6
nl
Stellen van het apparaat
Het apparaat moet stevig en waterpas op de
vier voetjes staan en mag niet wankelen.
Indien nodig het apparaat met de verstelbare
voetjes in een stabiele positie brengen.
m De contramoeren van de voetjes losdraaien.
m De hoogte van de voetjes corrigeren.
m De contramoeren stevig vastdraaien om te
voorkomen dat de hoogte van de voetjes
weer ongemerkt veranderen.
Wateraansluiting (afb. 3)
Voor de watertoevoer is een in het huishouden
gebruikelijke koudwater-toevoerslang benoĆ
digd (inclusief twee slangen bij warmwater-moĆ
dellen) met een waterdruk van minimaal 1 bar.
Als de waterdruk hoger is dan 10 bar, dan moet
tussen het apparaat en de watertoevoer een
drukreduceer-ventiel geïnstalleerd worden.
Het apparaat moet met nieuwe toevoerslanĆ
gen aan de waterleiding worden aangesloĆ
ten. De oude toevoerslangen mogen niet
meer gebruikt worden.
Het apparaat nooit op de mengkraan van een
drukloze geiser of boiler aansluiten! In geval
van twijfel het apparaat door een vakkundig
monteur laten plaatsen en op de waterleiding
en waterafvoer laten aansluiten.
De aansluitingen of verbindingen
tussen het apparaat en de waterleiding staan
onder de volle waterdruk. Controleer op
dichtheid door de kraan tot de aanslag open
te draaien!
Om te reinigen alleen de zeef die zich aan het
uiterste einde van het magneetventiel beĆ
vindt, verwijderen (zie Schoonmaken/onderhoud/
vorstbeveiliging"). De andere zeef die aan de
kraan is vastgeschroefd, wordt in de slang
zelf gereinigd (niet afneembaar).
Om eventuele schade of zelfs overstroming
door naar buiten komend water te voorkoĆ
men: de kraan na een wasprogramma en bij
langere afwezigheid altijd dichtdraaien.
De kunststof contramoeren aan de slangverĆ
bindingen alleen met de hand vastdraaien.