NL
Allgemeine Funktionen
In- en uitschakelen
Door een druk op knop zet u de radio
aan resp. af. Het toestel neemt bij het
inschakelen de op het laatst gehoorde para-
meters voor hoge en diepe klanken, balans
enz. over. Alleen het geluidsvolume van het
toestel wordt op het inschakelmoment op het
maximale volume gereduceerd dat in het
setup-menu ingesteld is.
Geluidsvolume regelen
Wanneer de radio is ingeschakeld staat de
knop aan/uit iets naar voren en maakt zo
het instellen van het geluidsvolume mogelijk.
Stel het gewenste geluidsvolume in door de
knop naar links of naar rechts te draaien.
Klankinstelling
U kunt het klankbeeld van de radio naar
wens instellen. Let erop dat de ontvanger
voor radio, CD-speler, CD-wisselaar, TIM-
weergave en telefoon gescheiden instellin-
gen toelaat en opslaat.
Doe het volgende:
Basinstelling:
• Druk toets AUD. Op het display ver-
schijnt de aanduiding BASS met de actuele
ingestelde waarde.
• Stel met behulp van de regelaar de
gewenste basinstelling van –9 tot +9 in.
Hoogteinstelling:
• Door op toets AUD te drukken
(wanneer u vanuit de normale werking de
hoogteregeling wilt kiezen, dient de toets
twee keer te worden gedrukt) komt u
naar de hoogteinstelling. Op het display
verschijnt de aanduiding TRE met de actu-
ele ingestelde waarde.
• Stel met behulp van de regelaar de
gewenste hoogteinstelling van –9 tot +9 in.
Door nog een keer op de toets te drukken
of 5 seconden na de laatste instelling scha-
kelt de autoradio weer terug naar de norma-
le werking en slaat de ingevoerde waarden
op.
Geometrie (balans en fader)
U kunt de geometrie van het klankbeeld naar
wens instellen.
Doe dit als volgt:
Balans:
• Druk op toets GEO. Op het display ver-
schijnt de aanduiding BAL met de actuele
ingestelde waarde.
• Stel met behulp van de regelaar de
gewenste balans-instelling van LEFT 9
over CENTER tot RIGHT 9 in.
Fader:
• Door nog een keer op de toets GEO te
drukken (wanneer u vanuit de normale wer-
king de fader-regeling wilt kiezen, dient de
toets twee keer te worden gedrukt) komt
u naar de fader-instelling. Op het display
verschijnt de aanduiding FAD met de actu-
ele ingestelde waarde.
• Stel met behulp van de regelaar de
gewenste fader-instelling van REAR 9
over CENTER tot FRONT 9 in.
Door nog een keer op toets te drukken of
5 seconden na de laatste instelling schakelt
de autoradio weer terug naar de normale
werking en slaat de ingevoerde waarden op.
5