nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
54
universele braadslede met de schuine kant naar de
apparaatdeur gericht op de inschuifhoogte eronder.
Braden en stoven in een vorm
Het braden en stoven in een vorm is comfortabeler. U
kunt het braadvlees met de vorm eenvoudiger uit de
binnenruimte nemen en de saus direct in de vorm
bereiden.
Gebruik alleen vormen die geschikt zijn voor de werking
oven. Controleer of de vorm in de binnenruimte past.
Glazen vormen zijn het meest geschikt. Zet hete
vormen van glas op een droge onderzetter. Is de
ondergrond nat of koud, dan kan het glas knappen.
Voeg aan mager vlees een beetje vloeistof toe. In
glazen vormen moet de bodem van de vorm ca.
^ cm
hoog bedekt zijn.
De hoeveelheid vloeistof is afhankelijk van het soort
vlees en het materiaal van de vormen en of u een
deksel gebruikt. Wanneer u vlees in geëmailleerde of
donkere braadvormen klaarmaakt, is er wat meer
vloeistof nodig dan in glazen vormen.
Tijdens het braden verdampt de vloeistof in de vorm.
Voeg zo nodig voorzichtig wat vloeistof toe.
Glanzende braadsledes van edelstaal of aluminium
reflecteren de warmte als een spiegel en zijn daardoor
niet zo geschikt. Het vlees gaart langzamer en wordt
minder bruin. Houd een hogere temperatuur en/of
langere bereidingstijd aan.
Houd u aan de aanwijzingen van de fabrikant van de
braadvorm.
Open vorm
Gebruik voor het braden van vlees het beste een hoge
vorm. Plaats de vorm op het rooster. Wanneer u geen
geschikte vorm heeft, gebruikt u de braadslede.
Gesloten vorm
De binnenruimte blijft bij de bereiding in een gesloten
vorm veel schoner. Let erop dat het deksel voor de pan
past en goed sluit. Plaats de vorm op het rooster.
De afstand tussen het vlees en het deksel moet
minstens 3 cm bedragen. Het vlees kan tijdens het
garen uitzetten.
Bij het openen van het deksel na het garen, kan zeer
hete stoom ontwijken. Til het deksel van achteren op,
zodat de hete stoom van het lichaam af naar buiten
gaat.
Voor het stoven, braadt u het vlees naar wens eerst
aan. Voeg er voor het braadsap water, wijn, azijn of iets
dergelijks aan toe. De bodem van de vorm dient ca 1-2
cm bedekt te zijn.
Tijdens het braden verdampt de vloeistof in de vorm.
Voeg zo nodig voorzichtig wat vloeistof toe.
Vlees kan ook in een gesloten braadslede knapperig
worden. Gebruik hiervoor een braadslede met glazen
deksel en stel een hogere temperatuur in.
Braden in combinatie met microgolven
Bepaalde voedingsproducten kunnen in combinatie met
microgolven worden bereid. Hierdoor wordt de
bereidingstijd aanzienlijk verkort.
Anders dan bij het conventionele gebruik, wordt de
gaarduur bij het braden in combinatie met microgolven
bepaald door het totale gewicht.
Tip: Bij andere hoeveelheden dan in de insteltabellen
zijn aangegeven, helpt de volgende vuistregel: bij een
dubbele hoeveelheid kan de duur bijna worden
verdubbeld.
Gebruik altijd een hitte- en magnetronbestendige vorm.
Braadvormen van metaal en een Römertopf zijn alleen
geschikt voor het braden zonder microgolven. Houd u
aan de aanwijzingen voor de magnetronbestendige
vorm. ~ "De magnetron" op pagina 20
Attentie!
Als u een braadzak gebruikt, sluit deze dan niet af met
metalen clips. Gebruik in plaats daarvan keukengaren.
Gebruik voor rollades geen metalen spiezen. Hierdoor
kan vonkvorming optreden.
Braden en stoven met stoom
Bepaalde gerechten worden bij de bereiding met stoom
knapperiger en drogen minder uit.
Gebruik een open vorm. De vormen dienen hitte- en
stoombestendig te zijn.
Het braadvlees hoeft niet gekeerd te worden.
Schakel de stoomfunctie in, zoals aangegeven in de
insteltabel. Sommige gerechten lukken het best
wanneer ze in meerdere stappen worden gegaard.
Deze zijn in de tabel aangegeven.
Grillen
Laat de deur van het apparaat tijdens het grillen
gesloten. Nooit met een geopende apparaatdeur grillen.
Schuif het rooster met het opschrift “Microwave” naar
de apparaatdeur en de kromming naar beneden gericht
op de aangegeven hoogte naar binnen. Plaats
bovendien de universele braadslede met de schuine
kant naar de apparaatdeur ten minste één
inschuifhoogte eronder. Uitdruipend vet wordt zo
opgevangen.
Neem indien mogelijk grillstukken van ongeveer
dezelfde dikte en gewicht. Zo worden ze gelijkmatig
bruin en blijven ze lekker mals. Leg de te grillen stukken
vlees rechtstreeks op het rooster.
Keer de grillstukken met een grilltang. Wanneer u met
een vork in het vlees prikt, verliest het sap en wordt het
droog.
Zout het vlees pas na het grillen. Zout onttrekt water
aan het vlees.
Aanwijzingen
■ Het grillelement wordt steeds weer in- en
uitgeschakeld, dat is normaal. Hoe vaak dit gebeurt,
is afhankelijk van de ingestelde grillstand.
■ Bij het grillen kan rook ontstaan.
Braadthermometer
Met de braadthermometer kunt u exact garen. Lees de
belangrijke instructies voor het gebruik van de
braadthermometer na in het betreffende hoofdstuk. U
vindt daar gegevens over het insteken van de