De meeste vermogensmeters moeten regelmatige gekalibreerd worden, soms voor elke rit, om de juiste
meting te bepalen. Raadpleeg de instructies van de fabrikant om erachter te komen of dit het geval is met
jouw vermogensmeter.
Om de vermogensmeter te kalibreren, selecteer je het menu-item Kalibreren in het snelmenu (gestarte
training). Selecteer vervolgens Vermogensmeter.
Volg daarna de instructies op het display van de ROX 11.1 EVO. LET OP: Dit menu-item is alleen actief als
de vermogensmeter verbonden is.
Instellingen voor jouw vermogensmeter kun je rechtstreeks op de ROX 11.1 maken. Schakel hiervoor naar
het hoofdmenu wanneer de training is gestopt of niet is gestart door op de knop te drukken.
Selecteer vervolgens Instellingen ›Verbinden › Sensoren. Je vindt jouw vermogensmeter dan in de lijst
met verbonden sensoren. Biedt dit instelmogelijkheden voor de ROX 11.1 EVO, dan kun je naar het
instellingenmenu van de vermogensmeter gaan door op de knop te drukken. Afhankelijk van de
beschikbare instelmogelijkheden kun je vervolgens bijvoorbeeld de crank lengte of de automatische
kalibratie instellen.
VERMOGENSMETER KALIBREREN / INSTELLEN
KALIBREREN
DE VERMOGENSMETER INSTELLEN