19
Tijdens de zelfreiniging brandt de ovenlamp in de binnenruimte
niet.
: Risico van verbranding!
■ De binnenruimte wordt tijdens de zelfreiniging zeer heet.
Nooit de apparaatdeur openen of de vergrendelingshaak met
de hand verschuiven. Het apparaat laten afkoelen. Zorg
ervoor dat kinderen uit de buurt blijven.
Risi co van verbrandi ng!
■ De buitenkant van het apparaat wordt tijdens de zelfreiniging
zeer heet. De apparaatdeur nooit aanraken. Het apparaat
laten afkoelen. Zorg ervoor dat kinderen uit de buurt blijven.
: Risico van brand!
De buitenkant van het apparaat wordt tijdens de zelfreiniging
zeer heet. Nooit brandbare voorwerpen, bijv. theedoeken aan
de deurgreep hangen. Zorg ervoor dat de voorkant van het
apparaat vrij blijft.
Voor de zelfreiniging
Neem vormen en ongeschikte toebehoren uit de binnenruimte.
Maak de ovendeur en de randvlakken van de binnenruimte bij
de deurdichting schoon. De dichting niet reinigen.
: Risico van brand!
Losse voedselresten, vet en vleessap kunnen in brand vliegen.
Maak de binnenruimte en de toebehoren die u meereinigt met
een vochtige doek schoon.
Toebehoren meereinigen
Geëmailleerde toebehoren, bijv. de braadslede, zonder
antiaanbaklaag, kunt u op hoogte 2 meereinigen. Altijd slechts
één accessoire meereinigen.
Niet-geëmailleerde toebehoren, bijv. het rooster, zijn niet
geschikt voor de zelfreiniging. Neem ze uit de binnenruimte.
: Ernstig gezondheidsrisico!
Nooit platen en vormen met een antiaanbaklaag meereinigen.
Door de grote hitte wordt de antiaanbaklaag aangetast en
ontstaan er giftige gassen.
Reinigingsstand instellen
1. De toets V indrukken.
Reinigingsstand 3 wordt voorgesteld. U kunt de zelfreiniging
direct met de toets
† starten.
Wanneer u de reinigingsstand wilt wijzigen:
2. Met de draaiknop de gewenste reinigingsstand kiezen.
3. Met
† de reiniging starten.
De ovendeur vergrendelt kort na de start. Het symbool
H voor
de vergrendeling is verlicht. Pas wanneer het symbool
verdwijnt, kan de ovendeur weer worden geopend.
Na afloop van de reiniging
De oven warmt niet meer op. In de tijdsindicatie staat
‹:‹‹.
Reiniging afbreken
Met de toets
‡ de oven uitschakelen. De ovendeur kan pas
worden geopend wanneer het symbool
H verdwenen is.
Reinigingsstand corrigeren
Na de start kan de reinigingsstand niet langer worden
gewijzigd.
De reiniging moet 's nachts worden uitgevoerd
Om de oven overdag te kunnen gebruiken, verzet u het tijdstip
van het einde van de reiniging naar de nacht. Zie het hoofdstuk
Tijdfuncties, de eindtijd op een later tijdstip zetten .
Na de zelfreiniging
Wanneer de binnenruimte afgekoeld is, verwijdert u de
achtergebleven as met een vochtig doekje uit de binnenruimte.
Onderhoud en reiniging
Wanneer u de kookplaat en de oven goed verzorgt en
schoonmaakt, blijven ze lang mooi en intact. Hieronder leggen
wij u uit hoe u beide op de juiste manier verzorgt en
schoonmaakt.
Aanwijzingen
■ Geringe kleurverschillen op de voorzijde van de oven zijn het
gevolg van het gebruik van verschillende materialen, zoals
glas, kunststof en metaal.
■ Schaduwen op de ruit van de deur, die eruit zien als strepen,
zijn lichtreflexen van de ovenlamp.
■ Het email wordt ingebrand op zeer hoge temperaturen.
Hierdoor kunnen er kleine kleurverschillen ontstaan. Dit is
normaal en heeft geen nadelige invloed op de werking. De
smalle randen van de bakplaten kunnen niet volledig worden
geëmailleerd. Ze kunnen daarom ruw zijn. De bescherming
tegen corrosie blijft hierbij intact.
Schoonmaakmiddelen
Om te voorkomen dat de verschillende oppervlakken door
verkeerde schoonmaakmiddelen beschadigd worden, dient u
zich te houden aan de volgende aanwijzingen.
Gebruik
voor de kookplaat
■ geen onverdunde middelen voor de vaatwas of
reinigingsmiddelen voor de vaatwasmachine.
■ geen schuurmiddelen, geen krassende sponzen.
■ geen agressieve reinigingsmiddelen, zoals ovensprays of
middelen om vlekken te verwijderen
■ geen hogedrukreinigers of stoomstraalapparaten.
Gebruik
voor de oven
■ geen scherpe of schurende reinigingsmiddelen
■ geen sterk alcoholhoudende reinigingsmiddelen
■ geen harde schuur- of schoonmaaksponsjes
■ geen hogedrukreinigers of stoomstraalapparaten.
Was nieuwe vaatdoekjes voor het gebruik goed uit.
Bereik Schoonmaakmiddelen
Buitenzijde appa-
raat
Warm zeepsop:
met een schoonmaakdoekje reinigen en
met een zachte doek nadrogen. Geen
glasreiniger of schraper gebruiken.