12
Wat te doen wanneer ...
ʠ
Indicatielampje ¡(Pluizenfilter)
knippert.
Pluizenfilter reinigen a blz. 4/8.
Op toets Start/Pauze indrukken, om de weergegeven informatie te resetten en
aansluitend de toets Start/Pauze opnieuw indrukken, om het apparaat
eventueel opnieuw te starten.
ʠ
Op het display verschijnt SELF
CLEANING
.
Geen storing. Automatische reiniging van de warmtewisselaar.
Het Condenswaterreservoir niet legen.
ʠ
Droogautomaat start niet. Toets Start/Pauze gekozen?
Deur gesloten?
Programma ingesteld?
ʠ
Afbreken van het programma kort na
de start.
Omgevingstemperatuur hoger dan 5°C?
Wasgoed in het apparaat gelegd?
Te geringe belading voor het gekozen programma?/Tijdprogramma gebruiken
ablz. 6/7.
Geplaatst wasgoed droog?
ʠ
Water ontsnapt. Droogautomaat horizontaal stellen.
ʠ
Deur opent vanzelf. Deur dichtdrukken tot deze hoorbaar vastklikt.
ʠ
Kreukvorming. Beladingshoeveelheid overschreden?
Kledingstukken na afronding van het programma direct uitnemen, ophangen en in
vorm trekken.
Niet aangepast programma gekozen a blz. 7.
ʠ
Wasgoed wordt niet goed droog of is
nog te vochtig.
Warm wasgoed voelt na het einde van het programma vochtiger aan dan het
daadwerkelijk is. Spreid het wasgoed uit en laat de warmte ontspannen.
Stel het droogdoel verder in, daardoor wordt de droogtijd langer, maar verhoogt de
temperatuur niet. Uw wasgoed wordt droger.
Kies een programma met een lagere droogtijd of verhoog het droogdoel. De
temperatuur wordt daarbij niet hoger.
Kies een tijdprogramma voor het nadrogen van nog vochtig wasgoed.
Heeft u de maximale beladingshoeveelheid van het programma overschreden, dan
kan de was niet goed gedroogd worden.
Reinig de vochtigheidssensor in de trommel. Een dunnen kalklaag kan de
sensoren beïnvloeden en uw wasgoed wordt niet goed droog.
Het droogproces werd afgebroken door een stroomstoring, een vol
condenswaterreservoir of door het overschrijden van de maximale droogtijd.
ʠ
Droogtijd te lang. Pluizenfilter onder stromend water reinigen a blz. 4/8.
Onvoldoende luchttoevoer a voor luchtcirculatie zorgen.
Eventueel luchtinlaat verstopt a Luchtinlaat reinigen a blz. 9.
Omgevingstemperatuur hoger dan 35°C a Ventileren.
ʠ
Eén of meer indicatielampjes
knipperen.
Pluizenfilter reinigen a blz. 4,8/12.
Plaatsingscondities controleren a blz. 9.
Uitschakelen, laten afkoelen, weer inschakelen en programma opnieuw starten.
ʠ
Stroomstoring. Wasgoed direct uit de droogautomaat halen en uitspreiden. Warmte kan
ontsnappen. Voorzichtig: deur, trommel en wasgoed kunnen heet zijn.
ʠ
Af en toe extra geluiden of trillingen. Geen fout.
Normale geluiden a blz. 11.
ʠ
Luid bromgeluid gedurende enkele
seconden.
Condenswaterreservoir volledig ingeschoven? a Condenswaterreservoir
volledig inschuiven.
Geen storing. Normale geluiden a blz. 11.
Programmakiezer op Uit zetten en stekker
uit het stopcontact halen.
Servicedienst
Wanneer een storing niet zelf kan worden opgelost (bijv. door uit-/inschakelen) a Wat te doen wanneer..., blz. 12, neem dan
contact op met onze Servicedienst. Wij vinden altijd een passende oplossing, ook om onnodig bezoek van een monteur te
voorkomen.
De contactgegevens voor de dichtstbijzijnde Servicedienst kunt u vinden in het meegeleverde overzicht.
– NL 088 424 4020
– B 070 222 142
Geef a.u.b. aan de Servicedienst het typenummer (E-Nr.) en het fabricagenummer (FD) van het apparaat door.
Typenummer Fabricagenummer
Deze informatie vindt u: aan de binnenzijde van de deur* / in de
geopende serviceklep* en op de achterzijde van het apparaat.
* afhankelijk van model
Vertrouw op de competentie van de fabrikant. Neem contact met ons op en waarborg zo dat de reparatie door getrainde
servicemonteurs wordt uitgevoerd, die beschikken over originele reservedelen.
Veiligheidsinstructies
Noodgeval
– Direct de stekker uit het stopcontact trekken of zekering onderbreken.
Droogautomaat
ALLEEN...
– in binnenruimten binnen het huishouden gebruiken.
– voor het drogen van textiel gebruiken.
Droogautomaat
NOOIT...
– voor andere doeleinden dan hiervoor genoemd gebruiken.
– voor wat betreft techniek of eigenschappen veranderen.
Gevaren
– Kinderen en niet geïnstrueerde personen mogen de droogautomaat niet gebruiken.
– Kinderen niet zonder toezicht bij de droogautomaat laten!
– Huisdieren op afstand van de droogautomaat houden!
– Alle voorwerpen uit zakken van het textiel verwijderen. Let met name op aanstekers a Explosiegevaar!
– Niet op de deur leunen of zitten a gevaar voor kantelen!
Installatie
– Losse kabels bevestigen a Struikelgevaar!
– Droogautomaat bij kans op vorst niet gebruiken.
Elektrische
aansluiting
– Droogautomaat conform de voorschriften aansluiten op een wisselspanningsstopcontact met randaarde, omdat
anders de veiligheid niet is gewaarborgd.
– Aderdiameter moet voldoende zijn.
– Alleen aardlekschakelaars met dit symbool gebruiken:
– Netstekker en stopcontact moeten bij elkaar passen.
– Geen stekkerdozen/-koppelingen en/of verlengsnoeren gebruiken.
– Netstekker niet met vochtige handen vastpakken a elektrocutiegevaar!
– Netstekker nooit aan de kabel uit het stopcontact trekken.
– Netkabel niet beschadigen a elektrocutiegevaar!
Gebruik
– Doe uitsluitend wasgoed in de trommel. Controleer de inhoud voordat u de droogautomaat inschakelt!
– Droogautomaat niet gebruiken, wanneer de was met oplosmiddel, olie, was, vet of verf in aanraking is gekomen (bijv.
haarversteviger, nagellakremover, vlekkenverwijderaar, wasbenzine, enz.) a brand-/explosiegevaar!
– De droogautomaat mag niet worden gebruikt, wanneer industriële chemicaliën zijn gebruikt voor de reiniging.
– Gevaar door stof (bijv. kolenstof, meel): droogautomaat niet gebruiken a Explosiegevaar!
– De droger nooit voor het einde van de droogcyclus uitschakelen, behalve wanneer al het wasgoed direct wordt
uitgenomen en uitgespreid, zodat de wamte kan worden afgegeven.
– Droogautomaat niet gebruiken, wanneer het wasgoed schuimstof/-rubber bevat a elastisch materiaal kan
beschadigd raken en de droogautomaat kan door mogelijke vervorming van het schuimmateriaal beschadigd
worden.
– Zorg er bij het reinigen van de pluizenfilter voor dat er zich geen vreemde materialen (dons of vulmaterialen) in de
opening van het luchtkanaal raken. De trommel eventueel van te voren met een stofzuiger reinigen. Wanneer er toch
vreemd materiaal in het luchtkanaal komt, a neem contact op met de Servicediensta Brand-/explosiegevaar!
– Lichte objecten, zoals lange haren, kunnen in de luchtinlaat van de droogautomaat worden gezogen
aLetselgevaar!
– Het laatste deel van de droogcyclus wordt zonder warmte uitgevoerd (afkoelcyclus), om te waarborgen dat het
wasgoed op een temperatuur achterblijft, welke geen schade aan het wasgoed kan veroorzaken.
– Droogautomaat na afloop van het programma uitschakelen.
– Condenswater is geen drinkwater en kan met pluizen verontreinigd zijn.
Defect
– De droogautomaat bij een defect of het vermoeden van een defect niet gebruiken, reparatie alleen door de
Servicedienst.
– De droogautomaat bij defecte aansluitkabel niet gebruiken. Defecte aansluitkabel alleen door de Servicedienst laten
vervangen, om gevaren te voorkomen.
Reserve-
onderdelen
– Gebruik uit veiligheidsoverwegingen alleen originele reserve-onderdelen en -toebehoren.
Afvoeren
– Netstekker uit het stopcontact halen, daarna de aansluitkabel bij het apparaat doorsnijden. Bij milieustraat inleveren.
– De warmtewisselaar van de droogautomaat bevat in een hermetisch gesloten systeem, gefluoriseerd broeikasgas
(R134a) a volgens de voorschriften afvoeren. Vulgewicht: 0,22 kg.
– Verpakking: kinderen niet met de verpakking laten spelen a Verstikkingsgevaar!
– Alle materialen zijn milieuvriendelijk en recyclebaar. Milieuvriendelijk afvoeren.