736142
1
Zoom out
Zoom in
Vorherige Seite
1/66
Nächste Seite
Inhoudsopgave
267
NL
1 Waarschuwingen 268
1.1 Algemene veiligheidswaarschuwingen 268
1.2 Beoogd gebruik 273
1.3 Aansprakelijkheid van de fabrikant 273
1.4 Deze gebruiksaanwijzing 273
1.5 Identificatieplaatje 273
1.6 Verwerking 273
1.7 Wegwijs in de gebruiksaanwijzing 274
2 Beschrijving 275
2.1 Algemene beschrijving 275
2.2 Kookplaat 276
2.3 Bedieningspaneel 277
2.4 Andere onderdelen 277
2.5 Beschikbare accessoires 278
3 Gebruik 280
3.1 Waarschuwingen 280
3.2 Eerste gebruik 281
3.3 Gebruik van de accessoires 281
3.4 Het gebruik van de kookplaat 284
3.5 Het gebruik van de oven 290
3.6 Advies voor bereidingen 298
3.7 Speciale functies 300
3.8 Automatische programma’s 303
3.9 Secundair menu 307
3.10Gebruik van de bergruimte 310
4 Reiniging en onderhoud 311
4.1 Waarschuwingen 311
4.2 Reiniging van de glaskeramische kookplaat 311
4.3 Reiniging van de deur 313
4.4 Reiniging van de ovenruimte 315
4.5 Buitengewoon onderhoud 319
5 Installatie 322
5.1 Plaatsing 322
5.2 Elektrische aansluiting 329
5.3 Voor de installateur 332
We raden aan deze handleiding aandachtig door te lezen, omdat ze alle aanwijzingen
bevat om de esthetische en functionele kwaliteiten van het apparaat te behouden.
Raadpleeg de website voor verdere informatie over dit product: www.smeg.com
VERTALING VAN DE OORSPRONKELIJKE GEBRUIKSAANWIJZING
Waarschuwingen
268
1 Waarschuwingen
1.1 Algemene
veiligheidswaarschuwingen
Persoonlijk letsel
• Het apparaat en de bereikbare
delen ervan worden heel warm
tijdens het gebruik. Raak geen
verwarmingselementen aan
tijdens gebruik van het apparaat.
• Bescherm de handen met
ovenwanten bij het hanteren van
voedsel in de ovenruimte.
• Probeer geen vlammen/brand te
doven met water: schakel het
apparaat uit en bedek het vuur
met een deksel of een
brandwerende deken.
• Gebruik van dit apparaat door
kinderen vanaf 8 jaar, personen
met beperkte fysieke, zintuiglijke
of mentale capaciteiten of met
een gebrek aan ervaring of
kennis is alleen toegestaan onder
toezicht en begeleiding van
volwassenen die verantwoordelijk
zijn voor hun veiligheid.
• Laat kinderen niet spelen met het
apparaat.
• Houd kinderen jonger dan 8 jaar
die niet onder toezicht staan
verwijderd van het apparaat.
• Kinderen jonger dan 8 jaar
mogen het apparaat tijdens zijn
werking niet benaderen.
• Werkzaamheden voor
schoonmaak en onderhoud van
het apparaat mogen niet worden
uitgevoerd door kinderen die niet
onder toezicht staan.
• Let op voor de snelle verwarming
van de kookzones. Plaats geen
lege potten of pannen op de
ingeschakelde plaat. Gevaar op
oververhitting.
Vetten en oliën kunnen vlam vatten
als ze oververhit raken. Het is
aanbevolen bij het apparaat te
blijven tijdens de voorbereiding
van voedsel dat olie of vet bevat.
Als de oliën of vetten vlam
zouden vatten, mag geen water
gebruikt worden om te blussen.
Plaats het deksel op de pan en
schakel de kookzone uit.
Waarschuwingen
269
NL
• Het kookproces moet altijd
bewaakt worden. Een kort
kookproces moet voortdurend
bewaakt worden.
• Tijdens het gebruik geen metalen
voorwerpen zoals vaatwerk of
bestek op het oppervlak van de
kookplaat plaatsen omdat deze
oververhit zouden kunnen raken.
• Plaats geen metalen en puntige
voorwerpen (bestek of
gereedschappen) in de spleten
van het apparaat.
• Giet geen water rechtstreeks op
hete ovenschalen.
• Houd de deur dicht tijdens de
bereiding.
• In geval van ingrepen op de
etenswaren of aan het einde van
de bereiding, de deur gedurende
een aantal seconden 5 centimeter
openen, het stoom laten
ontsnappen en vervolgens de
deur volledig openen.
• Open de bergruimte (indien
aanwezig) niet wanneer de oven
ingeschakeld of warm is.
• De voorwerpen in de bergruimte
kunnen erg heet zijn na het
gebruik van de oven.
• Geen ontvlambare materialen
gebruiken, in de bergruimte
(indien aanwezig) of in de
nabijheid van het apparaat
bewaren.
• Gebruik geen spuitbussen in de
buurt van het apparaat terwijl het
werkt.
• Na gebruik het apparaat
uitschakelen.
• Voer geen wijzigingen uit op het
apparaat.
• Voorafgaand op iedere ingreep
op het apparaat (installatie,
onderhoud, plaatsing of
verplaatsing) moet u altijd zorgen
voor persoonlijke
beschermingsmiddelen.
• Voorafgaand op iedere ingreep
op het apparaat moet de
algemene elektrische voeding
gedeactiveerd worden.
• Laat de installatie en technische
interventies uitvoeren door
gekwalificeerd personeel
overeenkomstig de geldende
normen.
• Probeer nooit om zelf het
apparaat te repareren, zonder
tussenkomst van een
gekwalificeerde technicus.
• Trek nooit aan de kabel om de
stekker uit het stopcontact te
halen.
• Als de stroomkabel beschadigd
is, moet men onmiddellijk contact
opnemen met de technische
dienst die voor de vervanging van
de kabel zal zorgen.
Waarschuwingen
270
Beschadiging van het apparaat
• Gebruik geen schurende of
bijtende middelen op de glazen
onderdelen (bijv. poeders,
ontvlekkers of metaalsponsjes).
• Gebruik eventueel houten of
plastic gereedschappen.
• Roosters en ovenschalen moeten
in de zijgeleiders worden
geplaatst tot ze niet verder
kunnen. De mechanische
veiligheidsblokkeringen die de
verwijdering van de roosters
voorkomen moeten naar
beneden en naar de achterzijde
van de ovenruimte gericht zijn.
• Ga niet op het apparaat zitten.
• Reinig het apparaat niet met een
stoomreiniger.
• Zorg er voor dat de openingen
en de spleten voor de ventilatie
en de warmte-afvoer niet verstopt
raken.
Laat het apparaat niet onbeheerd
tijdens bereidingen waarbij vetten
en oliën vrijkomen die heet
worden en vlam kunnen vatten.
Besteed de grootst mogelijke
aandacht.
• Laat geen voorwerpen achter op
de kookoppervlakken.
• Gebruik het apparaat nooit om
de ruimte te verwarmen.
• Sproei geen spuitbussen in de
nabijheid van de oven.
Gebruik geen plastic vaatwerk of
recipiënten om voedsel te
bereiden.
• Plaats geen blikken of gesloten
recipiënten in de ovenruimte.
• Verwijder alle ovenschalen en
roosters die tijdens de bereiding
niet gebruikt worden uit de
ovenruimte.
• Bedek de bodem van de
ovenruimte niet met
aluminiumfolie.
• Plaats geen pannen of
ovenschalen rechtstreeks op de
bodem van de ovenruimte.
• Bij gebruik van bakpapier moet u
er voor zorgen dat de circulatie
van de warme lucht in de oven er
niet door wordt verhinderd.
• Gebruik de open deur niet als
steun door pannen of schalen
direct op het binnenglas te
plaatsen.
De recipiënten of de vleesroosters
moeten binnen de omtrek van de
kookplaat geplaatst worden.
• Alle recipiënten moeten een
vlakke en regelmatige bodem
hebben.
Waarschuwingen
271
NL
• In geval van overstroming of
overkoken moet de vloeistof
onmiddellijk van de kookplaat
verwijderd worden.
• Geen zure stoffen zoals
citroensap of azijn op de
kookplaat morsen.
• Plaats geen lege potten of
pannen op ingeschakelde
kookzones.
• Reinig het apparaat niet met een
stoomreiniger.
• Gebruik geen ruw, schurend of
scherp materiaal.
Gebruik op de stalen delen of de
delen waarvan het oppervlak met
metalen afwerkingen werd
behandeld (bijv. elektrolytische
oxidatie, vernikkeling,
verchroming) geen producten die
chloor, ammoniak of bleekmiddel
bevatten.
• Gebruik geen schurende of
bijtende middelen op de glazen
onderdelen (bijv. poeders,
ontvlekkers of metaalsponsjes).
• Stop de verwijderbare
onderdelen, zoals de roosters
van de kookplaat, de
vlamverdelers en de deksels niet
in de vaatwasser.
Installatie
• Dit apparaat mag niet
geïnstalleerd worden in boten of
caravans.
• Het apparaat mag niet
geïnstalleerd worden op een
voetstuk.
• Plaats het apparaat met behulp
van een tweede persoon in het
meubel.
• Gebruik de open deur niet als
hefboom om het apparaat in het
meubel te plaatsen.
Oefen niet te veel kracht uit op de
geopende deur.
• Til dit apparaat niet op door de
handgreep beet te pakken.
• Om de mogelijke oververhitting
van het apparaat te vermijden
moet het niet achter een
decoratieve deur of een paneel
geïnstalleerd worden.
Laat het apparaat aansluiten door
gekwalificeerd technisch
personeel.
• De aardverbinding van het
elektrische systeem is verplicht en
moet in overeenstemming met de
geldende veiligheidsnormen
worden uitgevoerd.
Waarschuwingen
272
• Gebruik kabels die bestand zijn
tegen temperaturen van minstens
90 °C.
• Het aandraaimoment van de
schroeven van de
stroomgeleiders van het
klemmenbord moet 1,5-2 Nm
bedragen.
Voor dit apparaat
• Schakel de platen na het gebruik
uit. Vertrouw nooit alleen op de
panherkenningsindicatie.
• Waak over kinderen, ze kunnen
de brandende controlelamp voor
de restwarmte moeilijk zien. De
bereidingszones blijven ook na
gebruik voor een bepaalde
periode nog zeer warm, ook al
zijn ze uitgeschakeld. Houd
kinderen uit de buurt zodat ze niet
kunnen aanraken.
• Het glaskeramische oppervlak is
schokbestendig, maar u dient te
voorkomen dat er zware en
harde voorwerpen vallen op de
kookplaat: die zou kunnen breken
als het om puntige voorwerpen
gaat.
• Het glaskeramische
kookoppervlak mag niet als
steunvlak gebruikt worden.
• Als barsten of scheuren
opgemerkt worden, of als het
oppervlak van de glaskeramische
plaat zou breken, moet het
apparaat onmiddellijk
uitgeschakeld worden. Schakel
de stroom uit en neem contact op
met de Technische Dienst.
• Controleer of het apparaat is
uitgeschakeld voordat de lamp
wordt vervangen.
• Ga niet steunen of zitten op de
geopende deur van het
apparaat.
• Controleer of er geen
voorwerpen in de deur vastzitten.
• Personen met een pacemaker of
een gelijkaardig apparaat
moeten zich ervan vergewissen
dat de werking van deze
apparaten niet wordt beïnvloed
door het inductieveld, waarvan
het frequentiebereik tussen 20 en
50 kHz ligt.
• Overeenkomstig de bepalingen
van de elektromagnetische
compatibiliteit behoort de
elektromagnetische inductieplaat
tot Groep 2 en Klasse B (EN
55011).
Waarschuwingen
273
NL
1.2 Beoogd gebruik
• Dit apparaat is bedoeld om thuis
voedsel te bereiden. Elk ander
gebruik is oneigenlijk.
• Het apparaat is niet ontworpen
om te functioneren met externe
kookwekkers of
afstandsbedieningssystemen.
1.3 Aansprakelijkheid van de
fabrikant
De fabrikant kan niet aansprakelijk
worden gesteld voor schade aan
personen en voorwerpen ten
gevolge van:
• een ander gebruik van het
apparaat dan wordt voorzien;
• het niet in acht nemen van de
voorschriften van de
gebruiksaanwijzing;
• het forceren van ook slechts één
deel van het apparaat;
• het gebruik van niet-originele
reserveonderdelen.
1.4 Deze gebruiksaanwijzing
Deze gebruiksaanwijzing is een belangrijk
onderdeel van het apparaat en moet
gedurende de volledige levensduur intact
en op een eenvoudig te bereiken plaats
worden bewaard.
Deze gebruiksaanwijzing aandachtig voor
het gebruik van het apparaat doorlezen.
1.5 Identificatieplaatje
Het identificatieplaatje bevat de technische
gegevens, het serienummer en de
markering. Het plaatje mag in geen geval
worden verwijderd.
1.6 Verwerking
Het apparaat moet gescheiden
ingezameld worden (richtlijnen
2002/95/EG, 2002/96/EG,
2003/108/EG). Het product bevat geen
delen die als gevaarlijk voor de
gezondheid en het milieu worden
beschouwd, conform de actuele Europese
Richtlijnen.
Verwijdering van het apparaat:
• Snijd de voedingskabel af en verwijder
de elektrische kabel en de stekker.
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
Schakel de algemene stroomtoevoer uit.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
Waarschuwingen
274
• Oude of gebruikte apparaten aan het
einde van hun levensduur moeten door
de gebruiker worden ingeleverd bij
geschikte centra voor de gescheiden
inzameling van elektrisch en elektronisch
afval, of overhandigd worden aan de
verkoper wanneer een nieuw
gelijkaardig apparaat wordt gekocht.
Het apparaat is verpakt in milieuvriendelijke
en recyclebare materialen.
Breng het verpakkingsmateriaal naar de
betreffende centra voor afvalverwerking.
1.7 Wegwijs in de gebruiksaanwijzing
In deze gebruiksaanwijzing komen de
volgende begrippen voor:
1. Volgorde van de gebruiksaanwijzingen.
• Enkele gebruiksaanwijzing.
Plastic verpakking
Gevaar voor verstikking
• Laat de verpakking, of delen ervan, niet
onbewaakt achter.
• Laat kinderen niet spelen met de plastic
zakken van de verpakking.
Waarschuwingen
Algemene waarschuwingen in
verband met de
gebruiksaanwijzing, veiligheid en
verwerking van afgedankte
producten.
Beschrijving
Beschrijving van het apparaat en de
accessoires.
Gebruik
Informatie over het gebruik van het
apparaat en de accessoires,
kooktips.
Reiniging en onderhoud
Informatie over correcte
schoonmaak en onderhoud van het
apparaat.
Installatie
Informatie voor gekwalificeerde
technici: installatie, inbedrijfstelling
en keuring.
Veiligheidswaarschuwingen
Informatie
Suggestie
Beschrijving
275
NL
2 Beschrijving
2.1 Algemene beschrijving
1 Kookplaat
2 Bedieningspaneel
3 Lamp
4 Pakking
5 Deur
6 Ventilator
7 Bergruimte
Frame voor roosters/ovenschalen
Beschrijving
276
2.2 Kookplaat
* de vermogens zijn een benadering en zijn afhankelijk van de gebruikte recipiënten of de
geselecteerde instellingen.
Voordelen van inductiekoken
• Energiebesparing, dankzij de
rechtstreekse overdracht van energie
naar de pan (u moet daarvoor bestemde
pannen van magnetiseerbaar materiaal
gebruiken) in vergelijking met het
traditioneel elektrisch koken.
Grotere veiligheid dankzij de overdracht
van energie naar alleen het recipiënt dat
op de kookplaat geplaatst is.
• Hoog rendement bij de overdracht van
energie van de bereidingszone met
inductie naar de basis van de pan.
• Snelle verwarming.
• Kleinere kans op brandwonden, omdat
het kookoppervlak enkel wordt
verwarmd door de onderkant van de
pan; overgekookt voedsel bakt niet aan.
Zone
Externe diameter
(mm)
Max. geabsorbeerde
vermogen
(W)*
Geabsorbeerd vermogen
met Boosterfunctie
(W)*
1 145
1400 2200
2 180
1850 3000
3 210
2300 3700
4 270
2600 3700
De kookplaat is voorzien van een
inductiegenerator voor elke
bereidingszone. Elke generator
onder het glaskeramische
oppervlak heeft een
elektromagnetisch veld dat een
thermische stroom op de
onderkant van de pan
veroorzaakt. De warmte wordt niet
aan de bereidingszone
overgedragen, maar wordt direct
door de inductieve stromen in het
recipiënt gecreëerd.
Beschrijving
277
NL
2.3 Bedieningspaneel
1 Knoppen bereidingszones van de
kookplaat
Nuttig voor het bedienen van de
bereidingszones van de inductieplaat.
Druk de knoppen in en draai ze rechtsom
om het werkingsvermogen van de plaat te
regelen, van minimaal 1 tot maximaal 9.
Het werkingsvermogen wordt aangeduid
op het display dat op de kookplaat is
gepositioneerd.
2 Temperatuurknop
Met deze knop kunnen de
bereidingstemperatuur en -tijd geselecteerd
worden, kunnen geprogrammeerde
bereidingen ingesteld worden, kan de
actuele tijd ingesteld worden, en kan de
lamp in de ovenruimte in- en uitgeschakeld
worden.
3 Display
Geeft de tijd, functie en temperatuur van de
gekozen bereiding en eventuele
tijdinstelling aan.
4 Functieknop
Met deze knop kan het apparaat in-/
uitgeschakeld worden en kan de
bereidingsfunctie geselecteerd worden.
2.4 Andere onderdelen
Koelventilator
De ventilator zorgt voor de afkoeling van
de ovens, en wordt tijdens de bereiding in
werking gesteld.
De werking van de ventilator veroorzaakt
een normale luchtstroom die aan de
achterzijde van het apparaat naar buiten
komt, en die ook na de uitschakeling van
het apparaat nog kort kan doorgaan.
Zorg er voor dat de openingen en
de spleten voor de ventilatie en de
warmte-afvoer niet verstopt raken.
Beschrijving
278
Interne verlichting
De interne verlichting van het apparaat
wordt ingeschakeld:
als de deur wordt geopend;
als een willekeurige functie wordt
gekozen, met uitzondering van de
functies + en
(multifunctionele modellen) en de
functies en (pyrolyse-
modellen);
Wanneer de temperatuurknop kort
rechtsom (handmatige activering en
deactivering) wordt gedraaid.
Plaatsbare vlakken
Het apparaat beschikt over vlakken om
roosters en ovenschalen op verschillende
hoogtes te plaatsen. De plaatsbare
hoogtes worden begrepen van laag naar
hoog (zie 2.1 Algemene beschrijving).
2.5 Beschikbare accessoires
Rooster voor ovenschaal
Om op een ovenschaal te zetten, voor het
bereiden van voedsel dat kan lekken.
Diepe ovenschaal
Nuttig om vet op te vangen afkomstig van
voedsel op het bovenstaande rooster, of
om taarten, pizza’s en gebak te bakken.
Het is niet mogelijk om de
binnenverlichting uit te schakelen
als de deur is geopend.
Beschrijving
279
NL
Rooster
Nuttig voor het plaatsen van recipiënten
met voedsel in bereiding.
Draaispit
Nuttig voor het bereiden van kip of voedsel
dat over het hele oppervlak gelijkmatig
moet worden bereid.
Op sommige modellen zijn niet
alle accessoires aanwezig.
De accessoires die in contact
kunnen komen met het voedsel zijn
gemaakt van materialen conform
de van kracht zijnde
wetsbepalingen.
De bijgeleverde of optionele
accessoires zijn verkrijgbaar bij
erkende verkopers. Gebruik enkel
de originele accessoires van de
fabrikant.
Gebruik
280
3 Gebruik
3.1 Waarschuwingen
Het apparaat wordt heel warm
tijdens het gebruik
Gevaar op verbranding
• Houd de deur dicht tijdens de
bereiding.
• Bescherm de handen met ovenwanten
bij het hanteren van voedsel in de
ovenruimte
• Raak de verwarmingselementen in het
apparaat niet aan.
• Giet geen water rechtstreeks op hete
ovenschalen.
• Kinderen jonger dan 8 jaar mogen het
apparaat tijdens zijn werking niet
benaderen.
• In geval van ingrepen op de
etenswaren of aan het einde van de
bereiding, de deur gedurende een
aantal seconden 5 centimeter openen,
het stoom laten ontsnappen en
vervolgens de deur volledig openen.
De temperatuur in de bergruimte
kan hoog oplopen
Gevaar op verbranding
Open de bergruimte niet wanneer het
apparaat ingeschakeld of warm is.
De voorwerpen in de bergruimte kunnen
erg heet zijn tijdens het gebruik van het
apparaat.
Incorrect gebruik
Gevaar voor beschadiging van
de oppervlakken
• Bedek de bodem van de ovenruimte
niet met aluminiumfolie.
Bij gebruik van bakpapier dient u ervoor
te zorgen dat de circulatie van de
warme lucht in de ovenruimte niet wordt
belemmerd.
• Plaats geen pannen of ovenschalen
rechtstreeks op de bodem van de
ovenruimte.
• Gebruik de open deur niet als steun
door pannen of schalen direct op het
binnenglas te plaatsen.
• Giet geen water rechtstreeks op hete
ovenschalen.
• De recipiënten of de vleesroosters
moeten binnen de omtrek van de
kookplaat geplaatst worden.
• Alle recipiënten moeten een vlakke en
regelmatige bodem hebben.
• In geval van overstroming of overkoken
moet de vloeistof onmiddellijk van de
kookplaat verwijderd worden.
• Plaats nooit pannen op de kookplaat
die geen perfect gladde en regelmatige
bodem hebben.
• Voorkom dat harde en zware
voorwerpen, met mogelijke ernstige
gevolgen, op het oppervlak van de
kookplaat vallen.
• In geval van barsten of scheuren, moet
het apparaat onmiddellijk uitgeschakeld
worden, moet de stroomtoevoer
uitgeschakeld worden en moet contact
met de assistentie worden opgenomen.
• Gebruik de kookplaat niet als werk-
en/of snijvlak.
Gebruik
281
NL
3.2 Eerste gebruik
1. Verwijder eventuele beschermfolie aan
de binnen- en buitenzijde van het
apparaat en de accessoires.
2. Verwijder eventuele etiketten (behalve
het plaatje met de technische
gegevens) van de accessoires en uit de
ovenruimten.
3. Verwijder en was alle accessoires van
het apparaat (zie 4 Reiniging en
onderhoud).
4. Verwarm het lege apparaat op de
hoogste temperatuur om eventuele
productieresten te verwijderen.
3.3 Gebruik van de accessoires
Rooster voor ovenschaal
Het rooster voor de ovenschaal wordt in de
schaal geplaatst. Zo wordt het vet apart
van het voedsel opgevangen tijdens de
bereiding.
Incorrect gebruik
Gevaar op verbranding
• Raak het oppervlak van de kookplaat
niet aan, of reinig het niet, tijdens de
functionering of wanneer de
controlelampen van de restwarmte
oplichten.
• Activeer de toetsblokkering indien u
kinderen of huisdieren heeft die de
kookplaat kunnen bereiken.
• De bereidingszones blijven ook na
gebruik gedurende een bepaalde
periode nog zeer warm, ook al zijn deze
uitgeschakeld. Raak de oppervlakken van
de kookplaat niet aan.
• Vetten en oliën kunnen vlam vatten bij
oververhitting. Wees heel voorzichtig.
Het apparaat wordt heel warm
tijdens het gebruik
Brand- en ontploffingsgevaar
Gebruik geen spuitbussen in de
nabijheid van het apparaat.
Laat geen ontvlambare materialen in de
nabijheid van het apparaat of de
bergruimte.
Gebruik geen plastic vaatwerk of
recipiënten om voedsel te bereiden.
Plaats geen blikken of gesloten
recipiënten in de ovenruimte.
Laat het apparaat niet onbewaakt
achter tijdens bereidingen waarbij
vetten en oliën kunnen vrijkomen.
Verwijder alle ovenschalen en roosters
die tijdens de bereiding niet gebruikt
worden uit de ovenruimte.
Gebruik
282
Roosters en ovenschalen
Roosters en ovenschalen moeten in de
zijgeleiders worden geplaatst tot aan het
eindpunt.
De mechanische veiligheidsblokkeringen,
die de ongewenste verwijdering van het
rooster voorkomen, moeten naar beneden
en naar de binnenzijde van de ovenruimte
gericht zijn.
Draaispit (enkel op sommige modellen)
1. Breng de 4 meegeleverde
draagstukken aan in de 4 gaten op de
hoeken van de diepe ovenschaal.
Draai ze met behulp van een
gereedschap (bijv. een
schroevendraaier) op de ringen vast.
2. Breng de steunen van het draaispit aan
in de draagstukken, zie de
onderstaande afbeelding.
Plaats de roosters en de schalen
voorzichtig in de ovenruimte, tot
aan hun stoppositie.
Maak de ovenschalen schoon
alvorens ze voor de eerste keer te
gebruiken, om eventuele
productieresten te verwijderen.
Gebruik
283
NL
3. Gebruik de bijgeleverde klemvorken
om het draaispit voor te bereiden. De
vorken kunnen bevestigd worden met
de bevestigingsschroeven.
4. Plaats het draaispit na de
voorbereiding op de desbetreffende
steunen. Plaats de punt van de stang in
de zitting van het mechanisme op de
linkersteun, tot aan zijn stoppositie.
5. Breng de ovenschaal aan op het eerste
vlak van het frame (zie “Algemene
beschrijving”).
6. Plaats de punt van de stang in de zitting
van het motortje van het draaispit, links
op de achterwand van de ovenruimte.
Deze handelingen moeten
uitgevoerd worden met de
uitgeschakelde en koude oven.
Gebruik
284
7. Activeer het draaispit door de
functieknop op de functie +
te draaien en met de
temperatuurknop een
bereidingstemperatuur in te stellen.
8. Verwijder de ovenschaal met het
draaispit aan het einde van de
bereiding.
9. Om het draaispit makkelijk te kunnen
verplaatsen, moet de bijgeleverde en
daarvoor bestemde handgreep
vastgedraaid worden.
3.4 Het gebruik van de kookplaat
Alle bedieningen en schakelaars bevinden
zich op het frontpaneel. Ter hoogte van
elke knop wordt de bijbehorende
kookzone aangegeven.
Draai de knop rechtsom op de gewenste
vermogenswaarde.
Recipiënten die geschikt zijn voor
inductiekoken
De voor het inductiekoken gebruikte
recipiënten moeten van metaal zijn en
beschikken over magnetische
eigenschappen en een bodem van
geschikte afmetingen.
Het wordt aanbevolen om een
beetje water in de ovenschaal te
gieten zodat rookvorming wordt
vermeden.
Gedurende de eerste aansluiting
op het stroomnet wordt een
automatische controle uitgevoerd
die alle controlelampen enkele
seconden doet oplichten.
Schakel de platen na gebruik uit
door de relatieve knop op O te
plaatsen. Vertrouw nooit alleen op
de panherkenningsindicatie.
Incorrect gebruik
Gevaar op verbranding
OPGELET: De pyrolyse deactiveert de
werkende kookplaat.
OPGELET: De aanduidingen op het
display worden gedeactiveerd als een
pyrolyse verricht wordt terwijl de
kookzones nog warm zijn.
Gebruik
285
NL
Geschikte recipiënten:
• Recipiënten van geëmailleerd staal met
dikke bodem.
• Recipiënten van gietijzer met
geëmailleerde bodem.
Recipiënten van meerlagig roestvrij staal,
roestvrij ferritisch staal en aluminium met
speciale bodem.
Niet geschikte recipiënten:
• Recipiënten van koper, roestvrij staal,
aluminium, vuurvast glas, hout, keramiek
en terracotta.
Om te controleren of de pan geschikt is,
volstaat het om een magneet tegen de
onderkant te houden: als de magneet wordt
aangetrokken is de pan geschikt voor een
inductiekookplaat. Als u niet over een
magneet beschikt, kunt u in het recipiënt een
kleine hoeveelheid water gieten, het op
een bereidingszone plaatsen en de plaat
inschakelen. Indien op het display het
symbool verschijnt, is de pan niet
geschikt.
Herkenning van de pan
Wanneer geen pan op een
bereidingszone staat of als de pan te klein
is, wordt geen energie overgedragen en
verschijnt het symbool op het display.
Als een geschikte pan op de
bereidingszone staat, detecteert het
herkenningssysteem de aanwezigheid van
de pan en schakelt het systeem de plaat in
op het ingestelde vermogen. Het
overdragen van energie wordt ook
onderbroken wanneer de pan wordt
verwijderd van de bereidingszone (op het
display wordt het symbool
weergegeven).
Wanneer de panherkenningsfunctie
geactiveerd wordt, ondanks de beperkte
afmetingen van de pannen of de potten die
zich op de bereidingszone bevinden,
wordt enkel de noodzakelijke energie
overgedragen.
Limieten bij de herkenning van de pan: De
minimale diameter van de onderkant van
de pan wordt aangeduid door een interne
cirkel op de bereidingszone. De
aanwezigheid van pannen met een
kleinere diameter zou niet herkend kunnen
worden, waardoor de inductiestroom niet
wordt ingeschakeld.
Gebruik uitsluitend pannen met
een perfect vlakke onderkant, die
geschikt zijn voor
inductiekookplaten. Het gebruik
van pannen met een
onregelmatige bodem kan er voor
zorgen dat het systeem niet goed
werkt of dat het systeem de pan
niet herkent.
Gebruik
286
Beperking van de bereidingsduur
De kookplaat is voorzien van een
automatisch systeem dat de werkingsduur
beperkt.
Indien de instellingen van de
bereidingszone niet gewijzigd worden, is
de maximale werkingsduur van elke
afzonderlijke zone afhankelijk van het
geselecteerde vermogensniveau.
Wanneer het mechanisme voor de
beperking van de werkingsduur wordt
geactiveerd, wordt de bereidingszone
uitgeschakeld, hoort u een kort
geluidssignaal en wordt, indien de zone
heet is, het symbool weergegeven op
het display.
Bescherming tegen oververhitting
Wanneer de kookplaat voor een lange
periode op het maximale vermogen wordt
gebruikt, kan de elektronica moeite hebben
om af te koelen als de
omgevingstemperatuur hoog is.
Het vermogen van de bereidingszone
wordt automatisch verlaagd om te
vermijden dat in de elektronica een te hoge
temperatuur ontstaat.
Advies om energie te besparen
• De diameter van de basis van de pan
moet overeenkomen met de diameter
van de bereidingszone.
• Tijdens de aankoop van een pan moet u
controleren of de aangeduide diameter
de bodem of de bovenkant van het
recipiënt betreft, omdat deze laatste
bijna altijd groter is dan de bodem.
• Wanneer u gerechten maakt waarvoor
lange bereidingstijden noodzakelijk zijn,
kunt u tijd en energie besparen door
gebruik te maken van een snelkookpan
waardoor bovendien de vitamines die
het voedsel bevat bewaard blijven.
• Controleer of de snelkookpan
voldoende vloeistof bevat, omdat een
oververhitting, die veroorzaakt wordt
door gebrek aan vloeistof, de pan en de
bereidingszone zou kunnen
beschadigen.
Bedek indien mogelijk de pannen steeds
met een gepast deksel.
• Kies een pan die geschikt is voor de
hoeveelheid voedsel die klaargemaakt
moet worden. Wanneer u een grote pan
gebruikt die half leeg is, wordt energie
verspild.
Ingesteld
vermogensniveau
Maximale
bereidingsduur in uren
1 8
26
3 - 4 5
54
6 - 7 - 8 - 9 1 ½
Indien de kookplaat en de oven
gelijktijdig gebruikt worden, kan in
bepaalde omstandigheden het
maximale nuttige vermogen van
uw elektrische installatie worden
overschreden.
Gebruik
287
NL
Vermogensniveaus
Het vermogen van de bereidingszone kan
op verschillende niveaus geregeld worden.
In de tabel vindt u de aanduidingen met
betrekking tot de verschillende types van
bereidingen.
* zie boosterfunctie
Restwarmte
Als de bereidingszone na uitschakeling nog
warm is, wordt het symbool op het
display weergegeven. Als de temperatuur
60°C of minder bedraagt, verdwijnt het
symbool.
Vermogens-
niveau
Geschikt voor:
0 Positie OFF
U Warmte behouden
1 - 2
Bereiding van beperkte
hoeveelheden voedsel
(minimaal vermogen)
3 - 4 Bereiding
5 - 6
Bereidingen van grote
hoeveelheden voedsel, het
braden van grotere stukken
7 - 8 Braden, fruiten met meel
9 Braden
P *
Braden / Aanbraden, koken
(maximaal vermogen)
Incorrect gebruik
Gevaar op verbranding
Let goed op voor kinderen omdat ze de
aanduiding van de restwarmte
waarschijnlijk niet kunnen zien. De
bereidingszones blijven na gebruik voor
een bepaalde periode zeer warm, ook
al zijn ze uitgeschakeld. Houd kinderen
dus uit de buurt, zodat ze hun handen
niet verbranden.
• OPGELET: De aanduidingen op het
display worden gedeactiveerd als een
pyrolyse verricht wordt terwijl de
kookzones nog warm zijn.
Gebruik
288
Verwarmingsversneller
Met deze functie kan het geselecteerde
vermogen zo snel mogelijk bereikt worden.
1. Draai de knop linksom op A en laat de
knop los. Op het display wordt
weergegeven.
2. Selecteer binnen 3 seconden het
gewenste verwarmingsvermogen (1...8).
Het geselecteerde vermogen en het
symbool worden afwisselend
weergegeven op het display.
Het vermogensniveau kan te allen tijde
worden verhoogd. De periode “maximaal
vermogen” wordt automatisch aangepast.
Het eerder geselecteerde
vermogensniveau blijft behouden als de
versnellingsperiode is verstreken.
Warmte behouden
Om de functie Warmte behouden te
activeren:
• Draai aan de knop van de gewenste
bereidingszone tot het symbool op
het desbetreffende display wordt
weergegeven.
Boosterfunctie
• Draai de knop rechtsom twee seconden
lang op P en laat de knop los.
Op het display wordt weergegeven.
Na 5 minuten wordt de boosterfunctie
automatisch gedeactiveerd en gaat de
bereiding door op vermogensniveau 9
(alleen in de zones 2 en 3).
Elke bereidingszone is voorzien
van een verwarmingsversneller die
de het maximale vermogen kan
afgeven gedurende een tijd die
proportioneel is aan het gekozen
vermogen.
Als het vermogen wordt beperkt,
door de knop linksom te draaien,
zal de verwarmingsversneller
automatisch gedeactiveerd
worden.
Met deze functie kunt u al bereide
gerechten warmhouden.
Met de boosterfunctie kan de
bereidingszone maximaal 5
minuten lang op het maximale
vermogen geactiveerd worden. Dit
is nuttig voor het snel aan de kook
brengen van een grote
hoeveelheid water of voor het
aanbraden van vlees.
De boosterfunctie heeft de prioriteit
over de verwarmingsversneller.
Gebruik
289
NL
Vermogensbeheer
De plaat is voorzien van een
vermogensbeheermodule die het verbruik
optimaliseert/beperkt. Als de gezamenlijk
ingestelde vermogensniveaus de maximale
toegelaten limiet overschrijden, beheert de
elektronische kaart automatisch het door de
kookplaten afgegeven vermogen.
De module probeert het maximale
leverbare vermogensniveau te behouden.
Op het display worden de niveaus
weergegeven die door het automatische
beheer zijn ingesteld.
Een knipperend vermogensniveau geeft
aan dat deze automatisch beperkt wordt tot
een nieuwe waarde die door de
vermogensbeheermodule geselecteerd
wordt.
Toetsblokkering
1. Draai beide knoppen van de linker
kookzone tegelijkertijd linksom (positie
A) terwijl alle kookzones uit zijn.
2. Houd de knoppen gedraaid tot op het
display wordt weergegeven.
3. Laat de knoppen los.
Om de toetsblokkering te verwijderen,
moeten de eerder beschreven handelingen
herhaald worden.
Foutcodes
Indien het display één van de volgende
foutcodes , weergeeft, moet
contact worden opgenomen met de
technische bijstand.
De laatst ingestelde zone heeft
prioriteit.
De toetsblokkering is een
mechanisme waarmee het
apparaat kan worden beschermd
tegen onbedoeld of onjuist
gebruik.
Als de knoppen langer dan 30
seconden in positie A gedraaid
blijven, verschijnt op de displays
het foutbericht
Na een lange onderbreking van
de energie zal de toetsblokkering
gedeactiveerd worden. Activeer
de functie, indien noodzakelijk,
zoals eerder werd beschreven.
Gebruik
290
3.5 Het gebruik van de oven
Display
Controlelamp Eco Logic
Controlelamp pyrolyse (enkel op
pyrolyse-modellen)
Controlelamp Show-room stand
Controlelamp kookwekker
Controlelamp bereiding met tijdinstelling
Controlelamp geprogrammeerde
bereiding
Controlelamp klok
Controlelamp kinderblokkering
Controlelamp draaispit (enkel op
sommige modellen)
Controlelamp van de deurblokkering
Niveaubereik temperatuur
Functioneringsvoorwaarden
Stand-by: Wanneer geen enkele functie is
gekozen, toont het display de actuele tijd
.
ON: Het display toont de ingestelde
parameters, zoals de temperatuur, de duur
en het niveaubereik als een willekeurige
functie is gestart.
Gebruik
291
NL
Bij elke druk op de temperatuurknop tijdens
een functie wordt de staat van de
parameters cyclisch in de volgende
volgorde weergegeven.
Temperatuur
Tijdsduur timer kookwekker
Duur functie
Tijdsduur geprogrammeerde bereiding
(als de bereiding met tijdinstelling is
ingesteld)
Weergave tijd
In elke staat kan de waarde worden
gewijzigd door de temperatuurknop naar
rechts of naar links te draaien. Houd de
knop gedraaid om de wijziging sneller uit te
voeren.
Instelling van de tijd
Bij het eerste gebruik of na een
stroomonderbreking zal op de display van
het apparaat het symbool
knipperen. Om te kunnen beginnen met een
bereiding zal u de juiste tijd moeten
instellen.
1. Draai aan de temperatuurknop om de
weergegeven tijd in te stellen (houd de
knop gedraaid om de tijd sneller of
trager te doen verlopen).
2. Druk op de temperatuurknop.
3. De temperatuurknop draaien om de
minuten in te stellen (de knop blijven
draaien voor een snellere toename of
afname).
4. De temperatuurknop indrukken om de
instelling te beëindigen.
Het kan zijn dat u de huidige tijd
moet wijzigen, bijvoorbeeld bij de
overgang naar de zomertijd.
Houd vanuit de stand-by stand de
temperatuurknop naar links of naar
rechts gedraaid tot de uren gaan
knipperen.
Het is niet mogelijk om het uur te
wijzigen als het apparaat zich niet
in ON bevindt.
Gebruik
292
Bereidingsfuncties
1. Selecteer de gewenste
bereidingsfunctie door de functieknop
in te drukken en eraan te draaien.
2. Draai aan de temperatuurknop en druk
deze in om de bereidingstemperatuur
te wijzigen.
3. De functieknop indrukken om de
traditionele bereiding te starten.
Voorverwarmingsfase
De bereiding wordt voorafgegaan door
een voorverwarmingsfase die het apparaat
sneller op de bereidingstemperatuur brengt.
Deze fase wordt aangeduid door het
knipperen van het niveaubereik.
Aan het einde van de voorverwarming
brandt het niveaubereik , en hoort u
een geluidssignaal dat aangeeft dat
het voedsel in de ovenruimte geplaatst
kan worden.
Een functie kan op elk ogenblik
onderbroken worden door de
functieknop minstens 3 seconden
lang ingedrukt te houden.
Gebruik
293
NL
Lijst van de functies
Eco
Deze functie wordt aanbevolen
voor de bereiding op één vlak, met
een laag energieverbruik.
Ideaal voor de bereiding van vlees,
vis en groenten. Niet geschikt voor
levensmiddelen die moeten rijzen.
Voor een maximale besparing van
de energie en een kortere
bereidingstijd wordt het aanbevolen
om de levensmiddelen in te
ovenruimte te plaatsen zonder deze
voor te verwarmen.
In de ECO-functie tijdens de
bereiding de deur niet openen.
In de ECO-functie duren de
bereidingstijden (en de eventuele
voorverwarming) langer.
Statisch
De warmte wordt gelijktijdig
bovenaan en onderaan afgegeven,
en maakt dit systeem geschikt voor
het bereiden van speciale types van
voedsel. De traditionele bereiding,
die ook statisch wordt genoemd, is
geschikt voor het klaarmaken van
één gerecht per keer. Het is ideaal
voor alle types van gebraden,
brood en gevulde taarten, en het is
vooral geschikt voor vet vlees zoals
gans en eend.
Grill
Met de door de grillweerstand
afgegeven warmte, kunnen uitstekende
resultaten bereikt worden zoals het
roosteren van dun en iets dikker vlees,
en in combinatie met het draaispit
(waar voorzien) wordt op het einde
van de bereiding een uniforme
goudbruine kleur verkregen. Ideaal
voor worsten, ribbetjes en bacon. Met
deze functie kan een grote
hoeveelheid voedsel, en vooral vlees,
uniform gegrild worden.
Onderwarmte
De enkel van onder afkomstige
warmte voltooit de bereiding van
voedsel dat een hogere
basistemperatuur nodig heeft, zonder
dat dit gevolgen heeft voor hun
bruiningsgraad. Ideaal voor gebak of
hartige taarten, vlaaien en pizza.
Statisch+ventilator
De werking van de ventilator,
gecombineerd met de traditionele
bereiding, verzekert ook voor
ingewikkelde recepten homogene
bereidingen. Ideaal voor koekjes en
taarten, die ook gelijktijdig op
meerdere niveaus bereid kunnen
worden. (Voor bereidingen op
meerdere niveaus raden we u aan om
het 2e en het 4e niveau te gebruiken).
Geventileerde grill
De lucht afkomstig van de ventilator
verzacht de krachtige
warmtegolven afkomstig van de
grill, zodat ook dik voedsel
uitstekend wordt gegrild. Ideaal
voor grote stukken vlees (bijv.
varkensscheenbeen).
Gebruik
294
Timer
1. Druk één maal op de temperatuurknop
(2 maal als de bereidingsfase al bezig is).
Op het display verschijnen de cijfers
en de controlelamp
knippert.
2. Aan de temperatuurknop draaien om
de tijdsduur in te stellen (van 1 minuut
tot 4 uur). Na enkele seconden stopt
het controlelampje met knipperen
en begint het aftellen.
3. U kunt nu de gewenste functie
selecteren. Wachten tot het
geluidssignaal aanduidt dat de tijd is
verstreken. Het controlelampje
knippert.
Geventileerde onderwarmte
Met de combinatie van onderste
weerstand wordt de bereiding
sneller voltooid. Dit systeem wordt
aanbevolen voor het steriliseren of
voor het voltooien van de bereiding
van voedsel dat reeds goed
oppervlakkig gaar is, maar nog niet
binnenin, en waarvoor dus een
gematigde bovenwarmte nodig is.
Ideaal voor elk type van voedsel.
Circulatie
Met de combinatie van de
ventilator en het element
luchtcirculatie (dat zich in het
achterste gedeelte van de
ovenruimte bevindt) kunnen
verschillende soorten voedsel op
meerdere vlakken bereid worden,
mits deze dezelfde temperatuur en
bereidingswijze vereisen. De
warmeluchtcirculatie verzekert een
onmiddellijke en uniforme verdeling
van de warmte. Het zal
bijvoorbeeld mogelijk zijn om
gelijktijdig (op meerdere vlakken)
vis, groenten en koekjes klaar te
maken, zonder dat de geur en de
smaak gemengd zullen worden.
Turbo
Met de combinatie van de
geventileerde bereiding en de
traditionele bereiding kan erg snel
en doeltreffend verschillend voedsel
op meerdere niveaus klaargemaakt
worden, zonder het mengen van
geuren of smaken. Ideaal voor
omvangrijk voedsel waarvoor een
intense bereiding nodig is.
Deze functie zal de bereiding niet
onderbreken, maar enkel het
geluidssignaal activeren.
De timer kan zowel tijdens de fase
van de bereiding als in stand-by
(slaapstand) van het apparaat
worden geactiveerd.
Gebruik
295
NL
4. Deactiveer het geluidssignaal door een
van de twee knoppen in te drukken en
eraan te draaien.
5. Verleng de kookwekker door aan de
temperatuurknop te draaien.
Bereiding met tijdinstelling
1. Nadat een bereidingsfunctie en -
temperatuur zijn geselecteerd, moet
drie maal op de temperatuurknop
gedrukt worden. Op het display
verschijnen de cijfers en
de controlelamp knippert.
2. De temperatuurknop naar rechts of
naar links draaien om de duur van de
bereiding van 00:01 tot 12:59 in te
stellen. Houd de knop gedraaid om de
wijziging sneller uit te voeren.
3. Enkele seconden na instelling van de
gewenste tijdsduur stopt het
controlelampje met knipperen en is
de bereiding met tijdinstelling
begonnen.
4. Aan het einde van de bereiding wordt
op het display
weergegeven en wordt een
geluidssignaal geactiveerd.
U kunt de timer kookwekker
uitschakelen door de waarde op
nul in te stellen
Met bereiding met tijdinstelling
wordt de functie bedoeld
waarmee u met de bereiding kunt
beginnen, en deze na een
ingestelde tijd kan doen eindigen.
De activering van een bereiding
met tijdinstelling annuleert de
eventuele timer kookwekker die
eerder werd ingesteld.
Om de bereiding in de
handmatige modus te verlengen
de temperatuurknop opnieuw
indrukken. Het apparaat zal de
normale werking hervatten met de
instellingen van de bereiding die
eerder geselecteerd werden.
Gebruik
296
5. Deactiveer het geluidssignaal door een
van de twee knoppen in te drukken en
eraan te draaien of open de deur.
De ingestelde gegevens in de bereiding
met tijdinstelling wijzigen
Tijdens de bereiding met tijdinstelling kan
de ingestelde tijdsduur worden gewijzigd:
1. Wanneer het controlelampje
continue brandt en het apparaat zich in
de bereidingsfase bevindt, drukt u twee
keer op de temperatuurknop. Het
controlelampje begint te
knipperen.
2. De temperatuurknop naar rechts of links
draaien om de eerder ingestelde tijd te
wijzigen.
Geprogrammeerde bereiding
1. Nadat een bereidingsfunctie en -
temperatuur zijn geselecteerd, moet
drie maal op de temperatuurknop
gedrukt worden. Op het display
verschijnen de cijfers en
de controlelamp knippert.
2. De knop naar rechts of naar links
draaien om de duur van de bereiding
van 00:01 tot 12:59 in te stellen. De
knop blijven draaien voor een snelle
toename of afname.
Draai de temperatuurknop naar
rechts om het geluidssignaal te
deactiveren en een extra
bereiding met tijdinstelling te
selecteren.
Draai de functieknop naar rechts
of naar links om het geluidssignaal
te deactiveren en een andere
bereidingsfunctie te selecteren.
Schakel het apparaat uit door de
functieknop ingedrukt te houden.
Met geprogrammeerde bereiding
wordt de functie bedoeld die
automatisch stopt op een door de
gebruiker vastgestelde tijd,
waarna het apparaat automatisch
uitschakelt.
Gebruik
297
NL
3. Druk voor de vierde keer op de
temperatuurknop. Het controlelampje
knippert. Draai de knop naar rechts of
links om het einde van de bereidingstijd
in te stellen.
4. Na een aantal seconden houden de
controlelampjes en op met
knipperen. Het apparaat wacht het
begin van de geprogrammeerde
bereidingstijd af.
5. Aan het einde van de bereiding wordt
op het display
weergegeven en wordt een
geluidssignaal geactiveerd.
6. Deactiveer het geluidssignaal door een
van de twee knoppen in te drukken en
eraan te draaien of open de deur.
Om de bereiding in de
handmatige modus te verlengen
de temperatuurknop opnieuw
indrukken. Het apparaat zal de
normale werking hervatten met de
instellingen van de bereiding die
eerder geselecteerd werden.
Bij de bereiding met tijdinstelling
wordt de oven 10 minuten eerder
ingeschakeld zodat het apparaat
de benodigde
bereidingstemperatuur kan
bereiken (voorverwarming).
Schakel het apparaat uit door de
functieknop ingedrukt te houden.
Uit veiligheidsoverwegingen is het
niet mogelijk om enkel het tijdstip
van het einde van de
bereidingstijd in te stellen, zonder
dat de tijdsduur ervan wordt
ingesteld.
Gebruik
298
Wijziging van de ingestelde gegevens
van de geprogrammeerde bereiding
Tijdens de werking kan de tijdsduur van de
geprogrammeerde bereiding gewijzigd
worden:
1. Wanneer de controlelampjes en
continue branden en het apparaat in
afwachting is om de bereiding te
beginnen, drukt u twee maal op de
temperatuurknop. Het controlelampje
begint te knipperen.
2. De temperatuurknop naar rechts of links
draaien om de eerder ingestelde tijd te
wijzigen.
3. Druk nogmaals op de temperatuurknop.
Het controlelampje gaat uit en het
controlelampje begint te
knipperen. Op de display wordt het
einde van de bereidingstijd
weergegeven.
4. De temperatuurknop naar rechts of links
draaien om het einde van de kooktijd
te verlengen.
5. Na enkele seconden stoppen de
controlelampjes en met
knipperen en wordt de
geprogrammeerde bereiding
voortgezet met de nieuwe instellingen.
3.6 Advies voor bereidingen
Algemeen advies
Gebruik de geventileerde functie voor
het verkrijgen van een gelijkmatige
bereidingsgraad op de verschillende
niveaus.
Het verhogen van de temperatuur verkort
niet de bereidingstijden (het voedsel zou
aan de buitenkant erg gaar kunnen zijn,
maar minder aan de binnenkant).
De bereidingstijden van kleiner
gesneden stukken zijn voor hetzelfde
gewicht korter dan voor het hele stuk.
Advies voor het bereiden van
vleesgerechten
De bereidingstijden hangen af van de
dikte en van de kwaliteit van het voedsel,
en van de smaak van de consument.
Gebruik een vleesthermometer voor
gebraad, of druk met een lepel op het
gebraad. Als het gebraad stevig
aanvoelt is het klaar, anders moet de
bereiding nog een aantal minuten
doorgaan.
Aanbevelingen voor bereidingen met de
grill
Het grillen van vlees kan zowel
uitgevoerd worden bij koude als bij
voorverwarmde oven, als het resultaat
van de bereiding gewijzigd moet
worden.
Bij de functie van de geventileerde grill
wordt daarentegen aanbevolen om de
ovenruimte eerst voor te verwarmen.
Er wordt aanbevolen om het voedsel in
het midden van het rooster te plaatsen.
Nadat de tijdsduur van de
bereiding is gewijzigd, moet het
tijdstip van het einde van de
kooktijd opnieuw ingesteld
worden.
Gebruik
299
NL
Advies voor het bereiden van gebak en
koekjes
Gebruik bij voorkeur metalen en
donkerkleurige bakvormen; deze helpen
de warmte beter te absorberen.
De temperatuur en de tijdsduur van de
bereiding hangen af van de kwaliteit en
de dikte van het deeg.
Plaats de gerechten bij de bereiding op
meerdere vlakken het liefst op het 2e en
het 4e vlak, verleng de bereidingstijd met
een enkele minuut en gebruik uitsluitend
de geventileerde functies.
U kunt nagaan of het gebak van binnen
voldoende gebakken is door een
tandenstoker in het hoogste deel te
prikken. Wanneer het deeg niet aan de
tandenstoker blijft plakken, is het gebak
klaar.
Wanneer het gebak inzakt wanneer het
uit de oven wordt gehaald, moet bij de
volgende bereiding de temperatuur
ongeveer 10°C lager worden ingesteld,
en moet eventueel een langere kooktijd
geselecteerd worden.
De bereidingstijd van schuimpjes en
soezen variëren afhankelijk van de
afmeting.
Advies voor ontdooien en rijzen
Plaats het ingevroren voedsel, zonder
verpakking en in een recipiënt zonder
deksel, op het eerste niveau van de
ovenruimte.
Vermijd opeenstapeling van
voedingsmiddelen.
Om vlees te ontdooien kunt u een rooster
gebruiken op het tweede niveau, en een
ovenschaal op het eerste niveau. Op
deze manier blijft het voedsel niet in
contact met de vloeistof van de
ontdooiing.
Brood en fruit in stukken ontdooien
binnen dezelfde tijd, ongeacht het
aantal en het totale gewicht.
De meest delicate delen kunnen bedekt
worden met aluminiumfolie.
Voor het rijzen wordt aanbevolen om
onderin de ovenruimte een bakje met
water te zetten.
Om energie te besparen
Stop de bereiding enkele minuten
voordat de normale bereidingstijd
verstrijkt. De bereiding zal gedurende de
resterende minuten worden voortgezet
door de warmte die zich in de oven
heeft opgehoopt.
Open de deur van de oven zo weinig
mogelijk, zodat de warmte niet verloren
gaat.
Houd de binnenkant van het apparaat
altijd goed schoon.
(Waar aanwezig) Indien de pizzasteen
niet wordt gebruikt, moet deze van de
bodem van de ovenruimte worden
verwijderd.
Gebruik
300
3.7 Speciale functies
Ontdooien op tijd
1. Plaats het gerecht in de ovenruimte.
2. Selecteer de functie ontdooien op tijd
door de functieknop in te drukken en
eraan te draaien.
3. Draai aan de temperatuurknop om de
duur in te stellen (van 1 tot 99 minuten).
4. Druk op de temperatuurknop om de
ingestelde duur te bevestigen.
knippert.
5. Druk op de functieknop om het
ontdooien op tijd te starten.
6. Aan het einde wordt op het display
weergegeven en wordt
een geluidssignaal geactiveerd.
7. Deactiveer het geluidssignaal door een
van de twee knoppen in te drukken en
eraan te draaien of open de deur.
8. Houd de functieknop minstens 3
seconden lang ingedrukt om de functie
te verlaten.
Rijzen
1. Plaats het deeg dat moet rijzen op het
tweede niveau.
2. Selecteer de functie Rijzen door
de functieknop in te drukken en eraan
te draaien. knippert.
3. Druk op de functieknop om het rijzen te
starten.
4. Aan het einde wordt op het display
weergegeven en wordt
een geluidssignaal geactiveerd.
5. Deactiveer het geluidssignaal door een
van de twee knoppen in te drukken en
eraan te draaien of open de deur.
6. Houd de functieknop minstens 3
seconden lang ingedrukt om de functie
te verlaten.
In de functie rijzen kunt u de
temperatuur niet wijzigen.
Voor het rijzen wordt aanbevolen
om onderin de ovenruimte een
bakje met water te zetten.
Gebruik
301
NL
Sabbat bereiding
1. Selecteer de functie Sabbat bereiding
door de functieknop in te
drukken en eraan te draaien.
2. Draai aan de temperatuurknop en druk
deze in om de temperatuur van de
functie te wijzigen.
3. Druk op de temperatuurknop om de
ingestelde temperatuur te bevestigen.
knippert.
4. Start de functie Sabbat bereiding door
op de functieknop te drukken.
5. Houd de functieknop minstens 3
seconden lang ingedrukt om de functie
te verlaten.
Aan de hand van deze functie kunt
u levensmiddelen bereiden
volgens de voorschriften die voor
de Joodse rustdag gelden.
Het apparaat vertoont een
bepaald gedrag:
De bereiding kan een
onbepaalde tijd doorgaan.
Geen enkele tijdinstelling is
mogelijk.
De oven verricht geen enkele
vorm van voorverwarming.
De bereidingstemperatuur die u
kunt selecteren, varieert van 60
tot 100 °C.
De lamp in de ovenruimte is
gedeactiveerd. Bij het openen
van de deur of een handmatige
activering met de knop gaat de
lamp niet aan.
De interne ventilator is
gedeactiveerd.
De verlichting van de knoppen
en de aanduidingen is
gedeactiveerd.
U kunt geen enkele parameter
wijzigen als de functie Sabbat
bereiding geactiveerd is.
Geen enkele actie op de knoppen
heeft effect; alleen de functieknop
blijft actief om het apparaat uit te
kunnen schakelen.
Gebruik
302
Ontdooien op gewicht
1. Plaats het gerecht in de ovenruimte.
2. Druk de functieknop in en draai eraan
om de ontdooifunctie op gewicht,
aangegeven door en de
verlichte symbolen gerechten
, te kiezen.
3. Druk op de functieknop om het
ontdooien op gewicht te starten.
4. Selecteer het type levensmiddel dat u
wilt ontdooien door aan de functieknop
te draaien.
5. Selecteer het gewicht (in grammen) van
het levensmiddel dat u wilt ontdooien
door aan de temperatuurknop te
draaien.
6. Bevestig de ingestelde parameters en
start het ontdooien door op de
functieknop te drukken.
7. Aan het einde wordt op het display
weergegeven en wordt
een geluidssignaal geactiveerd.
8. Deactiveer het geluidssignaal door een
van de twee knoppen in te drukken en
eraan te draaien of open de deur.
9. Houd de functieknop minstens 3
seconden lang ingedrukt om de functie
te verlaten.
Ingestelde parameters
* De bereidingstijden kunnen variëren
naargelang de vorm en de afmeting van
het te ontdooien voedsel.
Met deze functie kunt u afhankelijk
van het gewicht en het type
levensmiddel levensmiddelen
ontdooien.
dE Type
Gewicht
(g)
Tijd
(min)*
01 Vlees 500 120
02 Vis 300 55
03 Fruit 300 35
04 Brood 300 25
Gebruik
303
NL
3.8 Automatische programma’s
De automatische bereidingsprogramma’s
zijn afhankelijk van het te bereiden type
gerecht ingedeeld.
1. Druk de functieknop in en draai eraan
om de bereiding met automatische
programma’s, aangegeven door
en de verlichte symbolen
gerechten , te kiezen.
2. Bevestigde bereiding met automatische
programma’s door op de functieknop
te drukken.
3. Draai aan de functieknop om het
gewenste programma (zie Tabel
automatische programma’s) te
selecteren.
4. Selecteer het gewicht (in gram) van het
levensmiddel dat u wilt bereiden door
aan de temperatuurknop te draaien.
5. Aan het einde van de voorverwarming
knippert . Plaats het te
bereiden gerecht in de oven en druk op
de functieknop om de bereiding te
starten.
6. Aan het einde wordt op het display
weergegeven en wordt
een geluidssignaal geactiveerd.
7. Deactiveer het geluidssignaal door een
van de twee knoppen in te drukken en
eraan te draaien of open de deur.
8. Houd de functieknop minstens 3
seconden lang ingedrukt om de functie
te verlaten.
Bij de automatische programma’s
kan een geprogrammeerde
bereiding worden ingesteld.
Een functie kan op elk ogenblik
onderbroken worden door de
functieknop minstens 3 seconden
lang ingedrukt te houden.
Gebruik
304
Tabel automatische programma’s
VLEES (01 - 05)
VIS (06 - 07)
Pr Subtype
Gewicht
(g)
Niveau Functie
Temperatuur
(°C)
Tijd
(minuten)
01 Rosbief (medium gaar)
1300 2 200 56
02 Varkensrugstuk
800 2 190 88
03 Lam (medium gaar)
2000 2 190 105
04 Kalf
1000 2 190 80
05 Gebraden kip (heel)
1000 2 200 80
Pr Subtype
Gewicht
(g)
Niveau Functie
Temperatuur
(°C)
Tijd
(minuten)
06 Verse vis (heel)
500 2 160 35
07 Diepgevroren vis
600 2 160 50
Gebruik
305
NL
GROENTEN (08 - 10)
(1)
Het wordt aanbevolen om levensmiddelen aan beide zijden te roosteren volgens de
tijden die in de tabel zijn gegeven. De aangegeven langere tijd verwijst altijd naar de
eerste zijde van het rauwe levensmiddel die moet worden bereid.
GEBAK (11 - 13)
Pr Subtype
Gewicht
(g)
Niveau Functie
Temperatuur
(°C)
Tijd
(minuten)
08 Gemengde en gegrilde
500 4 250
15 + 8
(1)
09 Gebakken
1000 2 200 33
10 Gebakken aardappels
1000 2 200 30
Pr Subtype
Gewicht
(g)
Niveau Functie
Temperatuur
(°C)
Tijd
(minuten)
11 Koekjes
500 2 160 23
12 Muffin
500 2 160 21
13 Confituurtaart
1000 2 170 43
Gebruik
306
BROOD - PIZZA - PASTA (14-20)
(2)
Breng de pizzasteen aan op de bodem van de ovenruimte. De bereidingstijd van een
diepgevroren pizza die op de pizzasteen afgebakken wordt, varieert niet, ongeacht het
gewicht.
Pr Subtype
Gewicht
(g)
Niveau Functie
Temperatuur
(°C)
Tijd
(minuten)
14 Gerezen brood (broodje)
1000 2 200 27
15 Dieppan pizza
1000 2 280 12
16 Pizza op steen
500
1
(2)
280 7
17 Pasta uit de oven
2000 1 220 35
18 Lasagne
2000 1 230 40
19 Paella
500 2 190 25
20 Quiche Lorraine
1000 1 200 40
De tijden die aangeduid worden
in de tabellen zijn exclusief de
voorverwarmingstijden. Ze
verwijzen naar hele stukken. De
bereidingstijd wordt korter als het
levensmiddel in kleinere stukken
wordt gesneden.
Gebruik
307
NL
3.9 Secundair menu
Het apparaat is tevens uitgerust met een
verborgen “secundair menu”, waarmee de
gebruiker het volgende kan uitvoeren:
De stand Kinderblokkering activeren of
deactiveren.
De Show-room stand activeren of
deactiveren (die alle
verwarmingselementen deactiveert en
enkel het bedieningspaneel laat
werken).
De stand Laag Vermogen (Eco-Logic)
activeren of deactiveren.
De stand warmte behouden (Keep
Warm) activeren of deactiveren.
De tijdinstelling van de lamp (Eco Light)
activeren of deactiveren.
Als het apparaat in stand-by staat
1. Het activeren van de binnenverlichting,
door de temperatuurknop snel te
draaien.
2. Houd minstens 5 seconden lang de
temperatuurknop ingedrukt.
3. Draai de temperatuurknop naar rechts
of links om de status van de instelling
(ON/OFF) te wijzigen.
4. Druk op de temperatuurknop om over
te gaan naar de volgende instelling.
Stand kinderblokkering
Deze stand blokkeert automatisch na een
minuut normale werking de bedieningen
van het apparaat, zonder enige
tussenkomst van de gebruiker.
Bij normale werking wordt deze aangeduid
door de controlelamp
.
Gebruik
308
Om de blokkering tijdelijk uit te schakelen
tijdens een bereiding, moet de
temperatuurknop 5 seconden ingedrukt
gehouden worden. De beveiliging zal één
minuut na de laatste instelling weer actief
worden.
Show-room stand (enkel voor
exposanten)
Deze stand laat toe om de
verwarmingselementen te deactiveren,
terwijl men toch gebruik kan maken van het
bedieningspaneel.
Om de oven normaal te gebruiken, moet
deze stand op OFF ingesteld worden.
Als de standen van de knoppen
worden gewijzigd, wordt twee
seconden lang op het
display weergegeven.
Ook als de kinderblokkering
geactiveerd is, kunt u het apparaat
onmiddellijk uitschakelen door 3
seconden lang op de functieknop
te drukken.
Als de stand actief is, licht het
controlelampje op het display
op.
Gebruik
309
NL
Stand laag vermogen
Met deze stand kunt u het verbruik van de
oven beperken.
Ideaal om meerdere huishoudelijke
apparaten tegelijkertijd te kunnen
gebruiken.
HI: normaal vermogen.
LO: laag vermogen.
Stand warmte behouden
In deze stand kan het apparaat aan het
einde van een bereiding waarvan de duur
is ingesteld (als deze niet handmatig wordt
onderbroken) het zojuist bereide voedsel
ongeveer 1 uur lang (op lage temperatuur)
warm houden.
Wanneer de stand laag vermogen
wordt geactiveerd, kan de
tijdsduur van de voorverwarming
en van de bereiding langer duren.
Als de stand actief is, licht het
controlelampje op het display
op.
Gebruik
310
Stand tijdinstelling lamp
Voor een verdere besparing van de
energie wordt de lamp automatisch één
minuut na het begin van de bereiding
gedeactiveerd.
Stel deze stand in op OFF om te
voorkomen dat het apparaat de lamp
automatisch na een minuut deactiveert.
3.10 Gebruik van de bergruimte
Aan de onderkant van het fornuis is een
bergruimte aangebracht die u kunt
gebruiken voor het opbergen van pannen
of metalen voorwerpen die u voor het
gebruik van het apparaat nodig heeft.
1. Open de bergruimte door voorzichtig
op de linkerzijde van het klepje te
drukken tot u een klik waarneemt.
2. Laat het klepje van de bergruimte
voorzichtig los.
3. Sluit de bergruimte door het klepje op
te tillen tot u een klik waarneemt.
De handmatige controle van de
in-/uitschakeling is echter altijd
mogelijk door de temperatuurknop
in de beide instellingen naar rechts
te draaien.
Reiniging en onderhoud
311
NL
4 Reiniging en onderhoud
4.1 Waarschuwingen
4.2 Reiniging van de glaskeramische
kookplaat
Om de oppervlakken in goede staat te
houden, moeten ze na elk gebruik
gereinigd worden nadat ze afgekoeld zijn.
Eventuele lichtgekleurde sporen,
veroorzaakt door pannen met een
aluminium bodem, kunnen worden
verwijderd met een met azijn bevochtigde
doek.
Als er na het gebruik van de kookplaat
verbrande resten achterblijven, moeten
deze worden verwijderd. Spoel met water
en droog goed met een schone doek.
Zandkorrels die eventueel op de
kookplaat gevallen zijn tijdens het wassen
van sla of aardappelen zouden de plaat
kunnen krassen wanneer de pannen
verschoven worden.
Verwijder eventuele zandkorrels dus
onmiddellijk van het oppervlak van de
kookplaat.
Kleurwijzigingen zijn niet van invloed op
de werking en de stabiliteit van het glas.
Het betreft geen wijzigingen van het
materiaal van de kookplaat, maar
eenvoudige resten die niet verwijderd
werden en die dus verbrandden.
Incorrect gebruik
Gevaar voor beschadiging van
de oppervlakken
Reinig het apparaat niet met een
stoomreiniger.
Gebruik op de stalen delen of de delen
waarvan het oppervlak met metalen
afwerkingen werd behandeld (bijv.
elektrolytische oxidatie, vernikkeling,
verchroming) geen producten die
chloor, ammoniak of bleekmiddel
bevatten.
Gebruik geen schurende of bijtende
middelen op de glazen onderdelen
(bijv. poeders, ontvlekkers of
metaalsponsjes).
Gebruik geen ruw, schurend of scherp
materiaal.
Stop de verwijderbare onderdelen,
zoals de roosters van de kookplaat, de
vlamverdelers en de deksels niet in de
vaatwasser.
Er wordt aanbevolen om
reinigingsproducten van de
fabrikant te gebruiken.
Reiniging en onderhoud
312
Er kunnen glanzende oppervlakken
gevormd worden als het gevolg van het
verschuiven van de bodems van de
pannen, vooral indien ze van aluminium
zijn, en indien niet geschikte
reinigingsmiddelen gebruikt worden. Het is
moeilijk om deze te verwijderen met behulp
van gewone reinigingsproducten. Het kan
zijn dat de reiniging meerdere keren
herhaald moet worden. Het gebruik van
bijtende reinigingsmiddelen, of de wrijving
met de bodem van de pannen, kan de
decoratie van de kookplaat mettertijd
polijsten en zou de vorming van vlekken
kunnen bevorderen.
Dagelijkse gewone reiniging
Gebruik steeds en uitsluitend specifieke
producten, die geen schurende of zure
stoffen op chloorbasis bevatten.
Giet het product op een vochtige doek en
wrijf het over het oppervlak, spoel
zorgvuldig af, en droog met een zachte
doek of met een microvezeldoek.
Wekelijkse reiniging
Reinig en verzorg de kookplaat wekelijks
met een gewoon product voor de reiniging
van glaskeramiek. Neem de aanwijzingen
van de producent altijd in acht. Het silicone
dat aanwezig is in deze producten
produceert een beschermend
waterafstotend en vuilbestendig laagje. Alle
vlekken blijven achter op dat laagje en
kunnen dus makkelijk verwijderd worden.
Droog daarna het oppervlak met een
schone doek. Let op dat er geen resten
reinigingsmiddel achterblijven op de
kookplaat, omdat ze een bijtende reactie
zouden kunnen hebben wanneer de plaat
verwarmd wordt en de structuur ervan
zouden kunnen wijzigen.
Voedselresten of -vlekken
Gebruik absoluut geen metalen sponzen of
scherpe krabbers zodat de oppervlakken
niet worden beschadigd.
Gebruik normale en niet-schurende
producten, en eventueel houten of plastic
gerei. Spoel zorgvuldig, en droog met een
zachte doek of met een microvezeldoek.
Laat etensresten op basis van suiker (bijv.
marmelade) in het apparaat niet opdrogen,
dit kan het email binnenin aantasten.
Reiniging en onderhoud
313
NL
4.3 Reiniging van de deur
Het is raadzaam de ruiten van de deur
altijd schoon te houden. Gebruik
absorberend keukenpapier. Gebruik in
geval van hardnekkig vuil een vochtige
spons en een gewoon reinigingsmiddel.
Demontage van de deur
Om de reiniging van de oven te
vergemakkelijken, kunt u de ovendeur
verwijderen en op een theedoek leggen.
Ga voor de verwijdering van de deur als
volgt te werk:
1. Open de deur volledig en plaats de
twee pinnetjes in de openingen van de
scharnieren zoals op de afbeelding.
2. Neem de deur aan beide kanten en
met beide handen vast, hef hem op met
een hoek van ongeveer 30°, en
verwijder hem.
3. Om de deur weer te monteren, moeten
de scharnieren in de daarvoor
bestemde openingen in de oven
geplaatst worden, zodat de gleuven A
helemaal op de openingen steunen.
Laat de deur zakken zodat ze
geplaatst wordt, en verwijder de
pinnetjes uit de openingen in de
scharnieren.
Reiniging en onderhoud
314
Demontage van de binnenruiten
Voor een gemakkelijke schoonmaak,
kunnen de binnenruiten van de deur
worden gedemonteerd.
1. Verwijder de interne ruit door ze
achteraan voorzichtig naar boven te
trekken, en volg de beweging die
wordt aangeduid door de pijlen (1).
2. Schuif de interne ruit uit de lijst aan de
voorkant (2) om de ruit uit de deur te
verwijderen.
3. Verwijder de tussenruit door ze naar de
andere ruit toe op te heffen.
4. Maak de buitenruit schoon, evenals de
voorheen verwijderde ruiten. Gebruik
absorberend keukenpapier. Bij
hardnekkig vuil moet een vochtige
spons en een neutraal reinigingsmiddel
gebruikt worden.
5. Breng aan het einde van de reiniging
de tussenruit weer op diens plaats in de
deur aan.
6. Breng de interne ruit aan door de
bovenkant in de lijst van de deur te
schuiven en druk de 2 pennen aan de
achterkant voorzichtig op hun plaats.
De pyrolyse-uitvoering bevat 2
tussenruiten.
Reiniging en onderhoud
315
NL
4.4 Reiniging van de ovenruimte
Om de ovenruimte in goede staat te
houden, moet hij na afkoeling regelmatig
gereinigd worden.
Laat geen voedselresten in de ovenruimte
opdrogen aangezien daardoor de lak
beschadigd kan raken.
Verwijder de uitneembare delen alvorens
de ovenruimte te reinigen.
Voor een eenvoudige reiniging wordt
aanbevolen om het volgende te
demonteren:
de deur;
de frames voor roosters/ovenschalen;
de eventueel uitneembare geleiders;
de pakking.
Verwijdering van de geleiderframes voor
de roosters/ovenschalen
Door de geleiderframes voor roosters/
ovenschalen te verwijderen, kan de
reiniging van de zijdelingse delen
eenvoudiger worden uitgevoerd.
Om de geleiderframes voor de roosters/
ovenschalen te verwijderen:
Trek het frame naar de binnenkant van
de ovenruimte zodat het uit de
klemverbinding A komt, en verwijder het
uit de zittingen achteraan B.
Herhaal na de reiniging de net
beschreven handelingen om de
geleiderframes voor de roosters/
ovenschalen weer aan te brengen.
Als specifieke reinigingsmiddelen
gebruikt worden, beveelt men aan
om het apparaat circa 15/20
minuten op de maximale
temperatuur te laten werken om
eventuele resten te elimineren.
Reiniging en onderhoud
316
Handmatige deactivering van de hendel
van de deurblokkering
De hendel van de deurblokkering bevindt
zich in de eerste sleuf links onder het
bedieningspaneel, bovenaan aan de
voorkant van de oven.
Tijdens de normale reiniging kan de hendel
van de deurblokkering per ongeluk
geactiveerd worden.
hendel van de deurblokkering geactiveerd
(bovenaanzicht)
1. Verplaats de hendel van de
deurblokkering helemaal naar rechts.
(bovenaanzicht)
2. Laat de hendel van de deurblokkering
voorzichtig los.
De veer van het mechanisme plaatst de
hendel van de deurblokkering in de
gedeactiveerde stand.
Probeer de hendel van de deurblokkering
nooit te deactiveren door deze hard naar
links de duwen, om het mechanisme niet te
beschadigden.
(bovenaanzicht)
Incorrect gebruik
Gevaar op verbranding
De volgende handelingen moeten altijd
bij koud en uitgeschakeld apparaat
worden verricht.
Probeer tijdens de pyrolyse de hendel
van de deurblokkering nooit met de
hand te deactiveren.
Reiniging en onderhoud
317
NL
Pyrolyse
Voorbereiding
Voor u de pyrolyse inschakelt:
Maak de interne ruit schoon
overeenkomstig de gebruikelijke
instructies.
Verwijder alle accessoires uit de oven.
Verstuif in geval van hardnekkige
afzettingen een reinigingsproduct voor
ovens op de ruit (respecteer de
waarschuwingen die aangeduid worden
op het product zelf); laat 60 minuten
inwerken, spoel daarna, en droog de
ruit met keukenpapier of met een
microvezeldoek.
Verwijder de geleiderframes voor
roosters/ovenschalen.
Verwijder de eventueel uitneembare
geleiders.
Sluit de deur.
Instelling van de pyrolyse
1. Selecteer met de functieknop een van
de reinigingsfuncties of .
2. Draai de temperatuurknop naar rechts
of links om de duur van de
reinigingscyclus in te stellen, van een
minimum van 2 uur tot een maximum
van 3 uur (behalve de functie
waarvan de duur is vastgesteld op 120
minuten).
3. Druk op de temperatuurknop om de
pyrolyse te starten.
De pyrolyse is een automatische
reinigingsprocedure met hoge
temperaturen, die het vuil zal
oplossen. Dankzij deze procedure
is het mogelijk om de binnenkant
van de ovenruimte zeer eenvoudig
te reinigen.
Incorrect gebruik
Gevaar voor beschadiging van
de oppervlakken
Verwijder voedselresten of gemorste
sporen van vroegere bereidingen uit de
ovenruimte.
Incorrect gebruik
Gevaar op verbranding
OPGELET: De pyrolyse deactiveert de
werkende kookplaat.
OPGELET: De aanduidingen op het
display worden gedeactiveerd als een
pyrolyse verricht wordt terwijl de
kookzones nog warm zijn.
Aanbevolen tijdsduur voor de
pyrolyse:
Weinig vuil: 2 uren.
Middelmatig vuil: 2 ½ uur.
Zeer vuil: 3 uren.
Reiniging en onderhoud
318
Pyrolyse
1. Op het display verschijnen het opschrift
of en de resterende tijd,
wat aanduidt dat het apparaat de
automatische reinigingscyclus uitvoert.
2. 2 minuten na aanvang van de pyrolyse
wordt de deur geblokkeerd (het
lampje
van de deurblokkering
licht op), door een voorziening die elke
poging tot opening verhindert.
3. Na afloop van de pyrolyse blijft de
deur geblokkeerd tot de temperatuur
binnenin de ovenruimte een veilig
niveau bereikt. Wacht tot de
ovenruimte is afgekoeld en veeg de
restjes binnenin weg met een
microvezeldoek.
Het is niet mogelijk om een functie
te selecteren wanneer de
deurblokkering ingeschakeld is.
Tijdens de eerste pyrolyse kunnen
er onaangename geurtjes
voorkomen, door verdamping van
de olieachtige productiestoffen. Dit
is een normaal verschijnsel dat na
de eerste reinigingscyclus
verdwijnt.
Tijdens de pyrolyse maken de
ventilatoren meer geluid omdat ze
sneller draaien. Dit maakt deel uit
van de normale werking om de
warmte beter af te voeren. Na de
pyrolyse blijft de ventilatie
automatisch ingeschakeld, en dit
lang genoeg zodat oververhitting
van de wanden van de meubels
en de voorkant van het apparaat
wordt vermeden.
Als het resultaat van de pyrolyse
bij de minimum tijdsduur niet
voldoende is, wordt aanbevolen
om voor de volgende
reinigingscycli een langere
tijdsduur in te stellen.
Reiniging en onderhoud
319
NL
Instelling van de geprogrammeerde
pyrolyse
Het tijdstip waarop de pyrolyse begint kan
net zoals de andere functies worden
geprogrammeerd.
1. Selecteer de duur van de pyrolyse, en
druk op de temperatuurknop. Op de
display verschijnt de huidige tijd en de
controlelamp licht op.
2. Draai de temperatuurknop naar links of
rechts om het tijdstip voor het einde van
de pyrolyse in te stellen.
3. Na enkele seconden lichten de
controlelampen en vast op en
is de oven in stand-by tot het tijdstip
waarop de reinigingscyclus moet
worden gestart.
4.5 Buitengewoon onderhoud
Vervanging van de lamp voor de
binnenverlichting
1. Verwijder alle accessoires uit de oven.
2. Verwijder de geleiderframes voor
roosters/ovenschalen.
3. Verwijder de kap van de lamp met
gereedschap (bijv. een
schroevendraaier).
Het is niet mogelijk om een functie
te selecteren wanneer de
deurblokkering ingeschakeld is.
Onder elektrische spanning
staande delen
Gevaar voor elektrische schok
Schakel de stroomtoevoer naar het
apparaat uit.
De ovenruimte is voorzien van een
40W-lamp.
Zorg ervoor dat het email op de
wanden van de ovenruimte geen
krassen oplopen.
Reiniging en onderhoud
320
4. Draai de lamp los en verwijder ze.
5. De nieuwe lamp aanbrengen.
6. Hermonteer de kap. Houd de
geprofileerde binnenkant van het glas (A)
naar de deur toe gericht.
7. Druk de kap stevig aan zodat deze
perfect op de fitting aansluit.
Oplossingen voor problemen…
Het apparaat werkt niet:
De schakelaar is defect: verifieer de
zekeringen in de zekeringhouder en
verifieer of de schakelaar in orde is.
Afname van het vermogen: verifieer of
de controlelampjes van het apparaat
werken.
De plaat produceert rook:
• De plaat is vuil, maak de plaat schoon
na afloop van de bereiding.
De gebruikte pannen maken veel lawaai:
• Dit vormt geen gevaar voor de plaat of
de pan, en is normaal voor bepaalde
types potten en pannen.
De oven warmt niet op:
Zekering defect: controleer de
schakelaar en vervang deze wanneer dit
nodig is.
De functieknop is niet op een functie
geplaatst: plaats de functieknop op een
functie.
Controleer of de stand “Show-room”
ingesteld werd (raadpleeg voor meer
informatie de paragraaf “Secundair
menu”).
De gerechten in de ovenruimte
verbranden binnen korte tijd:
Thermostaat defect: neem contact op
met het servicecentrum
Het gas van de oven beslaat wanneer de
oven warm is:
Dit is normaal en is te wijten aan het
temperatuurverschil: dit fenomeen heeft
geen enkel effect op de prestaties van
de oven.
Raak de halogeenlamp niet direct
met de vingers aan, gebruik altijd
isolerend materiaal.
Reiniging en onderhoud
321
NL
De display is volledig uitgeschakeld:
Controleer de stroomtoevoer.
Controleer of een eventuele meerpolige
schakelaar vóór de stroomtoevoer van
de oven zich op “On” bevindt.
De bedieningen reageren niet:
Controleer of de stand
“kinderblokkering” ingesteld is
(raadpleeg voor meer informatie de
paragraaf “Secundair menu”).
De bereidingstijden blijken te hoog
tegenover diegene die worden
aangeduid in de tabel:
Controleer of de stand “Laag vermogen”
ingesteld werd (raadpleeg voor meer
informatie de paragraaf “Secundair
menu”).
De display zal het opschrift “ERR4”
weergeven:
De deurblokkering is niet goed aan de
deur gekoppeld; dit omdat het mogelijk
is dat de deur toevallig werd geopend
tijdens de activering van de blokkering
zelf. Schakel het apparaat uit en weer
aan, en wacht enkele minuten voordat
een nieuwe reinigingscyclus wordt
geselecteerd.
De ventilator stopt met draaien wanneer
de deur wordt geopend tijdens een
geventileerde functie:
Dit is geen defect, maar de normale
werking van het product. Ze is nuttig
wanneer u tijdens de bereiding het
voedsel wilt controleren, zodat niet te
veel warmte verloren gaat. Wanneer de
deur wordt gesloten, zal de ventilator
weer gaan draaien.
Na de automatische reinigingscyclus
(pyrolyse) kan geen functie geselecteerd
worden:
Controleer of de deurblokkering
uitgeschakeld is. Indien dit niet het geval
is, is het apparaat voorzien van een
bescherming die de uitvoering van een
functie verhindert terwijl de
deurblokkering actief is. Dit is het geval
omdat de temperatuur in de ovenruimte
zodanig hoog is dat geen enkele
bereiding kan uitgevoerd worden.
Wanneer het probleem niet wordt
opgelost, of voor andere types
van defecten, neem contact op
met het dichtstbijzijnde
servicecentrum.
Indien andere foutberichten ERRx
worden gesignaleerd:
noteer het foutmelding, en de
ingestelde functie en temperatuur,
en neem contact op met het
plaatselijke servicecentrum.
Installatie
322
5 Installatie
5.1 Plaatsing
Buitenafmetingen
1
Minimumafstand tot zijwanden of andere
ontvlambare materialen.
2
Minimumbreedte inbouwkast (=A).
Zwaar apparaat
Pletgevaar
Plaats het apparaat met behulp van een
tweede persoon in het meubel.
Druk op de deur
Gevaar voor beschadiging van
het apparaat
Gebruik de open deur niet als hefboom
om het apparaat in het meubel te
plaatsen.
Oefen niet te veel kracht uit op de
geopende deur.
Til dit apparaat niet op door de
handgreep beet te pakken.
Warmteontwikkeling tijdens
werking van het apparaat
Brandgevaar
Fineerbewerkingen, kleefstoffen of
plastic bekledingen van aangrenzende
meubels moeten warmtebestendig zijn
(minstens 90°C).
A 900 mm
B 600 mm
C
1
450 mm
D 900 mm
H 750 mm
I 450 mm
L
2
900 mm
Installatie
323
NL
Afmetingen van het apparaat
Plaats van de elektrische aansluitingen en
gasaansluitingen.
Algemene informatie
Het apparaat kan geïnstalleerd worden
tegen wanden die hoger zijn dan het
werkblad, op een minimale afstand van
50 mm van de zijkant van het apparaat,
zoals wordt aangeduid in de
afbeeldingen A en C betreffende de
installatieklassen.
Keukenkasten die zich boven het werkblad
bevinden, moeten zich op een afstand van
minstens 750 mm bevinden. Bij gebruik van
een afzuigkap boven de kookplaat moet
de gebruiksaanwijzing van de afzuigkap
geraadpleegd worden om de correcte
afstand te bepalen.
Dit apparaat behoort, afhankelijk van het
installatietype, tot de klasse:
A - Klasse 1
(Apparaat vrije installatie)
B - Klasse 2 subklasse 1
(Ingebouwd apparaat)
Installatie
324
C - Klasse 2 subklasse 1
(Ingebouwd apparaat)
Plaatsing en nivellering
Nadat de gas- en de elektrische
aansluiting is uitgevoerd, moeten de vier
bijgeleverde voetjes van het apparaat
vastgedraaid worden.
Voor de stabiliteit is het absoluut
noodzakelijk dat het apparaat correct
genivelleerd wordt op de ondergrond:
Schroef het onderste gedeelte van de
voetjes open of dicht, tot het apparaat
stabiel staat en genivelleerd is.
Het apparaat moet geïnstalleerd
worden door een bevoegd
technicus, en volgens de van
kracht zijnde normen.
Zwaar apparaat
Gevaar voor beschadiging van
het apparaat
Plaats eerst de voorste voetjes en
daarna de achterste.
Installatie
325
NL
Bevestiging op de wand
1. Schroef het bevestigingsplaatje voor
de bevestiging op de muur vast op de
achterzijde van het apparaat.
2. Regel de hoogte van de 4 voetjes.
3. Assembleer de bevestigingsbeugel.
4. Lijn de onderkant van de haak van de
bevestigingsbeugel uit met de
onderkant van de rand van het
bevestigingsplaatje aan de muur.
Om omvallen van het apparaat te
voorkomen, moeten de
stabilisatoren worden
geïnstalleerd.
Installatie
326
5. Lijn de onderkant van de
bevestigingsbeugel uit met de grond en
draai de schroeven vast om de
afmetingen vast te stellen
6. Houd tussen de zijkant van het
apparaat en de gaten van de beugel
50 mm vrij.
7. Plaats de beugel op de muur en
markeer de punten waar gaten in de
muur moeten worden geboord.
8. Boor de gaten. Zet de beugel met
pluggen en schroeven aan de muur
vast.
9. Duw het fornuis naar de muur en breng
tegelijkertijd de beugel aan in het
plaatje bevestigd op de achterzijde
van het apparaat.
Installatie
327
NL
Bevestiging aan de grond
Montage van de plint vooraan
De plint vooraan moet steeds correct
gepositioneerd en bevestigd worden op
het apparaat.
1. Verwijder de vier schroeven vooraan
onder de bergruimte met een
schroevendraaier.
2. Breng de plint vooraan aan de
onderkant van het apparaat aan. Zorg
er daarbij voor dat de gaten aan de
zijkant van de plint vooraan op een lijn
zijn geplaatst met de gaten in het
onderstel van het apparaat.
3. Bevestig de plint vooraan met de
eerder losgedraaide schroeven aan
het apparaat.
Wend u tot het dichtstbijzijnde
servicecentrum voor de
bevestiging aan de grond
Installatie
328
Montage van de zijplinten
De zijplinten kunnen correct aan het
apparaat worden bevestigd als de plint
vooraan is aangebracht.
1. Verwijder de vier schroeven vooraan
onder de bergruimte met een
schroevendraaier.
2. Breng de zijplint onder de bergruimte
aan de onderkant van het apparaat aan.
3. Steek de lipjes van de zijplint in de
sleuven aan de achterkant van de plint
vooraan.
4. Zorg ervoor dat het gat van de zijplint
op een lijn is geplaatst met het achterste
gat in het onderstel van het apparaat.
Installatie
329
NL
5. Bevestig de zijplint vooraan met de
eerder losgedraaide schroef aan het
apparaat.
6. Verricht deze handelingen op de beide
zijplinten.
Montage van de plint
De plint moet altijd correct gepositioneerd
en bevestigd worden op het apparaat.
1. Draai de 4 schroeven (A) aan de
achterzijde van de kookplaat (2 aan
elke kant) los met een
schroevendraaier.
2. Plaats de plint op de plaat.
3. Lijn de openingen van de plint (B) uit
met de schroeven (A).
4. Bevestig de plint op de plaat met de 4
eerder losgedraaide schroeven.
5.2 Elektrische aansluiting
Algemene informatie
Controleer of de kenmerken van het
stroomnet overeenstemmen met de
gegevens op het identificatieplaatje.
Het identificatieplaatje bevat de technische
gegevens, het serienummer en de
merknaam van het apparaat en is zichtbaar
op het apparaat aangebracht.
Dit plaatje mag nooit verwijderd worden.
Zorg voor de aardverbinding met een
kabel die ten minste 20 mm langer is dan
de andere kabels.
De bijgeleverde plint is een
integrerend deel van het product.
Het wordt aanbevolen om deze te
bevestigen op het apparaat
voordat het apparaat zelf wordt
geïnstalleerd.
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
Laat het apparaat aansluiten door
gekwalificeerd technisch personeel.
Gebruik persoonlijke
beschermingsmiddelen.
De aardverbinding van het elektrische
systeem is verplicht en moet in
overeenstemming met de geldende
veiligheidsnormen worden uitgevoerd.
Schakel de algemene stroomtoevoer uit.
Trek nooit aan de kabel om de stekker
uit het stopcontact te halen.
Gebruik kabels die bestand zijn tegen
temperaturen van minstens 90 °C.
Het aandraaimoment van de schroeven
van de stroomgeleiders van het
klemmenbord moet 1,5-2 Nm bedragen.
Installatie
330
Het apparaat kan op de volgende
manieren functioneren:
220-240 V 2~
Driepolige kabel 3 x 10 mm².
3220-240 V 3~
Vierpolige kabel 4 x 6 mm².
220-240 V 1N~
Driepolige kabel 3 x 10 mm².
380-415 V 2N~
Vierpolige kabel 4 x 6 mm².
380-415 V 3N~
Vijfpolige kabel 5 x 2,5 mm².
Vervangende kortsluitbeugel
Vervang de geïnstalleerde kortsluitbeugel
door de meegeleverde kortsluitbeugel voor
een correcte bevestiging van de kabel in
het geval van een twee- of driefasige
aansluiting.
Vaste aansluiting
Rust de voedingslijn uit met een meerpolige
onderbrekingsinrichting, overeenkomstig de
installatienormen.
De onderbrekingsinrichting dient op een
eenvoudig te bereiken plaats en in de
nabijheid van het apparaat te zijn
aangebracht.
Aansluiting met stekker en stopcontact
Controleer of de stekker en het stopcontact
van hetzelfde type zijn.
Gebruik geen verloopstekkers, adapters of
aftakkingen, omdat ze oververhitting of brand
zouden kunnen veroorzaken.
De waarden verwijzen naar de
diameter van de interne geleider.
De stroomkabels hebben
afmetingen die rekening houden
met de gelijktijdigheidsfactor
(conform de norm EN 60335-2-6).
Installatie
331
NL
Toegang tot het klemmenbord
Om de voedingskabel te kunnen aansluiten
is toegang tot het klemmenbord op de
achterste plaat vereist:
1. Verwijder de schroeven die het klepje
op de achterste plaat vastzetten.
2. Laat het klepje een stukje draaien en
verwijder het van diens plaats.
3. Installeer de voedingskabel.
4. Breng aan het einde van de
handelingen het klepje weer aan op de
achterste plaat en zet het met de
eerder verwijderde schroeven vast.
Draai de schroef van het
kabelbevestigingsplaatje los,
alvorens de voedingskabel te
installeren.
Installatie
332
5.3 Voor de installateur
• De stekker moet na de installatie
toegankelijk blijven. De kabel voor de
verbinding met het stroomnet mag niet
verbogen of vastgeklemd worden.
• Het apparaat moet volgens de
installatieschema’s worden geïnstalleerd.
• In geval het apparaat, na het verrichten
van alle controles, niet correct werkt,
neem dan contact op met het plaatselijke
erkende servicecentrum.
• Na de correcte installatie van het
apparaat wordt u verzocht de gebruiker
te informeren over de correcte
functioneringswijze.
1

Brauchen Sie Hilfe? Stellen Sie Ihre Frage.

Forenregeln

Missbrauch melden von Frage und/oder Antwort

Libble nimmt den Missbrauch seiner Dienste sehr ernst. Wir setzen uns dafür ein, derartige Missbrauchsfälle gemäß den Gesetzen Ihres Heimatlandes zu behandeln. Wenn Sie eine Meldung übermitteln, überprüfen wir Ihre Informationen und ergreifen entsprechende Maßnahmen. Wir melden uns nur dann wieder bei Ihnen, wenn wir weitere Einzelheiten wissen müssen oder weitere Informationen für Sie haben.

Art des Missbrauchs:

Zum Beispiel antisemitische Inhalte, rassistische Inhalte oder Material, das zu einer Gewalttat führen könnte.

Beispielsweise eine Kreditkartennummer, persönliche Identifikationsnummer oder unveröffentlichte Privatadresse. Beachten Sie, dass E-Mail-Adressen und der vollständige Name nicht als private Informationen angesehen werden.

Forenregeln

Um zu sinnvolle Fragen zu kommen halten Sie sich bitte an folgende Spielregeln:

Neu registrieren

Registrieren auf E - Mails für Smeg CPF9IPBL wenn:


Sie erhalten eine E-Mail, um sich für eine oder beide Optionen anzumelden.


Andere Handbücher von Smeg CPF9IPBL

Smeg CPF9IPBL Bedienungsanleitung - Deutsch - 66 seiten

Smeg CPF9IPBL Bedienungsanleitung - Englisch - 66 seiten

Smeg CPF9IPBL Bedienungsanleitung - Französisch - 66 seiten


Das Handbuch wird per E-Mail gesendet. Überprüfen Sie ihre E-Mail.

Wenn Sie innerhalb von 15 Minuten keine E-Mail mit dem Handbuch erhalten haben, kann es sein, dass Sie eine falsche E-Mail-Adresse eingegeben haben oder dass Ihr ISP eine maximale Größe eingestellt hat, um E-Mails zu erhalten, die kleiner als die Größe des Handbuchs sind.

Ihre Frage wurde zu diesem Forum hinzugefügt

Möchten Sie eine E-Mail erhalten, wenn neue Antworten und Fragen veröffentlicht werden? Geben Sie bitte Ihre Email-Adresse ein.



Info