72
NL
71
NL
Levensmiddelen inruimenLevensmiddelen inruimen
Attentie bij het inruimen
l Warme dranken en gerechten buiten het
apparaat laten afkoelen.
l De levensmiddelen liefst verpakt of goed
afgedekt bewaren. Hierdoor blijven niet
alleen geur, smaak, kleur en vochtigheid
behouden, maar wordt bovendien
voorkomen dat de opgeslagen levens-
middelen naar elkaar gaan smaken.
Alleen groente, fruit en sla moeten
onverpakt in de groenteladen worden
opgeslagen.
l Zorg dat de kunststof delen en de
deurafdichting niet met olie of vet in
aanraking komen (ze kunnen poreus
worden).
l Geen explosieve stoffen in het apparaat
opslaan. Dranken met een hoog
alcoholpercentage rechtop en goed
gesloten bewaren.
– Gevaar voor explosie!
l Flessen met vloeistoffen die kunnen
bevriezen, niet in de diepvriesruimte
bewaren. De flessen springen!
Een voorbeeld van het
inruimen
afb.
1
Koelruimte (A)
Op de schappen (13) van boven naar
beneden bakwaren, toebereide gerechten,
zuivelproducten.
* n de lade (14) kaas, worst, yoghurt.
In de groentebak (15) groente, fruit, salade.
In het vak (18) boter en kaas.
In het vakje (19) kleine flessen, blikken.
In het flessenvak (21) grote flessen.
Vriesruimte (B)
Op het diepvriestableau (22) kleine
diepvriesgerechten bewaren of ijs bereiden.
In de bovenste diepvriesbakken (23)
diepvriesgerechten bewaren.
Indeling van het interieur
De legroosters/plateaus in de koelruimte
kunnen – ook als de deur 90° openstaat –
worden verplaatst: legrooster/plateau naar
voren trekken, iets laten zakken, eruit nemen
en op de gewenste plaats opnieuw erin
zetten (afb.
4
).
Flessenrek
In de holten kunnen de flessen veilig worden
neergelegd en opgestapeld (afb.
5
).
De onderkant van het flessenrek is glad. Als
u deze plaats voor andere levensmiddelen
nodig hebt, dan kunt u het flessenrek
omdraaien (afb.
6
).
Om hoge flessen of pakken neer te zetten kan
de voorste helft van het flessenrek in de richel
eronder naar achteren worden geschoven
(afb.
7
).
* "Chiller"-vak (afb.
A
)
Bodem van het vak naar voren trekken, de
klep gaat open.
In het "Chiller"-vak heersen lagere
temperaturen dan in de koelruimte waarbij
ook temperaturen onder 0 °C kunnen
optreden. Ideaal voor het bewaren van vis,
vlees en worst. Niet geschikt voor sla,
groente en koudegevoelige
levensmiddelen.
De kleine lade kan eruit genomen worden
om levensmiddelen in- en uit te laden.
(afb.
9)
.
Uitschakelen van het
apparaat
Hoofdschakelaar (afb.
2
/1) indrukken.
Hierdoor is het apparaat uitgeschakeld.
Buiten werking stellen van
het apparaat
Als het apparaat langere tijd niet gebruikt
wordt:
hoofdschakelaar (afb.
2
/1) indrukken,
apparaat schoonmaken en de deuren
openlaten.
* niet bij alle modellen
Uitschakelen en buiten
werking stellen van het
apparaat
* De eierrekjes in de voorraadbakjes kunnen
omhoog geklapt worden waardoor er plaats
is voor tubes, blikjes etc.
Met de flessehouder wordt voorkomen dat de
flessen omvallen bij het openen en sluiten van
de deur (afb.
0
).
Alle voorraadbakjes en -rekjes in de deur
kunnen eruit gehaald worden om schoon te
maken: bakje of rekje ietsje optillen en eruit
halen (afb.
8
/A
)
.
* niet bij alle modellen