5
INHOUDSOPGAVE
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES .... 4
MODEL 9920 ...................................................... 9
VOOR EUROPESE EN VERGELIJKBARE
LANDEN ............................................................. 9
BELANGRIJKE ONDERDELEN ....................... 11
ACCESSOIRES ................................................ 13
STOFKAP ......................................................... 13
VERLENGTAFEL .............................................. 15
a. VERWIJDEREN VAN DE VERLENGTAFEL ......................... 15
b. OPENEN VAN HET ACCESSOIREVAK ............................... 15
VERVANGEN VAN DE PERSVOET ................ 15
A. Vervangen van de persvoet ................................................... 15
B. Verwijderen van de persvoethouder ...................................... 15
AANBRENGEN VAN DE NAALD ..................... 17
STOF, DRAAD EN NAALD-TABEL .................. 17
AANSLUITEN VAN DE MACHINE ................... 19
FUNCTIE VAN IEDER ONDERDEEL ............... 21
A. ACHTERUIT NAAIKNOP ....................................................... 21
B. NAALD OMHOOG/OMLAAG-KNOP ..................................... 21
C. DUBBELE NAALD-KNOP ...................................................... 21
D. PERSVOETHEFBOOM ......................................................... 21
E. TRANSPORTEURHEFBOOM ............................................... 21
F. NAAIVOET-DRUKREGELAAR .............................................. 21
G. HANDWIEL ............................................................................ 21
H. BOVENKAP ........................................................................... 21
BESTURINGSPANEEL .................................... 23
A. LCD-DISPLAY ....................................................................... 23
B. LCD-CONTRASTINSTELLING .............................................. 23
C. PATRONENTABEL ............................................................... 23
D. KNOP VOOR NORMALE STEKEN ....................................... 23
E. KNOP VOOR DECORATIEVE & LETTERSTEKEN .............. 23
F. FUNCTIEKNOPPEN .............................................................. 23
G. CURSORKNOPPEN .............................................................. 23
H. SCHUIFKNOPPEN ................................................................ 23
I. WISKNOP .............................................................................. 23
J. INSTELKNOP ........................................................................ 23
INSTELLEN VAN DE SPOEL ........................... 25
A. VERWIJDEREN VAN DE SPOEL ......................................... 25
B. PLAATSEN VAN DE GARENKLOS OP DE GARENPEN ..... 25
C. OPWINDEN VAN DE SPOEL ................................................ 25
D. AANBRENGEN VAN EEN VOLLE SPOEL ........................... 27
INRIJGEN VAN DE MACHINE ......................... 29
A.
VOORBEREIDING VOOR HET INRIJGEN VAN DE MACHINE .....
29
B. PLAATSEN VAN DE GARENKLOS OP DE GARENPEN ..... 29
C. INRIJGEN VAN DE BOVENDRAAD ..................................... 29
D. INRIJGEN VAN HET NAALDOOG ........................................ 31
E. OMHOOGTREKKEN VAN DE SPOELDRAAD ..................... 31
BEGIN VAN HET NAAIWERK .......................... 33
A. START EN EINDE VAN DE NAAD ........................................ 33
B. ACHTERUIT NAAIEN ............................................................ 33
C. HET NAAIEN VAN HOEKEN ................................................. 35
D. HET NAAIEN VAN ZWARE STOF ........................................ 35
E. HET NAAIEN VAN OVERLAPPENDE ZONES ..................... 35
F. TOEGESTANE BREEDTE VAN NADEN .............................. 35
INSTELLEN VAN DE DRAADSPANNINGEN ... 37
KIEZEN VAN EEN NORMAAL STEEKPATROON ...
39
A. SELECTEREN VAN HET PATROON ................................... 39
B. SPIEGELBEELD / ACHTERUITSTEEK ................................ 39
C. INSTELLEN VAN DE STEEKBREEDTE EN -LENGTE ........ 39
WAAR DIENT INDERE STEEK TE WORDEN
GEBRUIKT ........................................................ 41
NAAIEN VAN RECHTE STEEK ........................ 43
A. Rechte steek .......................................................................... 43
B. Rechte steek met ingebouwde achteruit naaisteek
(patroon nr. 3) ........................................................................ 43
ZIGZAG-STEEK NAAIEN ................................. 45
ZIGZAG MET MEERDERE STEKEN ............... 45
NAAIEN MET VRIJE ARM ................................ 45
QUILTWERK ..................................................... 47
A. Het samenvoegen van de stofstukken ................................... 47
B. Quiltwerk ................................................................................ 47
C. Quiltsteek in handgemaakte optiek (nr. 6) ............................. 47
NAAIEN VAN ELASTISCHE STEKEN ............. 49
CONTINU DECORATIEF PATROON ............... 49
A. HET NAAIEN VAN DUNNE STOF ........................................ 49
AFWERKEN EN OVERLOCK ........................... 51
A. MET DE OVERLOCKVOET .................................................. 51
B. MET DE STANDAARDVOET ................................................ 51
C. OPMERKING: ........................................................................ 51
BLINDE ZOOM STIKKEN ................................. 53
PATCHWORK ................................................... 55
APPLICATIES ................................................... 55
AANBRENGEN VAN RITSSLUITINGEN
GECENTREERDE PLAATSING ....................... 57
OVERLAPPEND AANBRENGEN ..................... 59
A. HET OPENEN VAN DE RITSSLUITING TIJDENS HET
STIKKEN ............................................................................... 59
HET NAAIEN VAN KNOOPSGATEN ............... 61
AUTOMATISCH AFTRENSEN EN STOPPEN . 65
KNOPEN ........................................................... 67
A. Draadsteel ............................................................................. 67
STOPPEN/BORDUURWERK ........................... 69
A.
AANBRENGEN VAN DE STOPPEN/BORDUURWERKVOET ........
69
B. STOPPEN .............................................................................. 69
C. BOORDUURWERK ............................................................... 69
D. Na het stoppen of borduren ................................................... 69
NAAIEN MET DUBBELE NAALD ..................... 71
DECORATIEVE & LETTERSTEEK NAAIEN .... 73
A. SELECTEREN VAN DECORATIEVE & LETTERSTEEK ...... 73
B. VERSCHUIVEN VAN DE CURSOR ...................................... 73
C. HET WEERGEVEN VAN GESELECTEERDE PATRONEN . 75
D. INVOEGEN VAN EEN PATROON ........................................ 75
E. HET VERWIJDEREN VAN EEN PATROON ......................... 75
F. HET INSTELLEN VAN IEDER PATROON ............................ 75
G. NAAIEN VAN HET GESELECTEERDE PATROON ............. 77
H. TIPS ....................................................................................... 77
DECORATIEVE EN LETTERSTEEK-TABEL ... 79
ONDERHOUD .................................................. 81
REINIGING ....................................................... 81
HANDIGE TIPS ................................................. 83
PAS OP: voorkom ongevallen.
Trek het frontkap niet van de machine af.
9920GDIt.pm6 2003.9.9, 8:51 PM 5