173
Verklarende woordenlijst
Gigaset S675/S685 IP / NL / A31008-M1915-M121-2-5419 / glossary.fm / 6.3.08
Version 4, 16.09.2005
Hub
Verbindt in een Infrastructuurnet-
werk meerdere Netwerkgebruikers.
Alle gegevens die door een netwerkge-
bruiker naar de hub worden verzon-
den, worden doorgestuurd naar alle
netwerkgebruikers.
Zie ook: Gateway, Router.
K
Kiezen voorbereiden
Zie en-bloc.
I
IEEE
Institute of Electrical and Electronics Engineers
Internationale commissie voor stan-
daardisering in de elektronica en elek-
trotechniek, met name voor de stan-
daardisering van LAN-technologie,
overdrachtprotocollen, gegevensover-
drachtssnelheid en bekabeling.
Infrastructuurnetwerk
Netwerk met een centrale structuur:
Alle Netwerkgebruikers communice-
ren via een centrale Router.
Instant Messaging
(Nederlands: directe uitwisseling van berich-
ten)
Service die het mogelijk maakt met een
client-programma in realtime te chat-
ten, dat wil zeggen korte berichten via
internet te zenden aan andere
deelnemers.
Internet
Mondiaal WAN. Voor de gegevensuit-
wisseling is een aantal protocollen
gedefinieerd die onder de naam TCP/IP
zijn samengevat.
Elke Netwerkgebruiker is via zijn IP-
adres herkenbaar. De toewijzing van
een Domeinnaam aan het IP-adres
wordt verzorgd door DNS.
Belangrijke diensten op internet zijn
het World Wide Web (WWW), e-mail,
bestandsoverdracht en forums.
Internet-provider
Biedt tegen vergoeding toegang tot
internet.
IP (Internet Protocol)
TCP/IP-protocol in het Internet. Het
zorgt voor de adressering van deelne-
mers van een netwerk met behulp van
Netwerks en IP-adres en draagt gege-
vens over van een afzender naar een
ontvanger. Daarbij legt IP de padkeuze
(routering) van de gegevenspakketten
vast.
IP-adres
Uniek adres van een netwerkcompo-
nent binnen een netwerk op basis van
de TCP/IP-protocollen (bijvoorbeeld
LAN, internet). In het Internet worden
in plaats van IP-adressen meestal
domeinnamen verstrekt. DNS wijst aan
domeinnamen het bijbehorende
IP-adres toe.
Het IP-adres bestaat uit vier delen (deci-
male getallen tussen 0 en 255) die door
een punt van elkaar zijn gescheiden
(bijvoorbeeld. 230.94.233.2).
Het IP-adres bestaat uit het netwerk-
nummer en het nummer van het Net-
werkgebruiker (bijvoorbeeld) toestel.
Afhankelijk van het Subnetmasker vor-
men de eerste een, twee of drie delen
het netwerknummer, de rest van het IP-
adres adresseert de netwerkcompo-
nent. In een netwerk moet het netwer-
knummer van alle componenten iden-
tiek zijn.
IP-adressen kunnen automatisch met
DHCP (dynamische IP-adressen) of
handmatig (vaste IP-adressen) worden
toegekend.
Zie ook: DHCP.
IP-pool-bereik
Bereik van IP-adressen, die de DHCP-
server kan gebruiken om dynamische
IP-adressen toe te kennen.