ʋ
ʋ
a
Aanwijzingen omtrent wasgoed ...
Identificatie van textiel
De onderhoudsinstructies van de producent aanhouden!
(cDrogen met normale temperatuur.
'cDrogen met lage temperatuur a extra Voorzichtig kiezen.
)cNiet machinaal drogen.
Absoluut veiligheidsinstructies blz. 13 aanhouden!
Het volgende textiel bijvoorbeeld niet in de droogautomaat drogen:
– Niet luchtdoorlatend textiel (bijv. met rubberlaag).
– Gevoelige stoffen (zijde, synthetische vitrages) a Kreukvorming!
– Met olie verontreinigd wasgoed.
Tips voor het drogen
– Voor een gelijkmatig droogresultaat: wasgoed sorteren op weefsel en droogprogramma.
– Zeer klein wasgoed (bijv. babysokjes) altijd samen met groter wasgoed (bijv. handdoek)
drogen.
– Ritssluitingen dichtdoen, haken en ogen sluiten, overtrekken dichtknopen.
ceintuurs van stof, schortbanden enz. samenbinden.
– Kreukherstellend wasgoed niet te droog laten worden a kans op kreuken!
Wasgoed in de frisse lucht laten nadrogen.
– Wol niet in de droger drogen, alleen opfrissen a blz. 7 Programma Wol finish.
– Wasgoed na het drogen niet direct strijken, enige tijd op elkaar laten liggen
a Restvocht verdeelt zich dan gelijkmatig.
– Het droogresultaat hangt af van het soort water dat tijdens het wassen wordt gebruikt. a
Fijninstelling van de droogresultaten, blz. 6.
– Geweven textiel (bijv. T-shirts, tricot) krimpt vaak bij de eerste keer drogen.
aNiet het programma Kastdroog Extra gebruiken.
– Gesteven wasgoed is slechts in beperkte mate geschikt voor de droger. a Stijfsel laat een
laagje achter dat invloed heeft op het drogen.
– Wasverzachter bij het wassen van de te drogen volgens opgave van de fabrikant doseren.
– Voor voorgedroogd, meerlaags textiel of afzonderlijke kleine stukken wasgoed het
tijdprogramma gebruiken. Ook geschikt voor nadrogen.
Milieubescherming / Besparingstips
– Voorafgaande aan het drogen het wasgoed in de wasmachine grondig centrifugeren.
a Hoge centrifugetoerental verkorten de droogtijd en verlagen het energieverbruik, ook
kreukherstellend wasgoed centrifugeren.
– Maximaal aanbevolen vulgewicht benutten, maar niet overschrijden
a Programma-overzicht blz. 7.
– Tijdens het drogen de ruimte goed ventileren.
– Luchtinlaat niet afsluiten of dichtplakken.
Toetssignalen
Innstilling av volumet for tastesignaler
Beschikbare waarden: 0 (uit), 1 (zacht), 2 (normaal), 3 (luid).
1 x naar
rechts
Voorzichtig ingedrukt
houden en 2 x naar rechts
Start/Pauze zo vaak indrukken,
tot gewenste volume is bereikt
Op Uit
instellen
Op Uit
instellen
a
a
a
Wat u absoluut moet aanhouden ...
Uw droger is bijzonder energiezuing en kenmerkt zich in technisch opzicht door een
koudekringloop, die net als bij een koelkast, energie doelmatige gebruikt.
De warmtewisselaar van de droger wordt bij het drogen automatisch gereinigd.
Pluizenfilter en filter in het condenswaterreservoir moeten regelmatig gereinigd worden.
De droger nooit gebruiken zonder de pluizenfilters en zonder filter in het condenswaterre-
servoir!
ʑ
Pluizenfilter
Bij het drogen worden pluizen en haren uit het wasgoed in het pluizenfilter opgevangen.
Verstopt pluizenfilters kunnen de warmtewisselaar hinderen in het goed functioneren.
Daarom moet het pluizenfilter absoluut na elke droogcyclus worden gereinigd. Regelmatig
afspoelen onder stromend watera blz. 4.
ʑ
Filter in condenswaterreservoir
Filter in condenswaterreservoir reinigt het condenswater. Dit condenswater is nodig voor de
automatische reiniging. Het filter moet regelmatig onder stromend water worden gereinigd.
Leeg het condenswaterreservoir is nodig voor de reiniging van het filter a blz. 4/9.
ʑ
Textiel
Geen textiel drogen dat in aanraking is geweest met oplosmiddelen, olie, was, vet of verf:
bijv. haarlak, nagellak-remover, vlekkenverwijderaar, wasbenzine, etc.
Zakken van het textiel legen.
Geen textiel drogen dat geen lucht doorlaat.
Sterk pluizend wasgoed vermijden.
Wol alleen opfrissen in wolprogramma.
Fijninstelling van de droogresultaten
Instelling van de stappen van de drogingsgraden
1 x naar
rechts
Voorzichtig gekozen houden
5 stappen naar rechts
Voorzichtig indrukken
tot de gewenste stap
Op Uit
zetten
Op Uit
zetten
L:00, L:01, L:02, L:03 worden achter elkaar weergegeven
Kort signaal bij wijziging van L:03 in L:00, lang signaal -
andere gevallen.