5.2 Onderhoud
1 In een vochtige omgeving kan stof op de prinplaat kortsluiting veroorzaken, de normale
bediening van de DVR aantasten en zelfs de DVR beschadigen. Borstel voor een
langdurige en stabiele werking van de DVR regelmatig stof van de printplaat, connectoren,
ventilatoren en de behuizing van de DVR.
2 Houd de apparatuur goed geaard om interferentie van het video-/audiosignaal te
voorkomen en de DVR te beschermen tegen schade door statische elektriciteit of
geïnduceerde spanning.
3 Ontkoppel geen A/V-kabel, RS-232 en RS-485 wanneer het apparaat is ingeschakeld,
omdat dit de poorten kan beschadigen.
4 Gebruik indien mogelijk geen TV-toestel op de lokale video-uitgang van de DVR (VOUT).
Anders kan het video-uitgangscircuit van de DVR worden beschadigd.
5 Schakel de DVR niet uit door de aan-/uitschakelaar uit te schakelen. Gebruik de functie
Uitschakelen in het menu of de aan-/uittoets op het voorpaneel (houd hem 3 seconden
ingedrukt) om de DVR automatisch uit te schakelen en schade aan de harde schijf te
voorkomen.
6 Houd de DVR uit de buurt van warmtebronnen of warme plaatsen.
7 Ventileer de ruimte om de DVR goed.
Regelmatige inspectie en onderhoud van het systeem zijn vereist.
Pagina 75