- 26 -
S-Video
Bij het aansluiten van de dvd-speler op een tv-toestel via
S-Video, worden de helderheids- en kleursignalen gescheiden;
waardoor hogere beeldscherpte en een kleinere zogenaamde
„kleurruis“ wordt bereikt.
Kleurruis is de naam die is gegeven aan de interferentie van
de gekleurde, veelal sterk verzadigde delen van een video-
beeld door een onregelmatige, onrustige stoorstructuur.
Composite-Video
Videosignaal of FBAS-signaal; waarbij het gaat om een beeld-
signaal waarin kleur- en helderheidsinformatie gelijktijdig
worden doorgegeven.
Progressive Scan
Normaliter worden tv-toestellen en videoprojectors met zoge-
naamde „halve beelden“ aangestuurd. Hierdoor ontstaat een
duidelijk zichtbare lijnenstructuur. Progressive Scan daarentegen
houdt in dat er volledige beelden worden doorgegeven (bij de-
ze dvd-speler bij uitgang YPbPr), Progressive Scan-signalen kun-
nen alleen door daarvoor geschikte weergave-apparaten (vooral
grootbeeld-tv's en projectors) worden verwerkt. De beeld-
kwaliteit is echter aanzienlijk beter dan die van gebruikelijke
beeldsignalen.
YUV (Component Video Out)
YUV staat voor het componentsignaal, dat bij dit apparaat bij
uitgang YPbPR in de vorm van zogenaamde „halve beelden“
beschikbaar is; normaliter is dit het beste signaal voor de aan-
sturing van grootbeeld-tv's en projectors die geen Progressive
Scan-signalen kunnen verwerken. Evenals RGB-beeldoverd-
racht is YUV samengesteld uit drie gescheiden beeldsignalen:
• het helderheidssignaal „Y“ en
• de beide kleurverschilsignalen „Pb/Cb“ en „Pr/Cr“
Halve beelden (Interlaced)/volledige beelden (Progressive
Scan)
Een standaard tv-beeld is samengesteld uit 576 zichtbare lij-
nen; afwisselend worden na elkaar alle verticale en dan alle
horizontale beeldlijnen weergegeven, dus telkens een half
beeld. Daardoor kunnen er per seconde slechts 30 volledige
beelden (60 halve beelden) worden weergegeven. Deze tech-
niek wordt het „Interlace“-formaat genoemd.
In tegenstelling tot dit worden bij het zogenaamde
„Progressive Scan“-formaat telkens alle beeldlijnen weerge-
geven. Dat betekent dat er per seconde 60 volledige beelden
worden weergegeven, waardoor de totale beeldkwaliteit,
stilstaande beelden en tekst scherper overkomen.
Decoder
Het geluid op dvd's met surroundsound wordt in versleutelde
(gecodeerde) vorm op de dvd opgeslagen. Er bestaan ver-
schillende codeerformaten voor verschillende doeleinden,
bijvoorbeeld AC-3 voor de weergave van het Dolby Digital-
Surroundgeluid.
Om gecodeerd geluid weer te kunnen geven, moet het af-
speelapparaat (bijvoorbeeld de dvd-speler) resp. de hierop
aangesloten audiocomponenten (bijvoorbeeld surround-in-
stallaties) over een zogenaamde decoder beschikken, die de
gecodeerde signalen weer in muziek resp. geluid kan omzetten.
De Silvercrest KH 6510/KH 6511 DVD-speler beschikt over een
AC-3-decoder (voor Dolby Digital 5.1-Surround-geluidssignalen).
Dolby Surround
Dolby Surround is een analoog geluidsformaat, waarbij de
twee kanalen van een stereosignaal worden gebruikt om de
3D-informatie van andere kanalen in onder te brengen. Met
een Dolby Surround-decoder worden de signalen weer in ge-
luid resp. muziek omgezet en naar twee extra luidsprekers
gevoerd, die achter de luisterplaats staan opgesteld.
Dolby Prologic
In vergelijking met het Dolby Surroundsound-formaat wordt
bij Dolby Prologic een extra kanaal in het stereosignaal ge-
bruikt; het zogenaamde „Center“-kanaal. De bijbehorende
Center-luidspreker dient midden tussen de stereo-luidspre-
kers te worden opgesteld. De lage tonen worden naar een
bas-luidspreker, de zogenaamde „subwoofer“ gestuurd. De
subwoofer kan op elke willekeurige plaats in de ruimte wor-
den opgesteld; de reden daarvoor is, dat de door de subwoo-
fer weergegeven bastonen door het menselijk oor nauwelijks
kunnen worden gelokaliseerd.
Dolby Digital (5.1)
Dolby Digital, ook wel AC3 genoemd, is een digitaal geluids-
formaat, waarbij tot zes gescheiden audiokanalen kunnen
worden doorgegeven. Bij de meeste actuele dvd's is het gelu-
id in zogenaamd „Dolby Digital 5.1“-formaat opgeslagen; de
„5“ in de naam „5.1“ staat voor de drie voor- en twee achter-
surroundsound-kanalen en de „1“ voor het baskanaal.
DTS
DTS is de afkorting van „Digital Theatre System“ en kenmerkt
een van de meest gangbare surroundgeluidsformaten voor
dvd's. Evenals bij Dolby Digital 5.1 worden bij DTS drie voor-
ste en twee achterste surroundsound-kanalen en een baska-
naal gebruikt.
Wat zijn PAL, NTSC en SECAM?
PAL
PAL is de afkorting van „Phase Alternation Line“. PAL is de
in Midden- en West-Europa (uitgezonderd:Frankrijk, zie
„SECAM“) gebruikelijke kleuren-tv-norm.
KH 6510/6511