur instellen.
4. De toets
† indrukken.
De oven start. U kunt het verloop van de tijdsduur aflezen.
90 W voor het ontdooien van gevoelige gerechten.
180 W voor het ontdooien en doorgaren
360 W voor het garen van vlees en het opwarmen van
gevoelige gerechten.
600 W voor het verwarmen en garen van gerechten
900 W voor het verwarmen van vloeistoffen