109
N.B.:
❑ Gebraad in een open schotel op het rooster.
❑ Inschuifhoogte 2
Dikke, compacte stukken vlees = langere braadtijd, lagere temperatuur.
Dunne stukken vlees = kortere braadtijd, hogere temperatuur.
❑ De braadtijd verandert nauwelijks wanneer u tegelijkertijd twee gelijksoortige stukken
vlees die ongeveer even groot zijn braadt.
❑ Alle gegevens in de tabel zijn richtwaarden die kunnen variëren afhankelijk van het soort
levensmiddel.
Braadtabel
Boven- en onderwarmte
t
Soort vlees Braadtijd Inschuif- Temperatuur
in min. hoogte in ° C
Varkensvlees
varkensvlees met zwoerd 2 kg
(bijv. schouder of schenkel) 100 – 130 2 200 – 220
braadstuk/rollade 90 – 120 2 190 – 210
casselerrib 70 – 80 2 190 – 210
varkensfilet 30 – 45 3 200 – 230
gehakt 750 gram 60 – 70 2 190 – 210
Rundvlees
runderfilet 45 – 65 2 200 – 220
rosbief (roze) 30 – 45 2 200 – 220
Kalfsvlees
braadstuk/kalfsborst 90 – 120 2 180 – 200
schenkel 100 – 130 2 190 – 210
Lamsvlees
lamsbout 70 – 110 2 200 – 220
lamsrug 90 – 120 2 200 – 220
Gevogelte
kip 1 kg 60 – 70 2 200 – 220
eend 2 – 2,5 kg 90 – 120 2 190 – 210
gans 3 kg 130 – 180 1 of 2 180 – 200
Wild
reerug 90 – 120 2 200 – 220
braadstuk 90 – 120 2 190 – 210
wild zwijn/hert 100 – 120 2 190 – 210
Hele vis
1 kg 30 – 40 2 180 – 200
Braadtabel
t