nl Plaatsen en aansluiten
62
Warmwateraansluiting *
War mwat er aans l ui t i ng
* afhankelijk van de uitrustingsvariant
van uw afwasautomaat
De afwasautomaat kan op koud of
warm water tot max. 60 °C worden
aangesloten. De aansluiting op warm
water wordt aanbevolen als dit uit een
energetisch gunstige
warmwaterbereiding en een geschikte
installatie ter beschikking staat, bijv. een
zonneënergie-installatie met
circulatieleiding. Hiermee bespaart
energie en tijd. Met de instelling
„Warmwater” kunt u uw afwasautomaat
optimaal instellen op gebruik met warm
water. Wij adviseren hierbij een
watertemperatuur (temperatuur van het
instromende water) van minimaal 40 °C
en maximaal 60 °C. De aansluiting op
warm water wordt niet aanbevolen als
het water uit een elektrische boiler ter
beschikking wordt gesteld.
Om de instelling te wijzigen:
1. Deur openen.
2. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen.
3. Infotoets {8 3 seconden
ingedrukt houden tot het
indicatievenster bovenaan @ de
volgende tekst weergeeft:
Bladeren met < >
Instellen met - +
Verlaten met Setup 3 sec.
4. Meermaals op de toets > )R
drukken, tot Wateraansluiting
verschijnt op het indicatievenster
boven @.
5. Met de insteltoetsen + -` de
instelling maken.
6. Infotoets {8 3 seconden
indrukken.
De instelwaarde is opgeslagen.
Elektrische aansluiting
■ Het apparaat uitsluitend via
een volgens de voorschriften
aangebracht, randgeaard
stopcontact op 220 V tot 240 V
en 50 Hz of 60 Hz aansluiten. Zie
het typeplaatje 9J voor de vereiste
zekering.
■ Het stopcontact moet zich in de
buurt van het apparaat bevinden en
ook na het inbouwen goed
bereikbaar zijn.
Als de stekker na het inbouwen niet
gemakkelijk bereikbaar is, dan moet
er volgens
de veiligheidsvoorschriften
een meerpolige scheidingsinstallatie
met een contactopening
van minimaal 3 mm aanwezig zijn.
■ Veranderingen in de aansluiting
mogen alleen door een vakkundig
monteur worden uitgevoerd.
■ Een verlenging van de elektrische
aansluitkabel mag alleen door
de Servicedienst geleverd worden.
■ Bij gebruik
van een aardlekschakelaar mag
alleen een type met het teken ‚
geïnstalleerd worden. Alleen deze
voldoet aan de nu geldende
voorwaarden.
■ Het apparaat is voorzien
van een waterbeveiligingssysteem.
Let op: het functioneert alleen als
het apparaat op de stroom is
aangesloten.