nl
109
Storing Eventuele oorzaak Oplossing
De temperatuur
in de verskoelruimte
is te koud of te warm.
De vaste instelling
is te hoog of te laag
ingesteld (bijv. bij vorst
in de verskoelruimte).
De temperatuur in de verskoelruimte
kan 2 standen warmer of kouder
ingesteld worden, afb. 2. Wanneer
de koelruimtetemperatuur is
ingesteld op stand 4, heeft de
verskoelruimte een temperatuur van
ongeveer 0 °C.
1. Super-toets koelruimte 5
3 seconden indrukken tot er een
signaal klinkt.
Temperatuurindicatie
koelruimte 7 knippert.
2. De instelling veranderen met
de temperatuurinsteltoets voor
de koelruimte 6.
Stand 2 – koudste instelling
Stand 8 – warmste instelling
Na een minuut wordt
de ingestelde temperatuur
opgeslagen.
Alarmsignaal klinkt,
temperatuurindicatie
knippert.
In de diepvriesruimte
is het te warm!
Gevaar voor
de diepvrieswaren.
Deur van
het diepvriesruimte
is geopend.
Zie het hoofdstuk Alarm function.
Er werden te veel
levensmiddelen in één
keer ingeladen om
in te vriezen.