Batterijen
Als stroombron voor deze flitser dienen 4 “AA” Alkaline batterijen van 1,5 Volt te worden gebruikt. Ook kunnen
oplaadbare Ni-Cad of Ni-MH worden gebruikt. Hoewel mangaan batterijen eveneens bruikbaar zijn, raden wij
vanwege hun korte levensduur het gebruik hiervan niet aan. Wanneer het OK-lampje pas na 30 sec. oplicht dient
u de batterijen te vervangen of op te laden.
ڦ
Om zeker te zijn van een goed electrisch contact kunt de batterijpolen schoonmaken voor u de batterijen inlegt.
ڦ Ni-Cad batterijen hebben geen gestandaardiseerde contacten. Indien u Ni-Cad batterijen gebruikt dient u er op
te letten dat de polen goed contact maken met de contactpunten van de flitser.
ڦ Gebruik altijd 4 batterijen van hetzelfde merk en type en gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar,
anders bestaat het risico van explosie, lekkage over oververhitting.
ڦ
Sluit de batterijen niet kort en haal ze niet uit elkaar. Stel ze ook niet bloot aan vuur of water, want dan kunnen ze
exploderen. Probeer geen normale batterijen op te laden; dit is alleen mogelijk met Ni-CD (oplaadbare) batterijen.
ڦ Verwijder de batterijen wanneer de flitser gedurende langere tijd niet zal worden gebruikt om eventuele
lekkage te voorkomen.
ڦ Bij lage temperaturen zal de werking van de batterijen achteruitgaan. Bewaar de batterijen goed beschermd
wanneer u de flitser bij koud weer gaat gebruiken.
ڦ
Het is aan te bevelen extra batterijen mee te nemen wanneer
U voor langere tijd weg gaat of bij opnamen bij koud weer.
Het inleggen van de batterijen
1.
Overtuig u ervan dat de flitser middels de hoofdschakelaar is
uitgeschakeld en schuif vervolgens het batterijdeksel open.
2.
Plaats vier AA batterijen in het batterijcompartiment. Let er op
dat de plus- en minpolen op de juiste wijze worden geplaatst
volgens de aanduiding in het batterijcompartiment.
3. Sluit vervolgens het deksel.
4.
Schakel de flitser in met behulp van de hoofdschakelaar.
5. Na enkele seconden zal het OK-lampje oplichten als teken dat de flitser voor gebruik gereed is.
6. Druk op de testknop om u ervan te overtuigen dat de flitser goed werkt.
Automatische uitschakeling
Indien de flitser enige tijd niet wordt gebruikt zal hij zich na ongeveer 240 sec. automatisch uitschakelen om
energie te sparen. Om de flitser weer in te schakelen drukt u op de testknop of druk de ontspanknop van de
camera half in. Let op: het automatische uitschakelen zal niet werken als de flitser in de “slave” stand staat.
Foutmeldingen
Indien de batterijspanning onvoldoende is, of wanneer de electrische informatieoverdracht tussen camera en flitser
niet correct geschiedt, zal op het LCD display de aanduiding “Er” knipperen. Wanneer dit gebeurt dient u de flitser uit
te schakelen en meteen weer aan. Indien de “Er” aanduiding wederom verschijnt dient u de batterijen te controleren.
Het afstellen van de flitskop
Depress the Bounce “Up and Down” Lock and Release Button, and
adjust the flash head to the desired position.
ۋ Druk de vergrendelknop (6) in en plaats de flitskop in de gewenste
positie. verschijnt op het LCD display indien u de flitser inschakelt
en de flitsknop in een niet correcte positie staat.
Het bevestigen en verwijderen van de flitser
Schakel de flitser met de hoofdschakelaar uit. Schuif
vervolgens het flitsvoetje van de flitser in het flitsschoentje
van de camera tot het vastklikt. ձ
ۋ Wanneer u de flitser bevestigt of verwijdert pak deze dan
bij de onderzijde vast om beschadiging van het flitsvoetje
of flitsschoentje te voorkomen.
ۋ Indien de ingebouwde flitser van de camera omhoog staat,
klap deze dan in vóór u de flitser op de camera aanbrengt.