- LED 1 :Goed, LED 2: Normaal, LED 3: Slecht,
- ALARM LED : Geen Signaal / SIM-kaart registratie mislukt /
Geen SIM kaart
Sirene inschakelen/uitschakelen
6. Druk minstens 3 seconden op toets 8 in de testmodus om
een systeem aan/uit commando te versturen naar de
draadloze sirene.
SMS test
7. Druk minstens 3 seconden op toets 9 in de testmodus om
een test SMS te versturen (inclusief de huidige
alarmmodus, vertragingstijd, sirene aan/uit en alarmtijd)
naar het telefoonnummer van de eigenaar.
6-6 Wijzigen van de PIN-code
Om veiligheidsredenen wordt sterk aanbevolen om de
standaard PIN-code te wijzigen in een 4-cijferig nummer naar
keuze. Dit voorkomt ongeautoriseerde toegang tot uw
alarmpaneel via het toetsenpaneel.
Voer de oude PIN + 06 + nieuwe PIN in. De nieuwe PIN-code
is meteen te gebruiken.
7. Inschakelen/uitschakelen van het
alarmpaneel
7-1 Volledig inschakelen
1. Voer de PIN in en druk op de Arm toets. Er klinkt een
lange piep als de PIN-code juist is. Er klinken drie
pieptonen als de PIN-code onjuist is.
2. Als de PIN-code juist is, zal de uitloopvertraging beginnen
met aftellen. De ARM LED knippert en een pieptoon zal
eenmaal elke seconde te horen zijn.
3. Als het aftellen de 5 seconden heeft bereikt, klinkt de
pieptoon tweemaal per seconde.
4. Als het aftellen klaar is, schakelt het systeem in
Ingeschakelde modus. De Arm LED gaat aan.
7-2 Uitschakelen
1. Voer de PIN in en druk op de DISARM toets. Er klinkt een
lange piep als de PIN-code juist is.
Er klinken drie pieptonen als de PIN-code onjuist is.
2. Als de PIN-code juist is, zal het systeem meteen
uitschakelen.
Let op:
a. Sleutelhangers, het draadloze toetsenpaneel en SMS/app
kunnen gebruikt worden om het systeem volledig in te
schakelen / gedeeltelijk in te schakelen / uit te schakelen.
b. RFID tags kunnen alleen gebruikt worden om uit te
schakelen. Beweeg de tag in het gebied boven
de sirene op het alarmpaneel. Er wordt een SMS gestuurd
naar het telefoonnummer van de eigenaar wanneer het
systeem uitgeschakeld wordt door een RFID tag. De
inhoud van de SMS kan aangepast worden voor de tags
1-4 (bijv. “Jack is thuis”, “Daniël heeft het systeem
uitgeschakeld”). De inhoud van de SMS kan niet
aangepast worden voor de tags 5-50.
c. Contacten opgenomen in de Alarm SMS lijst met
telefoonnummers kunnen via SMS of app het systeem
inschakelen, gedeeltelijk inschakelen en uitschakelen.
7-3 Gedeeltelijk inschakelen
1. Voer de PIN in en druk op de PARM toets. Er klinkt een
lange piep als de PIN-code juist is.
Er klinken drie pieptonen als de PIN-code onjuist is.
2. Als de PIN-code juist is, zal de uitloopvertraging beginnen
met aftellen. De PARM LED knippert en een pieptoon zal
eenmaal elke seconde te horen zijn.
3. Als het aftellen de 5 seconden heeft bereikt, klinkt de
pieptoon tweemaal per seconde.
4. Als het aftellen klaar is, schakelt het systeem naar
gedeeltelijk ingeschakelde modus. De PARM LED gaat
aan.
7-4 Eén-toets alarmmodus
Het alarmpaneel biedt een eenvoudige één-toets stap om het
inschakelen en gedeeltelijk inschakelen in te stellen:
Vanaf uitgeschakelde modus:
- Druk op de ARM toets gedurende 3 of meer seconden om
naar de volledig ingeschakelde modus te gaan;
- Druk op de PARM toets gedurende 3 of meer seconden om
naar de gedeeltelijk ingeschakelde modus te gaan.
7-5 Open deur/raam waarschuwing:
Deze eigenschap controleert of er een deur of raam open staat
bij het volledig of gedeeltelijk
Inschakelen van het systeem.
1. Om deze eigenschap aan te zetten voert u de PIN-code in
+ 08 + 1 + PARM
2. Wanneer een deur/raam sensor als open wordt gezien dan
zal het alarmpaneel gedurende 10 seconden een pieptoon
laten horen, de LED van het toetsenblok zal aangeven
welke sensorzone nummer 1 - 9 (0 voor overige
sensorzones).
3. Als de waarschuwing is afgelopen gaat het systeem naar
de geconfigureerde alarmmodus. Als alle deuren en ramen
gesloten zijn gaat het waarschuwingsgeluid uit.
U kunt in uitgeschakelde modus ook een snelle controle
uitvoeren:
- Op de ARM toets drukken controleert alle deuren en ramen