123884
4
Zoom out
Zoom in
Vorherige Seite
1/30
Nächste Seite
S
Gebruiksaanwijzing
nl
9000 210 890 (9003)
20
24
25
26
27
28
29
31
23
22
21
30
nl Inhoudsopgave
Veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . . . . . 4
Bij aflevering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Bij de installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Dagelijks gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Bij kinderen in het huishouden . . . . . . 4
Deurvergrendeling . . . . . . . . . . . . . . . 4
Bij schade . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Bij het afvoeren van het apparaat . . . . 5
Kennismaking met het apparaat . . . . . . 5
Bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Binnenkant van het apparaat . . . . . . . 5
Wateronthardingsinstallatie . . . . . . . . . 6
Instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Tabel voor de waterhardheid . . . . . . . 6
Onthardingszout $ . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Gebruik van onthardingszout . . . . . . . 7
Reinigingsproducte
met zoutcomponente . . . . . . . . . . . . . 7
Ontharding uitschakelen . . . . . . . . . . . 7
Glansspoelmiddel % . . . . . . . . . . . . . . . 8
Hoeveelheid glansspoelmiddel
instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Indicatie glansspoelmiddel bijvullen
uit- en inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . 9
Serviesgoed . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Ongeschikt servies . . . . . . . . . . . . . . . 9
Schade aan glas en serviesgoed . . . . 9
Inruimen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Uitruimen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Kopjes en glazen . . . . . . . . . . . . . . . 10
Pannen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Bestekkorf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Messenrek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Omklapbare bordensteunen . . . . . . . 11
Houder voor kleingoed . . . . . . . . . . . 11
Verstellen van de korfhoogte . . . . . . 11
Afwasmiddel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Vul afwasmiddel . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Gecombineerde reinigingsmiddelen . 14
Programma-overzicht . . . . . . . . . . . . . 15
Programmakeuze . . . . . . . . . . . . . . . 15
Aanwijzingen voor testinstituten . . . . 15
Extra functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Tijd besparen (VarioSpeed) . . . . . . . 16
Halve belading . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Afwassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Programmagegevens . . . . . . . . . . . . 16
Aqua-Sensor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Inschakelen van het apparaat . . . . . . 16
Optische indicatie tijdens het
programmaverloop . . . . . . . . . . . . . . 17
Resttijdindicatie . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Starttijd kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Einde van het programma . . . . . . . . . 17
Uitschakelen van het apparaat . . . . . 17
Onderbreken van het programma . . . 18
Afbreken van het programma . . . . . . 18
Wijzigen van het programma . . . . . . . 18
Intensief drogen . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Schoonmaken en onderhoud . . . . . . . 19
Algemene toestand van de
machine . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Onthardingszout en
glansspoelmiddel . . . . . . . . . . . . . . . 19
Zeven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Sproeiarmen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Storingen zelf verhelpen . . . . . . . . . . . 20
Afvoerpomp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
... bij het inschakelen . . . . . . . . . . . . . 21
... aan het apparaat . . . . . . . . . . . . . . 21
... bij de afwas . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
... aan het serviesgoed . . . . . . . . . . . 22
Servicedienst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . . . . 24
Aflevering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . 25
Plaatsing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Aansluiten op de waterafvoer . . . . . . 25
Aansluiten op de watertoevoer . . . . . 25
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . 26
Demontage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Transport . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Bescherming tegen vorst
(Leegmaken van het apparaat) . . . . . 26
Afvoeren van de verpakking en van
uw oude apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Verpakking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Uw oude apparaat . . . . . . . . . . . . . . . 27
nl
4
Bij aflevering
Controleer onmiddellijk
of de verpakking en de afwasautomaat
tijdens het transport beschadigd zijn.
Een beschadigd apparaat niet
in gebruik nemen maar contact
opnemen met uw leverancier.
Het verpakkingsmateriaal
milieuvriendelijk volgens de geldende
voorschriften afvoeren.
Laat kinderen niet met de verpakking
en de onderdelen daarvan spelen.
Kans op stikken door vouwdozen
en folie.
Bij de installatie
Hoe het apparaat volgens de voorschriften
geplaatst en aangesloten moet worden,
kunt u nalezen in het hoofdstuk
„Installatie”.
Dagelijks gebruik
De afwasautomaat alleen in het
huishouden gebruiken en alleen voor
het aangegeven doel: het afwassen
van huishoudelijk serviesgoed.
Kinderen of personen die vanwege
hun beperkte lichamelijke
of geestelijke vermogens, motorische
storingen, onervarenheid of gebrekkige
kennis niet in staat zijn het apparaat
veilig te bedienen, mogen dit apparaat
alleen onder toezicht of na instructie
door een verantwoordelijke persoon
gebruiken.
Niet op de geopende deur gaan zitten
of staan. Het apparaat kan kantelen.
Bij vrijstaande apparaten erop letten
dat het apparaat naar voren kan kiepen
bij te vol geladen servieskorven.
Doe geen oplosmiddel
in de spoelruimte. Kans op explosie.
Tijdens het programmaverloop de deur
alleen heel voorzichtig openen. Er kan
namelijk heet water uit het apparaat
spuiten.
Om verwondingen bijv. door struikelen
te voorkomen: de afwasautomaat
tijdens het in- en uitladen zo kort
mogelijk openen.
Let op de veiligheidsvoorschriften
resp. de aanwijzingen bij het gebruik
op de verpakkingen van het afwas-
en glansspoelmiddel.
ã=Waarschuwing
Messen en andere voorwerpen
met scherpe punten met de punten naar
beneden in de bestekkorf zetten of plat
in het messenrek * leggen.
*Afhankelijk vanhetmodel
Bij kinderen in het huishouden
Maak gebruik – indien aanwezig –
van de kinderbeveiliging. Een
nauwkeurige beschrijving vindt
u achter in de omslag.
Laat kinderen nooit met het apparaat
spelen of het bedienen.
Kinderen uit de buurt van afwasmiddel
en glansspoelmiddel houden. Deze
kunnen irritaties in mond, keel en ogen
veroorzaken of tot verstikking leiden.
Kinderen uit de buurt van de geopende
afwasautomaat houden, Het water
in het apparaat is geen drinkwater.
Er kunnen nog resten afwasmiddel
in het apparaat zijn achtergebleven.
Kinderbeveiliging
(deurvergrendeling) *
De beschrijving van de kinderbeveiliging
bevindt zich achterin in de omslag.
* Afhankelijk van het model
Bij schade
Reparaties en ingrepen mogen alleen
door een vakkundig monteur worden
uitgevoerd. Hierbij mag het apparaat
niet op het lichtnet zijn aangesloten.
Stekker uit het stopcontact trekken
of de zekering losdraaien resp.
uitschakelen. Kraan dichtdraaien.
Veiligheidsvoorschriften
nl
5
Bij het afvoeren van het apparaat
Het afgedankte apparaat onmiddellijk
onbruikbaar maken om eventuele
ongelukken te voorkomen.
Het apparaat op een milieuvriendelijke
wijze (laten) afvoeren.
ã=Waarschuwing
Kinderen kunnen zichzelf tijdens het
spelen in het apparaat opsluiten (kans
op stikken) of in een andere gevaarlijke
situatie geraken.
Trek daarom de stekker uit het
stopcontact. Aansluitkabel doorknippen
en verwijderen. Deurslot onklaar maken
zodat de deur niet meer sluit.
De afbeeldingen van het
bedieningspaneel en van de binnenruimte
van het apparaat vindt u vooraan
in de omslag van deze
gebruiksaanwijzing.
In de tekst wordt op de verschillende
posities gewezen.
Bedieningspaneel
*Afhankelijk vanhetmodel
** Aantal afhankelijk van het model
Binnenkant van het apparaat
*Afhankelijk vanhetmodel
Kennismaking met het
apparaat
( Hoofdschakelaar
0 Toets om de deur te openen
8 Starttijd kiezen *
@ Cijferindicatie
H Extra functies **
P Indicatie „Watertoevoer controleren”
X Indicatie zout bijvullen
` Indicatie glansspoelmiddel bijvullen
h Programmatoetsen **
1" Bovenste servieskorf
1* Messenrek *
12 Bovenste sproeiarm
1: Onderste sproeiarm
1B Reservoir voor onthardingszout
1J Zeven
1R Bestekkorf
1Z Onderste servieskorf
1b Vergrendeling voor afwasmiddelbakje
1j Voorraadreservoir voor
glansspoelmiddel
9" Afwasmiddelbakje
9* Typeplaatje
nl
6
Voor een goed afwasresultaat heeft
de afwasautomaat zacht water, d.w.z.
water met weinig kalk nodig. Anders zetten
zich witte kalkresten op het serviesgoed
en de binnenkant van de spoelruimte af.
Leidingwater met een hardheidsgraad
boven 7° dH (1,2 mmol/l) (vanaf
instelwaarde :‹‚) moet onthard worden.
Dit gebeurt met behulp
van onthardingszout (regenereerzout)
in de wateronthardingsinstallatie
van de afwasmachine.
De instelling en daarmee de benodigde
hoeveelheid zout zijn afhankelijk
van de hardheidsgraad van het
leidingwater.
Instellen
De hoeveelheid onthardingszout is van
tot ˆ instelbaar.
Bij de instelwaarde is geen
onthardingszout nodig.
Vraag de hardheidsgraad van het
water. Informeer bij het
waterleidingbedrijf.
De instelwaarde vindt u in de tabel
voor de waterhardheid.
Deur openen.
–Programmatoets + ingedrukt
houden en hoofdschakelaar (
inschakelen.
Beide toetsen loslaten.
De indicatie van toets + knippert
en op de cijferindicatie @ brandt
de door de fabriek ingestelde
waarde .
Om de instelling te wijzigen:
–Programmatoets + indrukken.
Bij elke druk op de toets wordt
de instelwaarde met één cijfer
verhoogd. Als de waarde ˆ is bereikt,
dan springt de indicatie weer op
(uit).
Hoofdschakelaar ( uitschakelen
De ingestelde waarde is in het
geheugen opgeslagen.
Tabel voor de waterhardheid
Wateronthardingsinstallatie
ƒ
ˆ
Water-
hard-
heid °dH
0 - 6 zacht
7 - 8 zacht
9 -10 gemiddeld
11-12 gemiddeld
13-16 gemiddeld
17-21 hard
22-30 hard
31-50 hard
mmol/l
0 -1,1
1,2-1,4
1,5-1,8
1,9-2,1
2,2-2,9
3,0-3,7
3,8-5,4
5,5-8,9
Instelwaarde
opmachine
Hardheids-
bereik
nl
7
Gebruik van onthardingszout
Onmiddellijk vóór het inschakelen van het
apparaat zout bijvullen. Hiermee bereikt
u dat de overgelopen zoutoplossing
onmiddellijk wordt uitgespoeld en corrosie
aan het spoelreservoir wordt voorkomen.
De schroefdop van het
voorraadreservoir 1B eraf draaien.
Het reservoir met water vullen (alleen
nodig bij het eerste gebruik).
Hierna onthardingszout bijvullen
(geen tafelzout).
Hierdoor wordt het water verdrongen
en loopt weg.
* afhankelijk van het model
De indicatie zout bijvullen X op het
bedieningspaneel blijft nog even branden
en gaat pas na een tijdje uit, als zich
een voldoende zoutconcentratie heeft
gevormd.
Bij instelwaarde geen onthardingszout
gebruiken omdat er tijdens het afwassen
geen zout verbruikt wordt. De zoutindicatie
is uitgeschakeld. Bij het instellen op tot
ˆ moet het zoutreservoir met zout gevuld
worden.
Gebruik van reinigingsproducten
met zoutcomponenten
Bij gebruik van gecombineerde
reinigingsproducten
met zoutcomponenten hoeft in het
algemeen tot een waterhardheid
van 21°dH (37°fH, 26°Clarke, 3,7mmol/l)
geen onthardingszout gebruikt te worden.
Bij een waterhardheid boven 21° dH is
ook hier het gebruik van onhardingszout
noodzakelijk.
Indicatie zout bijvullen
Zodra de indicatie zout bijvullen X
op het bedieningspaneel brandt, moet
opnieuw zout worden bijgevuld.
Afhankelijk van het aantal afwasbeurten en
de instelling
van de wateronthardingsinstallatie kan het
meerdere maanden duren voordat het zout
bijgevuld dient te worden.
Als de indicatie zout bijvullen X stoort
(bijv. bij gebruik van gecombineerde
reinigingsproducten
met zoutcomponenten), dan kan deze
uitgeschakeld worden.
Ga te werk zoals onder
„Onthardingsinstallatie instellen”
is beschreven en de waarde op
zetten.
Hiermee zijn de onthardingsinstallatie
en de indicatie zout bijvullen
uitgeschakeld.
ã=Waarschuwingen
Het zoutreservoir nooit
met afwasmiddel vullen. Hierdoor gaat
de onthardingsinstallatie kapot.
Zout moet altijd onmiddellijk vóór het
inschakelen van het apparaat worden
bijgevuld om schade door corrosie
te voorkomen.
Onthardingszout $
nl
8
Als indicatie Glansspoelmiddel
bijvullen ` op het bedieningspaneel
brandt, dan is er nog glansspoelmiddel
voor 1–2 afwasbeurten aanwezig. U moet
glansspoelmiddel bijvullen.
Glansspoelmiddel hebt u nodig voor
streeploos gedroogd serviesgoed
en heldere glazen. Gebruik alleen
glansspoelmiddel voor huishoudelijke
afwasautomaten.
Gecombineerde reinigingsproducten
met glansspoelcomponenten kunnen
alleen tot een waterhardheid van 21° dH
(37° fH, 26° Clarke, 3,7 mmol/l) gebruikt
worden. Bij een waterhardheid
boven 21° dH is ook hier het gebruik
van glansspoelmiddel noodzakelijk.
Deksel van het voorraadreservoir voor
glansspoelmiddel 1j openklappen.
Hiertoe op de markering (1) op het
deksel drukken en tegelijkertijd het
deksel met het bedieningslipje (2)
optillen.
Het reservoir voorzichtig tot net onder
de rand van de vulopening
met glansspoelmiddel vullen.
Deksel sluiten tot u een klik hoort.
Eventueel gemorst glansspoelmiddel
met een doekje verwijderen om
overmatige schuimontwikkeling
bij de volgende afwasbeurt
te voorkomen.
Hoeveelheid glansspoelmiddel
instellen
De dosering van de hoeveelheid
glansspoelmiddel kan traploos worden
ingesteld. De glansspoelmiddelregelaar
werd in de fabriek op 4 ingesteld.
Verander de instelling
van de instelknop alleen als er strepen
(draaien in richting –) of watervlekken
(draaien in richting +) op het serviesgoed
achterblijven.
Glansspoelmiddel %
Instelknop
voor glans-
spoelmiddel
nl
9
Indicatie glansspoelmiddel
bijvullen uit- en inschakelen
Als de indicatie Glansspoelmiddel
bijvullen ` stoort (bijv. bij gebruik van
gecombineerde reinigingsproducten met
glansspoelcomponenten), kan deze
uitgeschakeld worden.
Om de instelling te wijzigen:
Toets Starttijd kiezen 8 ingedrukt
houden en hoofdschakelaar ( net
zolang indrukken tot de
cijferindicatie @ brandt.
Toetsen loslaten. Op
de cijferindicatie @ verschijnt
(indicatie glansspoelmiddel bijvullen
ingeschakeld).
Door de toets Starttijd kiezen 8 in te
drukken kunt u de indicatie
Glansspoelmiddel uit-
of inschakelen .
Hoofdschakelaar ( uitschakelen;
de instelling is in het geheugen
opgeslagen.
Ongeschikt servies
Bestek en servies met houten
onderdelen.
Gevoelige gedecoreerde glazen,
kunstnijverheidsservies en -vazen
en antiek servies. De decoraties zijn
niet bestand tegen afwassen
in een afwasautomaat.
Niet hittebestendige
kunststof voorwerpen/onderdelen.
Koperen en tinnen serviesgoed.
Serviesgoed dat bevuild is met as,
kaarsvet, smeerolie of verf.
Geglazuurd serviesgoed en voorwerpen
van aluminium en zilver kunnen bij het
afwassen gaan verkleuren of verbleken.
Ook sommige soorten glas (bijv.
voorwerpen van kristal) kunnen
dof worden nadat ze vele malen zijn
afgewassen.
Schade aan glas en serviesgoed
Oorzaken:
glassoort en fabricagewijze van het
glas.
chemische samenstelling van het
afwasmiddel.
temperatuur van het water tijdens
de afwas.
Advies:
gebruik alleen glas en porselein dat
volgens de fabrikant geschikt is voor
de afwasautomaat.
gebruik afwasmiddel waarop staat
aangegeven dat het het serviesgoed
ontziet.
glas en bestek na afloop van het
programma zo snel mogelijk uit
de afwasmachine halen.
Serviesgoed
nl
10
Inruimen
Grove etensresten verwijderen.
Afspoelen onder stromend water is niet
nodig.
Het serviesgoed zodanig inruimen dat
het stevig staat en niet kan
omvallen;
alle soorten serviesgoed met
de opening naar beneden staan;
serviesgoed met een ronding
of een holte schuin staat zodat het
water er vanaf kan lopen;
het de twee sproeiarmen 12
en 1: tijdens het ronddraaien niet
belemmert.
Hele kleine voorwerpen niet in de machine
afwassen. Ze kunnen gemakkelijk uit
de servieskorven vallen.
Uitruimen
Om te vermijden dat waterdruppels
van de bovenste servieskorf op het
serviesgoed in de onderste servieskorf
vallen, is het aan te raden het apparaat
van onder naar boven uit te ruimen.
Heet serviesgoed is stootgevoelig! Laat
het daarom na afloop van het programma
net zo lang in de afwasautomaat afkoelen
tot u het goed kunt vastpakken.
Kopjes en glazen
Bovenste servieskorf 1"
Pannen
Onderste servieskorf 1Z
Tip
Erg vervuild serviesgoed (pannen) moet
in de onderste korf worden ingeruimd.
Door de sterkere sproeistraal verkrijgt
u zo een beter afwasresultaat.
nl
11
Bestekkorf
Bestek altijd ongesorteerd met de scherpe
kant naar beneden inruimen.
Om verwondingen te voorkomen: lange,
puntige bestekdelen en messen in het
messenrek leggen.
Messenrek *
* afhankelijk van het model
Lange messen en andere lange
voorwerpen kunnen horizontaal ingeruimd
worden.
U kunt het messenrek eruit halen om
hoger serviesgoed af te wassen.
Omklapbare bordensteunen *
* Afhankelijk van het model
De bordensteunen zijn omklapbaar
waardoor pannen, schalen en glazen
praktischer kunnen worden ingeruimd.
Houder voor kleingoed *
*Afhankelijk vanhetmodel
Hier kunnen lichte voorwerpen
van kunststof zoals bekers, deksels enz.
vastgeklemd worden.
Verstellen van de korfhoogte *
* afhankelijk van het model
De bovenste servieskorf 1" kan – indien
gewenst – in de hoogte versteld worden
om in de bovenste of in de onderste
servieskorf meer ruimte te maken voor
hoger serviesgoed.
Hoogte van het apparaat 81 cm
Afhankelijk van de uitvoering
van de bovenste servieskorf in uw model
afwasautomaat kunt u kiezen uit
een van de volgende manieren
om te werk te gaan:
1
2
Bovenste
korf
Onderste
korf
Stand 1 max. ø 20 cm 28 cm
Stand 2 max. ø 25cm 23,5 cm
nl
12
Bovenste servieskorf
met hendels aan de zijkant
De bovenste servieskorf 1"
uittrekken.
Om de korf te laten zakken: de twee
hendels links en rechts aan
de buitenkant van de korf een voor
een naar binnen drukken.
Hierbij de korf aan de zijkant aan
de bovenste rand vasthouden om
te voorkomen dat hij plotseling naar
beneden valt.
Om de korf op te tillen: de korf aan
de zijkant aan de bovenste rand
vastpakken en naar boven trekken.
Overtuig u ervan dat de korf – voordat
u hem weer in het apparaat schuift –
aan beide zijden op dezelfde hoogt
ligt. Anders kan de deur van het
apparaat niet dicht en heeft
de bovenste sproeiarm geen
verbinding met het aansluitpunt
van de watertoevoer.
Bovenste servieskorf met boven
en onder een paar rollen
De bovenste servieskorf 1"
uittrekken.
De bovenste servieskorf eruit halen
en op de bovenste (stand 2)
resp. onderste (stand 1) rollen weer
erin hangen.
nl
13
U kunt zowel tabletten als poedervormige
of vloeibare afwasmiddelen voor
de wasmachine gebruiken, maar nooit
handafwasmiddel. Afhankelijk van de
vervuiling kan met poedervormig
of vloeibaar afwasmiddel de dosering
individueel worden aangepast. Tabs
bevatten voor alle afwasprogramma’s
voldoende werkzame stoffen. Moderne,
krachtige afwasmiddelen hebben meestal
een laag alkalische receptuur met fosfaat
en enzymen. Fosfaten binden de kalk in
het water. Enzymen breken zetmeel af en
lossen eiwitten op. Minder voorkomend
zijn afwasmiddelen zonder fosfaat. Deze
hebben iets minder vermogen om kalk te
binden en vereisen een hogere dosering.
Om gekleurde vlekken (bijv. thee
of ketchup) te verwijderen worden meestal
bleekmiddelen op basis van zuurstof
gebruikt.
Aanwijzing
Neem voor een goed afwasresultaat altijd
de aanwijzingen op de verpakking in acht!
Hebt u nog andere vragen, dan raden wij
u aan contact op te nemen met
de fabrikant van het afwasmiddel.
ã=Waarschuwing
Let op de veiligheidsvoorschriften
resp. de aanwijzingen bij het gebruik
op de verpakkingen van het afwas-
en glansspoelmiddel.
Vul afwasmiddel
Als het afwasmiddelbakje 9" nog
dicht is: vergrendeling 1b bedienen
om het te openen.
Afwasmiddel alleen in het droge
afwasmiddelbakje 9" gieten.
Dosering: zie de aanwijzingen
van de fabrikant op de verpakking.
De indeling in het
afwasmiddelbakje 9" biedt hulp
bij de juiste dosering
van poedervormig of vloeibaar
afwasmiddel.
Gewoonlijk volstaat 20 ml–25 ml bij
normale vervuiling. Bij gebruik van tabs
is één tablet voldoende.
Deksel van het afwasmiddelbakje
sluiten. Hiertoe (1) het deksel van het
bakje dichtschuiven en (2) hierna licht
erop drukken zodat de sluiting
hoorbaar vastklikt.
Bij gebruik van tabletten
kunt u op de verpakking ervan nalezen
waar u de tabletten moet plaatsen
(bijv. in de bestekkorf, het
afwasmiddelbakje etc.). Let erop dat
ook bij het gebruik van tabletten het
deksel van het afwasmiddelbakje is
gesloten.
Afwasmiddel
nl
14
Tip
Als het serviesgoed niet erg vuil is, kunt
u normalerwijze volstaan met minder
afwasmiddel dan is aangegeven.
Geschikte reinigings- en
onderhoudsmiddelen kunt u online op
onze internetsite of bij de Servicedienst
bestellen (zie achterkant).
Gecombineerde
reinigingsmiddelen
Naast de gebruikelijke afwasmiddelen
(Solo) wordt een aantal producten
aangeboden met extra functies. Deze
producten bevatten behalve afwasmiddel
vaak ook glansspoelmiddel en
zoutvervangende stoffen (3in1) en,
afhankelijk van de combinatie (4in1, 5in1,
enz.), ook nog extra componenten zoals
glasbescherming of glansmiddel voor
roestvrij staal. Gecombineerde
reinigingsmiddelen functioneren alleen tot
een bepaalde hardheidsgraad (meestal
21°dH). Boven deze grenswaarde moeten
zout en glansspoelmiddel worden
toegevoegd.
Zodra gecombineerde reinigingsproducten
gebruikt worden past het
afwasprogramma zich automatisch
zodanig aan dat altijd het best mogelijke
afwas- en droogresultaat bereikt wordt.
Aanwijzingen
Optimale afwas- en droogresultaten
bereikt u door het gebruik van losse
afwasmiddelen in combinatie
met (apart) gebruik
van onthardingszout
en glansspoelmiddel.
Bij korte programma’s kunnen
tabletten door een verschillende
manier van oplossen eventueel niet
de volle reinigingskracht ontwikkelen
waardoor er onopgeloste
afwasmiddeldeeltjes achterblijven.
Voor deze programma's is
een reinigingsmiddel in poedervorm
beter geschikt.
Bij het programma „Intensief” (niet
bij alle modellen) is de dosering
van één tablet voldoende. Bij gebruik
van poedervormig afwasmiddel kunt
u nog wat extra afwasmiddel
op de binnenkant van de deur
strooien.
Ook als de indicatie glansspoelmiddel
en/of zout bijvullen brandt, verloopt het
afwasprogramma bij gebruik
van gecombineerd reinigingsmiddelen
zonder problemen.
Bij gebruik van afwasmiddelen
met in water oplosbaar beschermend
omhulsel: het omhulsel alleen
met droge handen vastpakken. Het
afwasmiddelbakje moet vóór het vullen
absoluut droog zijn, anders kan het
afwasmiddel eraan vastplakken.
Als u van gecombineerde
reinigingsmiddelen op losse
afwasmiddelen omschakelt, let er dan
op dat de wateronthardingsinstallatie
en de hoeveelheid glansspoelmiddel
op de juiste waarde zijn ingesteld.
nl
15
In dit overzicht staat het maximaal mogelijke aantal programma’s vermeld.
De bijpassende programma’s en hun rangschikking vindt u op het bedieningspaneel.
Programmakeuze
Aan de hand van het soort serviesgoed en
de mate van vervuiling kunt
u een passend programma uitzoeken.
Aanwijzingen voor testinstituten
Testinstituten ontvangen de voorwaarden
voor vergelijkende tests op aanvraag per
e-mail aan
dishwasher@test-appliances.com.
Geef wel het typenummer (ENr.) en de
fabricagedatum (FD) op. U vindt ze op het
typeplaatje 9* op de deur van het
apparaat.
Programma-overzicht
Soort
serviesgoed
Soort vervuiling Programma Eventuele extra
functies
Programmaverloop
potten, pannen,
niet gevoelig
serviesgoed en
bestek
erg aangekoekte,
ingebrande
of opgedroogde
zetmeel-
of eiwithoudende
etensresten
²
Intensief 70°
alle
Voorspoelen
Reinigen 70°
Tussenspoelen
Glansspoelen 70°
Drogen
Ò
Auto 55°–65°
Wordt naar mate
van de vervuiling
met behulp van het
sensorsysteem
geoptimaliseerd.
gemengd
serviesgoed
en bestek
licht opgedroogde, in
het huishouden
gebruikelijke
etensresten
â
Eco 50°
Voorspoelen
Reinigen 50°
Tussenspoelen
Glansspoelen 65°
Drogen
gevoelig
serviesgoed,
bestek,
temperatuurgevoel
ige kunststoffen
en glazen
weinig aangekoekte
verse etensresten
ê
Glas 40°
Tijd besparen
Halve belading
Voorspoelen
Reinigen 40°
Tussenspoelen
Glansspoelen 55°
Drogen
ò
Snel 45°
geen
Reinigen 45°
Tussenspoelen
Glansspoelen 55°
alle soorten
serviesgoed
koud voorspoelen,
tussentijdse reiniging
ú
Voorspoelen
geen Voorspoelen
nl
16
* Afhankelijk van het model
Instelbaar via de toetsen extra
functies H.
Ÿ Tijd besparen (VarioSpeed) *
Met de functie >>Tijd besparen<< kan
de looptijd – afhankelijk van het gekozen
afwasprogramma – met ca. 20% tot 50%
verkort worden. De op een bepaald
ogenblik optredende wijziging
van de looptijd wordt
op de cijferindicatie @ aangegeven.
Om bij verkorte looptijd optimale
reinigingsresultaten te bereiken worden
water- en energieverbruik verhoogd.
§ Halve belading *
Als u maar weinig afwas hebt (bijv. glazen,
kopjes, borden), dan kunt u de „Halve
belading” bijschakelen. Hiermee bespaart
u water, energie en tijd. Vul het
afwasmiddelbakje met iets minder
afwasmiddel dan zoals aanbevolen
bij een volle belading van de machine.
Programmagegevens
De programmagegevens
(verbruikswaarden) vindt u in de korte
handleiding. Ze hebben betrekking
op normale omstandigheden en
de instelwaarde van de waterhardheid .
Verschillende factoren zoals
de temperatuur van het water en de druk
in de waterleiding zijn hierbij van invloed
en kunnen tot afwijkingen leiden.
Aqua-Sensor *
*Afhankelijk vanhetmodel
De Aqua-Sensor is een optisch
meetsysteem (met lichtstraal) waarmee
de vertroebeling van het afwaswater wordt
gemeten.
Afhankelijk van het programma treedt
de Aqua-Sensor in werking. Als de Aqua-
Sensor actief is, kan „schoon” afwaswater
in de volgende reinigingsfase gebruikt
worden en het waterverbruik daardoor
met 2–4 liter verminderd worden. Is het
water te vuil, dan wordt het afgepompt
en door vers water vervangen. In
de automatische programma’s worden
bovendien temperatuur en looptijd aan
de mate van vervuiling aangepast.
Inschakelen van het apparaat
Kraan helemaal opendraaien.
Deur openen.
Hoofdschakelaar ( inschakelen.
De indicatie van het laatst gekozen
programma knippert. Dit programma
loopt af als er geen andere
programmatoets h wordt ingedrukt.
Op de cijferindicatie @ verschijnt
de vermoedelijke duur van het
programma.
–Deur sluiten.
Het programmaverloop start.
Extra functies Afwassen
nl
17
Optische indicatie tijdens het
programmaverloop *
* afhankelijk van het model
Tijdens het programmaverloop verschijnt
een lichtpunt op de vloer onder de deur
van het apparaat. Deur van het apparaat
pas dan openen als de lichtpunt
op de vloer niet meer te zien is.
Bij inbouw in een hoge kast met afsluitend
meubelfront in één lijn is het lichtpunt niet
te zien.
Resttijdindicatie
Bij de keuze van het programma
verschijnt op de cijferindicatie @
de resterende duur van het programma.
De programmaduur wordt tijdens
het programma bepaald door
de temperatuur van het water,
de hoeveelheid serviesgoed en de mate
van vervuiling en kan (afhankelijk van het
gekozen programma) variëren.
Starttijd kiezen *
* afhankelijk van het model
U kunt het programma tot 19 uur later
(instappen vaneenuur) laten starten.
Hoofdschakelaar ( inschakelen.
Toets starttijd kiezen 8 net zolang
indrukken tot de cijferindicatie @
op ‚œ springt.
Toets starttijd kiezen 8 net zo vaak
indrukken tot de aangegeven tijd aan
uw wens voldoet.
Om de gekozen starttijd te wissen
de toets Starttijd kiezen 8 net
zo vaak indrukken tot
op de cijferindicatie @ verschijnt ‹œ.
Tot de starttijd kunt u het programma
willekeurig wijzigen.
Einde van het programma
Het programma is beëindigd als
op de cijferindicatie @ de waarde
verschijnt.
Bovendien wordt het einde van het
programma door een zoemtoon
akoestisch aangegeven. Deze functie kan
als volgt gewijzigd worden:
Deur openen.
Programmatoets 3 ingedrukt
houden en hoofdschakelaar (
inschakelen.
Beide toetsen loslaten.
De programmatoets 3 knippert
en op de cijferindicatie @ brandt de
in de fabriek ingestelde waarde ƒ
(halfluid).
Om de instelling te wijzigen:
Programmatoets 3 indrukken.
Bij elke druk op de toets wordt
de instelwaarde met één cijfer
verhoogd. Als de waarde is bereikt,
dan springt de indicatie weer op
(uit).
Hoofdschakelaar ( uitschakelen, de
instelwaarde is opgeslagen.
–Deur sluiten.
Uitschakelen van het apparaat
Korte tijd na afloop van het programma:
Deur openen.
Hoofdschakelaar ( uitschakelen.
Kraan dichtdraaien (niet bij Aqua-Stop).
Na afkoeling het serviesgoed uit het
apparaat halen.
ã=Waarschuwing
Om na afloop van het programma het
serviesgoed uit te ruimen: de deur
helemaal openen en niet op een kier laten
staan. Eventueel nog ontsnappende
waterdamp kan gevoelige werkbladen
beschadigen.
nl
18
Onderbreken van het programma
Deur openen.
Hoofdschakelaar ( uitschakelen.
De indicatielampjes gaan uit. Het
programma blijft in het geheugen
opgeslagen.
Als bij aansluiting op warm water of als
het apparaat al is opgewarmd de deur
van het apparaat geopend werd,
de deur eerst een paar minuten
op een kier laten staan en dan pas
dichtdoen. Anders kan de deur van het
apparaat door expansie (overdruk)
openspringen of water uit het apparaat
komen.
Om het programma voort te zetten:
hoofdschakelaar ( weer
inschakelen.
–Deur sluiten.
Afbreken van het programma
(Reset)
Deur openen.
–Programmatoetsen# en 3
tegelijkertijd ca. 3 seconden indrukken.
–Deur sluiten.
Het programma is na ca. 1 minuut
afgelopen. Op de cijferindicatie @
verschijnt .
Deur openen.
Hoofdschakelaar ( uitschakelen.
–Deur sluiten.
Wijzigen van het programma
Nadat het apparaat is ingeschakeld kan
binnen 2 minuten een ander programma
worden ingesteld.
Bij een latere programmawijziging worden
al gestarte programma-onderdelen
(bijv. reinigen) afgewerkt. De nieuwe
resttijd bestaat uit de resttijd van het
vorige programma-onderdeel en de resttijd
van het nieuw gekozen programma.
Intensief drogen
Tijdens het glansspoelen wordt
de temperatuur verhoogd waardoor het
droogresultaat wordt verbeterd.
De looptijd kan hierdoor iets verlengd
worden. (Wees voorzichtig met gevoelig
serviesgoed!)
Deur openen.
Programmatoets # ingedrukt
houden en de hoofdschakelaar (
net zolang indrukken tot
de cijferindicatie brandt.
Beide toetsen loslaten.
De indicatie van toets # knippert
en op de cijferindicatie @ brandt
de ingestelde waarde (uit) of
(aan).
Om de instelling te wijzigen:
Door indrukken van de toets # kunt
u het programma Intensief drogen in-
of uitschakelen .
Hoofdschakelaar ( uitschakelen.
De instelwaarde is opgeslagen.
–Deur sluiten.
nl
19
Regelmatige controle en onderhoud
van het apparaat dragen ertoe bij defecten
te voorkomen. Dit bespaart u tijd
en ergernis.
Algemene toestand
van de machine
Spoelruimte controleren
op kalkaanslag en vetresten.
Als u zulke aanslag aantreft:
afwasmiddelbakje met afwasmiddel
vullen. Het apparaat zonder
serviesgoed in het programma met
de hoogste afwastemperatuur starten.
Om het apparaat te reinigen alleen
speciaal voor afwasautomaten geschikte
afwas-/schoonmaakmiddelen gebruiken.
Deurafdichting regelmatig
met een vochtig doekje afnemen.
Gebruik bij het reinigen van uw
afwasautomaat nooit een stoomreiniger.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor eventuele gevolgen.
De voorkant van het apparaat en het
bedieningspaneel regelmatig
met een vochtig doekje afnemen. Water
met een scheutje afwasmiddel is
voldoende. Geen schuursponsjes
gebruiken of schoonmaakmiddelen
met schuurmiddelen. Dit kan krassen
op de oppervlakken veroorzaken.
Bij roestvrijstalen apparaten geen
sponsjes gebruiken of deze anders vóór
het eerste gebruik een aantal keren
grondig uitspoelen om corrosie
te voorkomen.
ã=Waarschuwing
Gebruik nooit andere huishoudelijke
schoonmaakmiddelen die chloor bevatten!
Ze kunnen schadelijk zijn voor
de gezondheid!
Onthardingszout
en glansspoelmiddel
De bijvulindicaties X en `
controleren. Eventueel zout en/
of glansspoelmiddel bijvullen.
Zeven
De zeven 1J zorgen ervoor dat grove
etensresten in het spoelwater niet
in de afvoerpomp terechtkomen. Door
deze etensresten kunnen de zeven
verstopt raken.
Na elke afwasbeurt de zeven op
etensresten controleren en eventueel
reinigen.
Na het losdraaien van de grove
microzeef kunt u het zevensysteem
eruit halen.
Eventuele etensresten verwijderen en
de zeven onder stromend water
schoonmaken.
Zevensysteem in omgekeerde
volgorde weer erin zetten
en erop letten dat de gemarkeerde
pijlen na het sluiten tegenover elkaar
staan.
Schoonmaken en onderhoud
Grove microzeef
nl
20
Sproeiarmen
Kalk en etensresten in het afwaswater
kunnen de sproeiopeningen en de lagers
van de sproeiarmen 12 en 1:
blokkeren.
Sproeiopeningen van de sproeiarmen
op verstopping controleren.
Bovenste sproeiarm 12 eraf
schroeven.
De onderste sproeiarm 1: naar
boven eraf trekken.
Sproeiarmen onder stromend water
schoonmaken.
Sproeiarmen weer vastdrukken resp.
vastschroeven.
De ervaring leert dat veel storingen die in
het dagelijks gebruik optreden, door u zelf
verholpen kunnen worden. Hiermee
bespaart u natuurlijk kosten en bent u er
zeker van dat de machine snel weer
gebruikt kan worden. In het volgende
overzicht vindt u eventuele oorzaken van
de storingen en nuttige aanwijzingen om
deze te verhelpen.
Aanwijzing
Als het programma tijdens het afwassen
om onduidelijke redenen stopt: eerst de
functie Programma afbreken (Reset)
uitvoeren.
(zie hoofdstuk Afwassen)
ã=Waarschuwing
Denk eraan: reparaties mogen alleen door
een vakkundig monteur worden
uitgevoerd. Mocht het uitwisselen
van een onderdeel noodzakelijk zijn, let er
dan op dat alleen originele onderdelen
gebruikt worden. Ondeskundige reparatie
of gebruik van niet-originele onderdelen
kan aanzienlijke schade en gevaar voor
de gebruiker opleveren.
Storingen zelf verhelpen
nl
21
Afvoerpomp
Grove etensresten in het afwaswater die
niet door de zeven worden
tegengehouden, kunnen de afvoerpomp
blokkeren. Het afwaswater wordt dan niet
afgepompt en blijft boven de zeef staan.
In dit geval:
Altijd eerst de stekker uit het
stopcontact trekken resp de zekering
uitschakelen of losdraaien.
Zeven 1J eruit halen.
Water eruit scheppen, eventueel
met behulp van een spons.
Schroef aan de afdekking losdraaien
(Torx T 20) en de afdekking eraf halen.
Binnenruimte op vreemde voorwerpen
controleren en deze – indien nodig –
verwijderen.
Afdekking weer erin zetten en
vastschroeven.
Zeven weer erin zetten
en vastschroeven.
... bij het inschakelen
Het apparaat start niet.
Zekering van de huisinstallatie niet
in orde.
De stekker zit niet in het stopcontact.
De deur van het apparaat is niet goed
dicht.
... aan het apparaat
De onderste sproeiarm draait moeilijk.
Sproeiarm geblokkeerd.
De deur kan niet alleen moeilijk geopend
worden. *
Kinderbeveiliging is geactiveerd.
De gebruiksaanwijzing voor
de deactivering bevindt zich
achterinindeomslag.
* Afhankelijk van het model
Deksel van het afwasmiddelbakje kan
niet gesloten worden.
Afwasmiddelbakje te vol
of mechanisme door vastgeplakte
afwasmiddelresten geblokkeerd.
Afwasmiddelresten
in het afwasmiddelbakje.
Afwasmiddelbakje was tijdens het
vullen vochtig.
Indicatie „Watertoevoer controleren” P
brandt.
Kraan dicht.
Watertoevoer onderbroken.
Watertoevoerslang geknikt.
Zeef aan de kraan verstopt.
Apparaat uitschakelen
en de stekker uit het stopcontact
trekken.
Kraan dichtdraaien.
Zeef in de toevoerslang
schoonmaken.
Stroom weer inschakelen.
Kraan opendraaien.
Apparaat inschakelen.
1
2
Torx T20
nl
22
Na afloop van het programma blijft er
water in het apparaat staan.
Waterafvoerslang verstopt
of geknikt.
Waterafvoerpomp geblokkeerd,
afdekking van de waterafvoerpomp
niet vastgeklikt
(zie Afvoerpomp).
–Zeven verstopt.
Programma nog niet beëindigd.
Einde van het programma
afwachten of functie „Reset”
activeren.
Bijvulindicatie voor zout X en/
of glansspoelmiddel ` brandt niet.
Bijvulindicatie(s) uitgeschakeld.
Voldoende zout/glansspoelmiddel
aanwezig.
De navulindicatie voor speciaal zout X
brandt.
–Het zout ontbreekt.
Onthardingszout bijvullen.
... bij de afwas
Abnormale schuimvorming
Handafwasmiddel in het reservoir voor
glansspoelmiddel.
Gemorst glansspoelmiddel leidt tot
overmatige schuimvorming. Daarom
moet u het gemorste glansspoelmiddel
met een doekje verwijderen.
Het programma stopt tijdens de afwas.
Stroomtoevoer onderbroken.
Watertoevoer onderbroken.
Klappende geluiden van de vulventielen
Wordt veroorzaakt door de ligging
van de waterleiding maar heeft geen
invloed op het functioneren van het
apparaat. Deze geluiden kunnen niet
verholpen worden.
Klappende/kletterende geluiden tijdens
de afwas
De sproeiarm slaat tegen het
serviesgoed.
Het serviesgoed is niet goed
ingeruimd.
... aan het serviesgoed
Etensresten op het serviesgoed.
Serviesgoed te dicht op elkaar
ingeruimd, servieskorf te vol.
–Teweinig afwasmiddel.
Te zwak afwasprogramma gekozen.
Sproeiarmen konden niet ongehinderd
ronddraaien.
Sproeiers van sproeiarmen verstopt.
–Zeven verstopt.
Zeven verkeerd ingezet.
Afvoerpomp geblokkeerd.
Bovenste servieskorf rechts en links
niet op dezelfde hoogte erin gezet.
Er zijn resten thee of lippenstift
achtergebleven.
Het afwasmiddel heeft te weinig
bleekwerking.
Te lage afwaswatertemperatuur.
Te weinig/ongeschikt afwasmiddel.
Witte vlekken op het serviesgoed/de
glazen blijven melkkleurig.
Bij het gebruik van afwasmiddel zonder
fosfaat kan er bij hard leidingwater eerder
witte aanslag op het serviesgoed en
de binnenwanden van de machine
ontstaan.
Te weinig/ongeschikt afwasmiddel.
Te zwak programma gekozen.
Geen/te weinig glansspoelmiddel.
Geen/te weinig onthardingszout.
Onthardingsinstallatie
op een verkeerde waarde ingesteld.
Deksel van het zoutreservoir niet
vastgedraaid.
Neem contact op met de fabrikant van het
reinigingsproduct, vooral als:
het serviesgoed na afloop van het
programma erg nat is,
er kalkaanslag ontstaat.
Doffe, verkleurde glazen, aanslag kan
niet worden afgewassen.
Ongeschikt afwasmiddel.
Glazen niet geschikt voor
afwasmachine.
nl
23
Strepen op glazen en bestek, glazen zien
er metaalachtig uit.
Te veel glansspoelmiddel.
Verkleuringen op kunststof delen.
Te weinig/ongeschikt afwasmiddel.
Te zwak programma gekozen.
Roestsporen op het bestek.
Bestek niet roestbestendig.
Zoutgehalte in het afwaswater te hoog
doordat het deksel van het
zoutreservoir niet goed is vastgedraaid
of bij het bijvullen zout gemorst werd.
Serviesgoed niet droog.
De deur van het apparaat werd
te vroeg geopend en het serviesgoed
werd er te snel uitgehaald.
Een programma zonder drogen
gekozen.
Te weinig/ongeschikt
glansspoelmiddel.
Intensief drogen activeren.
Het gecombineerde afwasmiddel heeft
een slechte droogcapacitiet.
Glansspoelmiddel gebruiken (instelling
zie hoofdstuk Glansspoelmiddel).
Als u de storing niet zelf kunt verhelpen,
neem dan contact op met de
Servicedienst. De contactgegevens van de
dichtstbijzijnde Servicedienst vindt u op de
achterkant van deze gebruiksaanwijzing of
in de bijgesloten lijst met
Servicedienstadressen. Geef aan
de Servicedienst typenummer (ENr. = 1)
en het FD-nummer (FD = 2) op. U vindt
deze gegevens op het typeplaatje 9*
op de deur van het apparaat.
Vertrouw op de deskundigheid van de
fabrikant. Neem contact met ons op. U
bent er dan van verzekerd dat de reparatie
door ervaren technici wordt uitgevoerd die
gebruik maken van de originele
reserveonderdelen voor uw apparaat.
Servicedienst
1
2
FD
nl
24
Om de afwasautomaat goed te laten
functioneren moet hij vakkundig worden
aangesloten. De gegevens
van watertoevoer en waterafvoer en
de elektrische aansluitwaarden moeten
met de vereiste criteria overeenkomen
zoals deze in de volgende alinea’s resp.
in het montagevoorschrift zijn beschreven.
Bij de montage de juiste volgorde
van de handelingen aanhouden:
Bij aflevering controleren
–Plaatsen
Aansluiten op de waterafvoer
Aansluiten op de watertoevoer
Elektrische aansluiting
Veiligheidsvoorschriften
Het apparaat volgens het installatie-
en montagevoorschrift plaatsen
en aansluiten.
Tijdens het installeren mag
de afwasautomaat niet op het
elektriciteitsnet zijn aangesloten.
Overtuig u ervan dat het
aardingssysteem van de elektrische
huisinstallatie volgens
de elektrotechnische voorschriften is
geïnstalleerd.
De elektrische aansluitvoorwaarden
moeten overeenkomen met
de gegevens op het typeplaatje 9*
van de afwasautomaat.
Als de elektrische aansluitkabel
van het apparaat beschadigd wordt,
dan moet deze door een speciale
aansluitkabel vervangen worden.
Om gevaren te voorkomen mag deze
alleen door de Servicedienst
vervangen worden.
Als de afwasmachine in een hoge kast
moet worden ingebouwd, dan moet
deze volgens de voorschriften
bevestigd worden.
Voor een goede stabiliteit van het
apparaat mogen integreerbare
of onderbouwapparaten alleen onder
een doorlopend werkblad worden
ingebouwd dat aan de kasten ernaast
is vastgeschroefd.
Het apparaat niet in de buurt
van een warmtebron (radiator, boiler,
fornuis of andere apparaten die
warmte afgeven) installeren en niet
onder een kookplateau inbouwen.
Na het plaatsen van het apparaat moet
de stekker gemakkelijk te bereiken
zijn.
–Bijsommige modellen:
In de kunststof behuizing aan
de wateraansluiting bevindt zich
een elektrisch ventiel,
in de toevoerslang bevinden zich
de aansluitingsleidingen. De slang niet
doorsnijden, de kunststof behuizing
niet in water onderdompelen.
ã=Waarschuwing
Als het apparaat niet in een nis staat
waardoor een zijwand toegankelijk is, dan
moeten de deurscharnieren om
veiligheidsredenen aan de zijkant afgedekt
worden (kans op verwondingen).
De afdekkingen zijn als extra toebehoren
tegen meerprijs bij de Servicedienst
of bij uw leverancier verkrijgbaar.
Aflevering
Uw afwasmachine werd in de fabriek
grondig gecontroleerd op correct
functioneren. Hierbij zijn kleine
watervlekken achtergebleven. Deze zijn
na de eerste afwas verdwenen.
Installatie
nl
25
Technische gegevens
Gewicht:
max. 53 kg
Spanning:
230 V, 50 Hz
Aansluitwaarde:
2,3 kW
Zekering:
10/13 A
Waterdruk:
minimaal 0,05 MPa (0,5 bar), maximaal
1MPa (10bar). Bijhogere waterdruk:
een drukreduceerventiel ervoor installeren.
Hoeveelheid binnenstromend water:
minimaal 10 liter per minuut.
Temperatuur van het water:
Koud water, bij warm water max.
temperatuur 60 °C.
Plaatsing
De vereiste inbouwmaten vindt u in het
montagevoorschrift. Het apparaat
met behulp van de verstelbare voetjes
waterpas zetten. Let erop dat het apparaat
stevig staat.
Geïntegreerde
en onderbouwapparaten die
naderhand als vrijstaand apparaat
worden opgesteld, moeten beveiligd
worden tegen kantelen, bijv. door
vastschroeven aan de wand of door
inbouw onder een doorlopend
werkblad dat aan de kasten ernaast is
vastgeschroefd.
Het apparaat kan zonder problemen
tussen wanden van hout
of kunststof in een rij keukenmeubelen
worden ingebouwd. Als de stekker niet
gemakkelijk bereikbaar is, dan moet
er volgens de veiligheidsvoorschriften
een meerpolige scheidingsinstallatie
met een contactopening van minimaal
3 mm aanwezig zijn.
Aansluiten op de waterafvoer
De noodzakelijke handelingen vindt
u in het montagevoorschrift. Eventueel
een sifon met aansluitnippel monteren.
–Afvoerslang metbehulp
van de meegeleverde onderdelen
op de aansluitnippel van de sifon
aansluiten.
Let erop dat de waterafvoerslang niet
geknikt, ingedrukt of ineen gestrengeld
is en dat een stop in de afvoer het
wegstromen van het water niet
belemmert!
Aansluiten op de watertoevoer
Aansluiting volgens het
montagevoorschrift. De toevoerslang
met behulp van de meegeleverde
onderdelen op de kraan aansluiten.
Let erop dat de toevoerslang niet
geknikt, platgedrukt
of ineengestrengeld is.
Bij vervanging van het apparaat moet
altijd een nieuwe watertoevoerslang
in gebruik worden genomen.
Waterdruk:
minimaal 0,05 MPa (0,5 bar), maximaal
1 MPa (10 bar). Bij hogere waterdruk:
een drukreduceerventiel ervoor installeren.
Hoeveelheid binnenstromend water:
minimaal 10 liter per minuut.
Temperatuur van het water:
Bijvoorkeur koud water, bijwarm water
max. temperatuur 60 °C.
nl
26
Elektrische aansluiting
Het apparaat uitsluitend via
een volgens de voorschriften
aangebracht, randgeaard stopcontact
op 230 V en 50 Hz wisselstroom
aansluiten. Zie het typeplaatje 9*
voor de vereiste zekering.
Het stopcontact moet zich in de buurt
van het apparaat bevinden en ook na
het inbouwen gemakkelijk bereikbaar
zijn.
Veranderingen in de aansluiting mogen
alleen door een vakkundig monteur
worden uitgevoerd.
Een verlenging van de elektrische
aansluitkabel mag alleen door
de Servicedienst geleverd worden.
Bij gebruik van een aardlekschakelaar
mag alleen een type met het teken
geïnstalleerd worden. Alleen deze
voldoet aan de nu geldende
voorwaarden.
Demontage
Neem ook hier de volgorde
van de handelingen in acht.
Apparaat van het elektriciteitsnet
loskoppelen.
Kraan dichtdraaien.
Aansluiting op de waterafvoer en -
toevoer loskoppelen.
Bevestigingsschroeven onder het
werkblad eruit draaien.
De plint – indien aanwezig –
demonteren.
Apparaat eruit halen
en daarbij de slang voorzichtig naar
voren trekken.
Transport
Afwasmachine leeg laten lopen en losse
onderdelen vastzetten.
Het apparaat in de volgende stappen
legen:
Kraan opendraaien.
Deur openen.
Hoofdschakelaar ( inschakelen.
Programma + kiezen.
Op de cijferindicatie @ verschijnt
de vermoedelijke duur van het
programma.
–Deur sluiten.
Programma start.
Na ca. 4 minuten de deur openen.
Het programma door gelijktijdig
indrukken van de toetsen # en 3
beëindigen.
–Deur sluiten.
Na ca. 1 minuut de deur openen.
Op de cijferindicatie verschijnt .
Hoofdschakelaar ( uitschakelen
en de kraan dichtdraaien.
Apparaat alleen rechtop vervoeren
(om te voorkomen dat resterend water
in het besturingsmechanisme terechtkomt
wat tot een verkeerd
programmaverloop leidt).
Bescherming tegen vorst
Als het apparaat in een voor vorst
gevoelige ruimte staat
(bijv. in een vakantiehuisje), dan moet
u het apparaat helemaal leeg laten lopen
(zie Transport).
Kraan dichtdraaien, toevoerslang
losmaken en laten leeglopen.
nl
27
Zowel de verpakking van het nieuwe
apparaat als het oude apparaat bevat
waardevolle grondstoffen en materiaal dat
hergebruikt kan worden.
De afzonderlijke delen a.u.b. gesorteerd
afvoeren.
U kunt bij uw leverancier
of bij de gemeente informeren hoe u uw
oude apparaat en het
verpakkingsmateriaal kunt (laten)
afvoeren.
Verpakking
Alle kunststof delen van het apparaat zijn
gemerkt met een gestandaardiseerd
afkortingsteken (bijv. >PS< polystyreen).
Hierdoor is bij het afvoeren van het
apparaat een scheiding per soort
van de kunststof afvaldelen mogelijk.
Neem a.u.b. de aanwijzingen voor
de veiligheid onder „Bij levering” in acht.
Uw oude apparaat
Neem a.u.b. de aanwijzingen voor
de veiligheid onder „Bij het afvoeren”
in acht.
Afvoeren van de verpakking
en van uw oude apparaat
Dit apparaat is gekenmerkt
in overeenstemming met
de Europese richtlijn 2002/96/EC
afgedankte elektrische
en elektronische apparatuur (waste
electrical and electronic equipment
– WEEE). De richtlijn geeft het
kader aan voor de in de EU
geldende terugname
en verwerking van oude
apparaten.
)
Wijzi
g
in
g
en voorbehouden.
Kinderbeveiliging (deurvergrendeling)*
40 Kinderbeveiliging activeren.
41 Deur openen bij geactiveerde
kinderbeveiliging.
42 Kinderbeveiliging deactiveren.
Zorg dat de deur van het apparaat altijd
goed gesloten is als u het apparaat verlaat.
Alleen zo kunt u uw kinderen tegen
eventuele gevaren beschermen.
Bakplaat-sproeikop*
Grote bakplaten ofroosters enborden meteendoorsnede vanmeer dan 30 cm
(gourmetborden, pastaborden, onderborden) kunt umetbehulp vandeze sproeikop
reinigen. Hiertoe debovenste servieskorf eruit halen en desproeikopzoals afgebeeld
erinzetten.
*niet bijalle modellen
Deafwasautomaat altijd met debovenste servieskorf ofdebakplaat-sproeikopgebruiken!
Debakplaten zoals afgebeeld inruimen zodat desproeistraal alle delen kan bereiken
(maximaal 2 bakplaten en2 roosters).
NL
De contactgegevens in alle landen vindt u in de bijgesloten
lijst met Servicedienstadressen.
Tijdens het gebruik vanhet apparaat hoeft uer inprincipe
niet bijteblijven resp. na het gebruik om veiligheidsredenen
dekraan dicht tedraaien. Alleen bijlangere afwezigheid,
bijv. als ueenpaar weken opvakantie gaat, moet dekraan
worden dichtgedraaid.
Voorwaarde voor aanspraak opgarantie is dat het apparaat
metAqua-Stopvakkundig enovereenkomstig ons
installatievoorschrift is opgesteld enaangesloten. Hiertoe
behoort ook devakkundig gemonteerde verlenging van
deAqua-Stop(origineel toebehoren). Onze garantie heft
geen betrekking opdefecte toevoerleidingen ofarmaturen
tot aan deAqua-Stop-aansluiting opdekraan.
Deze aansprakelijkheidsgarantie geldt voor delevensduur
vanhet apparaat.
Alsdoor eenfout inons Aqua-Stop-systeem waterschade
wordt veroorzaakt, vergoeden wij deschade aan particuliere
gebruikers. Omhet waterbeveiligingssysteem tegaranderen
moet het apparaat ophet elektriciteitsnet zijn aangesloten.
Alsaanvulling opdegarantie-aanspraken tegenover deverkoper
indekoopovereenkomst enals aanvulling oponze garantie
ophet apparaat wordt uschadeloos gesteld als aan onderstaande
voorwaarden wordt voldaan:
1.
2.
3.
4.
Internet: www.siemens-home.com
AQUA-STOP-garantie
Siemens-Electrogeräte GmbH
Carl-Wery-Straße 34, 81739 München
(vervalt bijapparaten zonder Aqua-Stop)
nl
Verzoek om reparatie en advies bij storingen
B
070 333 1234
070 222 142
9000 210 890 nl (9003)
450I
4

Brauchen Sie Hilfe? Stellen Sie Ihre Frage.

Forenregeln

Missbrauch melden von Frage und/oder Antwort

Libble nimmt den Missbrauch seiner Dienste sehr ernst. Wir setzen uns dafür ein, derartige Missbrauchsfälle gemäß den Gesetzen Ihres Heimatlandes zu behandeln. Wenn Sie eine Meldung übermitteln, überprüfen wir Ihre Informationen und ergreifen entsprechende Maßnahmen. Wir melden uns nur dann wieder bei Ihnen, wenn wir weitere Einzelheiten wissen müssen oder weitere Informationen für Sie haben.

Art des Missbrauchs:

Zum Beispiel antisemitische Inhalte, rassistische Inhalte oder Material, das zu einer Gewalttat führen könnte.

Beispielsweise eine Kreditkartennummer, persönliche Identifikationsnummer oder unveröffentlichte Privatadresse. Beachten Sie, dass E-Mail-Adressen und der vollständige Name nicht als private Informationen angesehen werden.

Forenregeln

Um zu sinnvolle Fragen zu kommen halten Sie sich bitte an folgende Spielregeln:

Neu registrieren

Registrieren auf E - Mails für Siemens sf 64t354eu wenn:


Sie erhalten eine E-Mail, um sich für eine oder beide Optionen anzumelden.


Das Handbuch wird per E-Mail gesendet. Überprüfen Sie ihre E-Mail.

Wenn Sie innerhalb von 15 Minuten keine E-Mail mit dem Handbuch erhalten haben, kann es sein, dass Sie eine falsche E-Mail-Adresse eingegeben haben oder dass Ihr ISP eine maximale Größe eingestellt hat, um E-Mails zu erhalten, die kleiner als die Größe des Handbuchs sind.

Ihre Frage wurde zu diesem Forum hinzugefügt

Möchten Sie eine E-Mail erhalten, wenn neue Antworten und Fragen veröffentlicht werden? Geben Sie bitte Ihre Email-Adresse ein.



Info