Gebruik van de waterontharder__________________________________________________100
4.2Gebruik van de doseerbakjes voor het glansspoelmiddel en het afwasmiddel__________102
4.3Waarschuwingen en algemene aanbevelingen___________________________________105
4.4Gebruik van de korven______________________________________________________106
5.Schoonmak en onderhoud______________________________109
5.1Waarschuwingen en algemene aanbevelingen___________________________________109
6.Oplossingen voor storingen in de werking___________________112
Wij bedanken u dat u voor één van onze producten heeft gekozen.
Wij raden u aan om alle gebruiksinstructies in deze handleiding aandachtig door te lezen om op de
hoogte te zijn van de beste omstandigheden voor een correct en veilig gebruik van uw vaatwasser.
De volgorde van de afzonderlijke paragrafen zal u helpen om stap na stap alle functies van het
apparaat te leren kennen. de tekst is eenvoudig en verduidelijkt met gedetailleerde afbeeldingen.
U zult hier tevens praktische aanbevelingen vinden voor het gebruik van korven, sproeiarmen,
bakjes, filters, wasprogramma's en de juiste instelling van de bedieningsorganen.
Met de hier verstrekte aanbevelingen voor het reinigen zullen de prestaties van uw vaatwasser
ongetwijfeld gegarandeerd blijven.
In deze, eenvoudig te raadplegen handleiding, vindt u een antwoord op alle vragen die u mocht
hebben betreffende het gebruik van uw nieuwe vaatwasser.
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR: deze instructies zijn bestemd voor de
bevoegde
installateur
die is belast met de installatie, inbedrijfstelling en het uitproberen van het apparaat.
INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER: deze instructies omvatten de gebruiksinstructies, de
beschrijving van de bedieningsorganen en de juiste schoonmaak- en onderhoudshandelingen van
het apparaat.
Aanwijzingen
92
1. Aanwijzingen voor veiligheid en gebruik
DEZE HANDLEIDING IS EEN WEZENLIJK ONDERDEEL VAN HET APPARAAT: HIJ DIENT ALTIJD IN ZIJN GEHEEL
SAMEN BIJ HET APPARAAT TE WORDEN BEWAARD. VÓÓR DE INGEBRUIKNEMING BEVELEN WIJ AAN OM DE IN
DEZE HANDLEIDING OPGENOMEN AANWIJZINGEN AANDACHTIG DOOR TE LEZEN. DE INSTALLATIE MOET DOOR
BEVOEGD PERSONEEL WORDEN UITGEVOERD MET INACHTNEMING VAN DE GELDENDE NORMEN. DIT
APPARAAT IS BESTEMD VOOR EEN HUISHOUDELIJK GEBRUIK EN BEANTWOORDT AAN DE MOMENTEEL VAN
TOEPASSING ZIJNDE
RICHTLIJNEN 72/23 EEG, 89/336 (INCLUSIEF 92/31),
MET INBEGRIP VAN HET VOORKOMEN
EN ELIMINEREN VAN RADIOSTORINGEN. HET APPARAAT IS ONTWIKKELD VOOR DE VOLGENDE
WERKZAAAMHEDEN:
HET WASSEN EN DROGEN VAN DE VAAT
; IEDER ANDER GEBRUIK DIENT ALS
ONEIGENLIJK TE WORDEN BESCHOUWD.
DE FABRIKANT KAN NIET AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD
VOOR ENIG GEBRUIK DAT AFWIJKT VAN HETGEEN IS VOORZIEN.
HET TYPEPLAATJE MET DE TECHNISCHE GEGEVENS, HET SERIENUMMER EN DE MERKING IS ZICHTBAAR OP
DE RAND AAN DE BINNENKANT VAN DE DEUR.
HET PLAATJE OP DE RAND AAN DE BINNENKANT VAN DE DEUR
MAG NOOIT WORDEN VERWIJDERD.
LAAT DE RESTEN VAN DE VERPAKKING NIET ONBEWAAKT IN DE HUISELIJKE OMGEVING LIGGEN. VERDEEL DE
VERSCHILLENDE VAN DE VERPAKKING AFKOMSTIGE AFVALMATERIALEN EN BRENG ZE NAAR HET
DICHTSBIJZIJNDE CENTRUM VOOR GESCHEIDEN AFVALINZAMELING.
DE AARDAANSLUITING IS VERPLICHT OP DE DOOR DE VEILIGHEIDSNORMEN VOOR ELEKTRISCHE
INSTALLATIES VOORZIENE WIJZE.
DE FABRIKANT KAN NIET AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR ENIG LETSEL AAN PERSONEN OF
SCHADE AAN ZAKEN ALS GEVOLG VAN EEN ONTBREKENDE OF GEBREKKIGE AARDAANSLUITING.
BIJ AANSLUITING VAN HET APPARAAT OP HET ELEKTRICITEITSNET ZONDER GEBRUIK VAN EEN STEKKER,
MOET EEN MEERPOLIGE SCHEIDINGSINRICHTING WORDEN AANGEBRACHT MET EEN MINIMALE
CONTACTOPENING VAN 3 MM.
DE OP DE VOEDINGSKABEL AAN TE BRENGEN STEKER EN HET BIJBEHORENDE STOPCONTACT DIENEN VAN
HETZELFDE TYPE TE ZIJN EN TE BEANTWOORDEN AAN DE GELDENDE NORMEN. CONTROLEER OF DE
SPANNINGS- EN FREQUENTIEWAARDEN VAN HET NET OVEREENSTEMMEN MET DIE VERMELD OP HET
TYPEPLAATJE. VERMIJD HET GEBRUIK VAN ADAPTERS OF AFLEIDINGEN.
TREK NOOIT AAN DE KABEL OM DE STEKER UIT HET STOPCONTACT TE VERWIJDEREN.
•
NA DE INSTALLATIE MOET DE STEKER TOEGANKELIJK BLIJVEN.
•
EEN BESCHADIGDE VOEDINGSKABEL MOET DOOR EEN BEVOEGD TECHNICUS WORDEN VERVANGEN.
BIJ PLAATSING VAN HET APPARAAT OP VLOEREN MET VLOERBEDEKKING MOET U CONTROLEREN OF DE
OPENINGEN AAN DE ONDERZIJDE NIET WORDEN AFGESLOTEN.
SCHAKEL DE VAATWASSER NA IEDER GEBRUIK UIT OM STROOMVERSPILLING TE VOORKOMEN.
HET AFGEDANKTE APPARAAT MOET ONBRUIKBAAR WORDEN GEMAAKT. SNIJD, NA DE STEKER UIT HET
STOPCONTACT TE HEBBEN GETROKKEN, DE VOEDINGSKABEL DOOR. MAAK DE VOOR KINDEREN GEVAARLIJKE
DELEN (SLUITINGEN, DEUREN ENZ.) ONGEVAARLIJK. HET APPARAAT MOET NAAR EEN CENTRUM VOOR EEN
GESCHEIDEN AFVALVERWERKING WORDEN GEBRACHT.
BIJ STORINGEN MOET U HET APPARAAT VAN HET ELEKRICITEITSNET LOSKOPPELEN EN DE WATERKRAAN
SLUITEN. VERVOLGENS MOET U EEN BEVOEGD TECHNICUS RAADPLEGEN.
Aanwijzingen
93
GEBRUIK GEEN TIJDENS HET TRANSPORT BESCHADIGDE APPARATEN! RAADPLEEG, BIJ TWIJFEL, UW
WEDERVERKOPER.
HET APPARAAT MOET WORDEN GEÏNSTALLEERD EN AANGESLOTEN OVEREENKOMSTIG DE DOOR DE
FABRIKANT VERSTREKTE INSTRUCTIES OF DOOR BEVOEGD PERSONEEL..
HET APPARAAT MOET DOOR VOLWASSENEN WORDEN GEBRUIKT.
ZORG ERVOOR DAT KINDEREN UIT DE
BUURT BLIJVEN EN ER NIET MEE SPELEN. HOUD KINDEREN UIT DE BUURT VAN AFWASMIDDELEN EN DE
GEOPENDE VAATWASSERDEUR. DE VERPAKKINGSMATERIALEN (PLASTIC ZAKKEN, POLYSTYROL, METALEN
DELEN ENZ.) MOETEN BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN WORDEN GEHOUDEN.
HOUD KINDEREN UIT DE BUURT VAN DE GEOPENDE VAATWASSER; IN HET APPARAAT ZOUDEN ZICH NOG
RESTEN AFWASMIDDEL KUNNEN BEVINDEN DIE ONHERSTELBARE SCHADE AAN DE OGEN, DE MOND EN KEEL
KUNNEN VEROORZAKEN, EN ZELFS TOT DE DOOD DOOR VERSTIKKING KAN LEIDEN.
GEBRUIK GEEN OPLOSMIDDELEN ZOALS ALCOHOL EN TERPENTINE IN HET APPARAAT DIE TOT
ONTPLOFFINGEN KUNNEN LEIDEN.
PLAATS GEEN MET AS, WAS OF VERF BEVUILDE VAAT IN HET APPARAAT.
DE VAATWASSER KAN KANTELEN ALS GEVOLG VAN HET LEUNEN OF ZITTEN OP DE OPEN DEUR, MET ALLE
RISICO'S VAN DIEN VOOR DE PERSONEN.
VERMIJD HET CONTACT MET HET VERWARMINGSELEMENT VLAK NA DE BEËINDIGING VAN EEN
WASPROGRAMMA.
TIJDENS HET GEBRUIK VAN DE VAATWASSERS KAN HET VERWARMINGSELEMENT, OOK PLAATSELIJK, IETS
BRUIN WORDEN. DIT IS EEN NORMAAL, MET DE WERKINGSWIJZE SAMENHANGEND VERSCHIJNSEL, DAT DE
GOEDE WERKING VAN HET APPARAAT OP GEEN ENKELE WIJZE ZAL BEÏNVLOEDEN.
DRINK, NA BEËINDIGING VAN HET WASPROGRAMMA EN VOOR HET DROGEN, NIET VAN HET EVENTUEEL IN DE
VAAT OF DE VAATWASSER ACHTERGEBLEVEN WATER.
MESSEN EN ANDER KEUKENGEREI MET SCHERPE PUNTEN MOETEN MET DE PUNT NAAR BENEDEN IN DE
CONTAINER WORDEN GEZET OF HORIZONTAAL IN DE BOVENSTE KORF GELEGD, WAARBIJ U ERVOOR MOET
OPLETTEN DAT U ZICH NIET VERWONDT EN DAT ZE NIET UIT DE CONTAINER NAAR BUITEN STEKEN.
MET ACQUASTOP UITGEVOERDE MODELLEN
ACQUASTOP IS EEN INRICHTING DIE BIJ LEKKAGES OVERSTROMINGEN VOORKOMT. NA DE INTERVENTIE VAN
DE ACQUASTOP MOET EEN BEVOEGD TECHNICUS WORDEN GERAADPLEEGD OM DE OORZAAK VAN DE
STORING OP TE SPOREN EN TE VERHELPEN.
BIJ DE MET ACQUASTOP UITGEVOERDE MODELLEN BEVAT DE TOEVOERSLANG EEN ELEKTROMAGNETISCHE
KLEP.
SNIJD DE SLANG NIET DOOR EN LAAT DE ELEKTROMAGNETISCHE KLEP NIET IN HET WATER VALLEN.
BIJ BESCHADIGING VAN DE TOEVOERSLANG MOET U HET APPARAAT LOSKOPPELEN VAN DE WATERLEIDING
EN HET ELEKTRICITEITSNET.
ONMIDDELLIJK NA DE INSTALLATIE MOET HET APPARAAT KORT WORDEN UITGEPROBEERD OVEREENKOMSTIG
DE HIERNA VERSTREKTE INSTRUCTIES. ALS HET APPARAAT NIET MOCHT FUNCTIONEREN MOET U HET VAN DE
ELEKTRICITEITSNET LOSKOPPELEN EN DE DICHTSTBIJZIJNDE TECHNISCHE DIENST WAARSCHUWEN.
PROBEER NIET OM HET APPARAAT TE REPAREREN.
DE VAATWASSER BEANTWOORDT AAN ALLE DOOR DE GELDENDE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN OPGELEGDE
EISEN MET BETREKKING TOT ELEKTRISCHE APPARATEN. EVENTUELE TECHNISCHE CONTROLES MOGEN
UITSLUITEND DOOR GESPECIALISEERD EN ERKEND PERSONEEL WORDEN UITGEVOERD:
REPARATIES
UITGEVOERD DOOR NIET ERKEND PERSONEEL, ZULLEN DE GARANTIE DOEN VERVALLEN EN KUNNEN EEN
BRON VAN GEVAAR VOOR DE GEBRUIKER WORDEN.
De fabrikant kan niet aansprakelijk
worden gesteld voor letsel aan personen of schade aan zaken als gevolg
van het niet opvolgen van de bovenstaande voorschriften of als gevolg van werkzaamheden op ook een enkel
deel van het apparaat of door het gebruik van niet-originele vervangingsonderdelen.
Instructies Voor de Installateur
94
2. Installatie en inbedrijfstelling
Verwijder de polystyrol korfblokkeringen.
Plaats het apparaat op de daarvoor bestemde. De vaatwasser kan met de zijkanten of de
achterkant tegen meubels of wanden worden geplaatst.
Als de vaatwasser naast een warmtebron wordt geplaatst moet een warmteïsolerende wand
worden geplaatst om oververhitting en een slechte werking te voorkomen.
Voor de stabilteit moeten de inbouwapparaten voor onderbouw of integratie uitsluitend onder
ononderbroken werkbladen worden geplaatst en aan de ernaast geplaatste meubels worden
vastgeschroefd.
Om de inbouw te vergemakkelijken kunnen de toevoer- en afvoerslangen in alle richtingen worden
gedraaid; zorg ervoor dat ze niet worden geknikt of afgeklemd en dat ze niet te strak gespannen
komen te staan. Voor de passage van de buizen en de voedingskabel is een gat nodig van
minimaal Ø 8 cm.
Zet het apparaat waterpas op de grond met behulp van de regelbare voetjes. Dit is vereist voor de
correcte werking van de vaatwasser.
Sommige modellen hebben een centrale regelbare voet achter die met behulp van een schroef
onderaan de voorkant van het apparaat kan worden afgesteld.
2.1 Aansluiting op de waterleiding
Voorkom het risico van verstoppingen of beschadigingen:
als de waterleiding nieuw is of
langdurig ongebruikt gebleven, moet u, voordat u de aansluiting op de waterleiding uitvoert,
controleren of het water helder is en zonder vervuiling om schade aan het apparaat te voorkomen.
Gebruik voor de aansluiting van de vaatwasser op de waterleiding, uitsluitend nieuwe
slangen; gebruik nooit oude of reeds gebruikte slangen.
AANSLUITING OP DE WATERKRAAN
Sluit de toevoerslang, na plaatsing van het bij de vaatwasser geleverde filter
A
, aan op een
koudwaterkraan met een schroefdraad van ¾" gas.
Draai de slang met de hand stevig vast en
draai hem nog circa een kwartslag na met een tang. Bij de met ACQUASTOP uitgeruste
modellen is het filter al in de ring met schroefdraad aangebracht.
De vaatwasser kan worden gevuld met water van
maximaal 60°C.
Bij gebruik van warm water zal
de wastijd met circa 20 minuten worden teruggebracht, hoewel de efficiëntie iets minder zal zijn.
De aansluiting moet worden uitgevoerd op de warmwaterleiding van het huis en op dezelfde wijze
als beschreven voor het koude water.
Instructies Voor de Installateur
95
AANSLUITING OP DE AFVOER
Plaats de afvoerslang in een afvoerpijp met een
minimumdiameter van
4 cm;
de slang kan ook in de
gootsteen worden gehangen met behulp van de
bijgesloten slanghouder, waarbij er echter voor moet
worden opgelet dat hij niet wordt geknikt of afgeklemd.
Het is belangrijk dat de slang niet kan losraken en
vallen. Om deze reden heeft de slanghouder een gat
waarmee hij met behulp van een touwtje aan de pijp of
kraan kan worden bevestigd.
Het vrije eind moet op een hoogte tussen de
30
en
100
cm
worden aangebracht en mag nooit onder water
staan.
Horizontaal geplaatste verlengstukken mogen
maximaal 3 m lang zijn en in dat geval moet de
afvoerslang maximaal
85
cm
van de grond af worden
aangebracht.
2.2 Elektrische aansluiting
Steek de steker in een passend stopcontact en in overeenstemming met de instructies van hfst. "1.
Aanwijzingen voor veiligheid en gebruik".
Instructies Voor de Gebruiker
96
3. Beschrijving van het bedieningspaneel
3.1 Het bedieningspaneel
Alle bedieningsorganen en controle-instrumenten van de vaatwasser zijn aanwezig op het
bedieningspaneel aan de bovenzijde.
1
AAN/UIT
TOETS
2
DRUKKNOP
PROGRAMMAKEUZE
3
DRUKKNOP
GEPROGRAMMEERDE START
4
DRUKKNOP
SELECTIE SPAARPROGRAMMA'S
DRUKKNOP
DROGEN UITSLUITEN
(alleen indien van toepassing)
5
DRUKKNOP
ECO DROGEN
(alleen indien van toepassing)
6
DRUKKNOP
SELECTIE WASSEN MET ½ BELADING
(alleen indien van toepassing)
7
INFORMATIEDISPLAY
3.2 Het informatiedisplay
De vaatwasser is met een praktische
DISPLAY
uitgerust voor de weergave van alle informatie over de
geprogrammeerde functies.
Modellen voorzien van de
“DROGEN UITSLUITEN” functie
Modellen voorzien van de
“ECO DROGEN” functie
INDICATIE GESELECTEERD PROGRAMMA
(resterende tijd en signalering van de meest voorkomende storingen)
CONTROLELAMPJE GEPROGRAMMEERDE START
CONTROLELAMPJE GLANSSPOELMIDDEL
CONTROLELAMPJE REGENERATIEZOUT
CONTROLELAMPJE SELECTIE SPAARPROGRAMMA'S
CONTROLELAMPJE DROGEN UITSLUITEN (alleen indien van toepassing)
CONTROLELAMPJE ECO DROGEN (alleen indien van toepassing)
CONTROLELAMPJE HALVE BELADING (alleen indien van toepassing)
BEËINDIGING
Het eind van het wasprogramma wordt kenbaar gemaakt door een kort akoestísch
signaal en de indicatie "P0" zal op de DISPLAY verschijnen.
ANNULERING VAN HET LOPENDE PROGRAMMA
Om het lopende programma te annuleren moet u, na de deur te hebben geopend, het
"P0" programma selecteren. Als u de deur weer sluit zal de vaatwasser het programma
voortijdig beëindigen.
WIJZIGING VAN HET PROGRAMMA
Om het lopende programma te wijzigen moet u, na de deur te hebben geopend, het
nieuwe programma selecteren. Als u de deur weer sluit zal de vaatwasser automatisch
het nieuwe programma starten.
HET PROGRAMMA UITSTELLEN
Het begin van het wasprogramma kan met een minimum van 1 uur tot maximaal
9 uur worden uitgesteld; dit biedt u de gelegenheid om de vaatwasser op het door u
gewenste moment te laten draaien.
Als u de GEPROGRAMMEERDE START (3) drukknop op de DISPLAY (7) indrukt,
zullen eerst de duur van het ingestelde programma en vervolgens het aantal uren
(9,8, ... 1) waarmee u wenst dat het begin van het programma wordt uitgesteld,
verschijnen.
Het symbool zal tot het begin van de wascyclus zichtbaar blijven, terwijl de indicatie
van het aantal uren automatisch zal verdwijnen na 5 seconden van niet-gebruik van het
toetsenbord of als een andere dan de GEPROGRAMMEERDE START (3) drukknop
wordt ingedrukt.
Bij het sluiten van de deur zal de vaatwasser gaan voorwassen. Na voltooiing zal het
eerder ingestelde "programma-uitstel" in werking treden. Om de resttijd tot het begin
van het programma te controleren hoeft u slechts éénmaal de bijbehorende knop in te
drukken.
Als het tijdens het wassen noodzakelijk mocht zijn om de deur te openen zult
u 1 minuut moeten wachten alvorens het programma weer opnieuw te
kunnen starten. Na de deur weer op correcte wijze te hebben gesloten, zal
het wasprogramma weer op het punt waarop het werd onderbroken verder
gaan. Deze handeling zou kunnen leiden tot onregelmatigheden in het
verloop van het programma.
TABEL VOOR CONTROLE-INSTITUTEN
ControlenormEN 50242
Vergelijkbaar programma
(*) BIO programma (5)
Belading14 couverts
Soort afwasmiddelB
Dosering afwasmiddel30 g
Regeling glansspoelmiddelAfhankelijk van de modellen 3/4 o 4/6
LADINGEN VOLGENS NORM EN 50242
ONDERSTE KORFBOVENSTE KORF
De bestekkorf is uitgerust met een exclusief systeem van onderling onafhankelijke
verschuifbare flappen, die meerdere nuttige combinaties mogelijk maken voor een
optimale benutting van de beschikbare ruimte.
Verticale
insteekstukken
Horizontaal
insteekstuk
geopend
Horizontaal
insteekstuk
gesloten
Handeling voor het er uit
trekken van de insteekstukken
PROGRAMMATABEL
INSTELLING VAN HET WASPROGRAMMA EN INSCHAKELEN VAN DE MACHINE
Om het voor de te wassen vaat meest geschikte programma te selecteren verwijzen wij naar de onderstaande tabel, waar u het meest geschikte
wasprogramma kunt vinden afhankelijk van de aard en de mate van bevuiling van de vaat.
Als u eenmaal met behulp van de verstrekte tabel het meest geschikte wasprogramma heeft bepaald moet u:
•
de AAN/UIT toets (1) indrukken en wachten tot de INFORMATIEDISPLAY (7) oplicht;
•
meerdere malen de PROGRAMMAKEUZEKNOP (2) indrukken tot u op de INFORMATIEDISPLAY (7) het nummer van het gekozen programma kunt
aflezen; sluit de deur, na het akoestisch signaal zal het wasprogramma automatisch starten.
De indicatie "P0" op de DISPLAY betekent dat er nog geen wasprogramma is geselecteerd. Deze indicatie zal zichtbaar blijven tot de
PROGRAMMAKEUZEKNOP (2) wordt ingedrukt waarna het nummer van het laatste uitgevoerde programma verschijnt. Als de drukknop vervolgens weer
wordt ingedrukt zullen vanaf dat punt achtereenvolgend de verschillende programmanummers verschijnen.
Alle handelingen voor de programmering worden begeleid door een kort akoestisch signaal ter bevestiging; als u bij het indrukken van een drukknop niets
hoort betekent dit dat de bewuste functie voor het geselecteerde programma niet is voorzien.
H O EVE ELH EI D
AFWASMIDDEL
AFWIKKELING PROGRAMMADUURVERBRUIK
CYCLUSNR.DRUKKNOP
ECO
DROGEN
ECO
(FACULTATIEF)
AARD EN GRAAD VAN
VERVUILING VAN DE VAAT
GRAMVOORWASSENWASSENKOUD
SPOELEN
WARM
SPOELEN
DROGENMINUUT
(2)
WATER
LITER (1)
ENERGIE
Kwh (2)
WEKEN
1
__
PANNEN EN COUVERTS IN
AFWACHTING VAN VOLLEDIGE
BELADING
_
KOUD
____
18'4
_
DELICAAT
2
_
WEINIG VUILE COUVERTS
25
_
45°C11JA68'101,05
GLAS
2
WEINIG VUILE DELICATE
VOORWERPEN
25
_
45°C11JA65'100,98
KORT
3
__
WEINIG VUILE COUVERTS
25
_
38°C11
_
38'100,4
NORMAAL
4
_
NORMAAL VUILE PANNEN
EN COUVERTS
30
KOUD
65°C11JA95'141,35
DAGELIJKS
4
NORMAAL VUILE COUVERTS
30
_
65°C11JA90'111,32
BIO
(*) EN 50242
5
_
NORMAAL VUILE PANNEN EN
COUVERTS, MET OPGEDROOGDE
RESTEN
30
KOUD
55°C11JA160'
(3)
141,05
(3)
ECO BIO
5
WEINIG VUILE, OOK
OPGEDROOGDE, COUVERTS
30
_
55°C11JA100'111,25
KRACHTIG
6
_
UITERST VUILE PANNEN EN
COUVERTS MET OPGEDROOGDE
RESTEN
30
KOUD
66°C21JA110'171,45
KRACHTIG
(ZONDER
VOORWAS)
6
NORMAAL VUILE, OOK
OPGEDROOGDE, PANNEN EN
COUVERTS EN MET AMIDE
30
_
68°C21JA100'141,42
SUPER
7
_
ZEER VUILE, OOK OPGEDROOGDE,
PANNEN EN COUVERTS EN MET
AMIDE
30
WARM
70°C21JA115'171,6
SPOELEN
(**)
8
__
"OP TE FRISSEN" VAAT
___
11JA40'70,8
In de programma’s waar het symbool wordt aangegeven kunt u de ECO droogfunctie kiezen. Op deze wijze wordt het ventilatiesysteem geactiveerd
dat het mogelijk maakt de vaat met lagere temperaturen te drogen (energiebesparing). Bij gebruik van deze optie zal het programma langer duren
(ongeveer 50' voor het programma BIO nr. 5 en ongeveer 20' voor alle andere cycli).
Gebruik het weken uitsluitend bij een
gedeeltelijke belading.
De HALVE BELADING (6) is optioneel voor
alle programma's, uitgezonderd het weken.
De functies ECO DROGEN (5) en HALVE
BELADING (6) zijn niet op alle modellen
aanwezig.
(*) Referentieprogramma volgens de EN 50242
norm (aanbevolen programma bij gebruik
van afwasmiddelen van de "nieuwe
generatie” met enzymen).
(**) Alvorens het programma nr. 8 in te
schakelen moet u controleren of het
deurtje van het afwasmiddelbakje is
geopend.
(-) Niet voorzien.
(1) Gemiddeld verbruik bij een regeling van de
ontharder op niveau 2.
(2) De duur van de cyclus en het
energieverbruik kunnen variëren
afhankelijk van de temperatuur van het
water en de omgeving en van het type en
de hoeveelheid vaat.
(3) Met de ECO DROGING functie
ingeschakeld.
Als het deurtje van de vaatwasser
niet, of niet goed gesloten is zal de
INFORMATIEDISPLAY (7) melden
dat het starten niet mogelijk is.
Voor meer informatie omtrent het
gebruik en onderhoud van de
vaatwasser moet u het bijgesloten
handboek aandachtig lezen.
19 592 0014 00 AAA
Instructies Voor de Gebruiker
97
UITSCHAKELING VAN HET AKOESTISCHE SIGNAAL EN REGELING VAN HET
LAADSYSTEEM
Dankzij het elektronische controlesysteem van de vaatwasser kunt u:
•
het akoestische signaal dat alle programmeer- en functiehandelingen van de vaatwasser
begeleidt, uitschakelen;
•
het vulsysteem van het water van de vaatwasser aanpassen aan de druk van het
waterleidingnet.
Het instelprogramma:
•
houd de
PROGRAMMAKEUZE- (2)
en
GEPROGRAMMEERDE START (3)
drukknoppen 3
seconden lang ingedrukt tot op de
DISPLAY (7)
het symbool van de te wijzigen parameter
verschijnt (zie tabel);
•
druk de
GEPROGRAMMEERDE START (3)
drukknop in om de parameter te wijzigen;
•
druk de
PROGRAMMAKEUZEKNOP (2)
in om de te wijzigen parameter aan te passen en/of
het programma te verlaten.
SYMBOOL DISPLAYPARAMETERINSTELBARE WAARDEEFFECT
0
NIET INGESCHAKELD
AKOESTISCH SIGNAAL
1
INGESCHAKELD
0
NORMAAL
DRUK VAN HET WATER
1
LAAG
3.3 Wasprogramma's
De vaatwasser is uitgerust met een bedieningspaneel en een
INFORMATIEDISPLAY,
zoals
beschreven in hoofdstuk "3. Beschrijving van het bedieningspaneel", waarmee alle handelingen
noodzakelijk voor het inschakelen, uitschakelen en de programmering kunnen worden uitgevoerd.
Voor de wasprogramma's en het in- en uitschakelen van de vaatwasser verwijzen wij naar de
bijgevoegde programmatabel.
Alvorens een wasprogramma te starten moet u controleren of:
•
de waterkraan
geopend
is;
•
er
regeneratiezout
in het
reservoir
aanwezig is;
•
er
voldoende afwasmiddel
in het
bakje
is gedaan;
•
de korven op de
juiste
wijze zijn
beladen
;
•
de sproeiarmen
vrij
, onbelemmerd kunnen draaien;
•
de deur van de vaatwasser
goed is gesloten.
SELECTIE HALVE BELADING WASPROGRAMMA (alleen indien van toepassing)
Deze functie is vooral geschikt voor beladingen tot en met
7 couverts
en maakt een water- en
stroombesparing mogelijk. De functie wordt gestuurd door de
HALVE BELADING
toets
(6)
met
drie verschillende keuzemogelijkheden.
1) als u de toets éénmaal indrukt selecteert u de bovenste korf;
2) als u de toets nogmaals indrukt selecteert u de onderste korf;
3) als u de toets een derde maal indrukt keert u terug naar de stand voor de volledige belading.
Na gewoon het gewenste wasprogramma te hebben geselecteerd, moet u uit de drie hierboven
vermelde standen de laadtoestand kiezen: op de
INFORMATIEDISPLAY (7)
zal het controlelampje
dat hoort bij de geselecteerde korf gaan branden. Het lampje zal 5 seconden lang blijven branden,
waarna op de
INFORMATIEDISPLAY (7)
het ingestelde programma terugkeert. Als u echter
nogmaals wilt zien welke korf is geselecteerd, zal het volstaan om, alvorens het programma te
starten, éénmaal de toets
HALVE BELADING
(6)
in te drukken.
Instructies Voor de Gebruiker
98
In de voor de
HALVE BELADING
bestemde korf kan een bestekcontainer worden geplaatst,
terwijl de niet geselecteerde korf
leeg moet blijven
.
LET OP: het heeft geen zin om de niet-geselecteerde korf te laden omdat de waterstraal
uitsluitend de ingestelde korf zal bereiken.
OM ENERGIE TE BESPAREN! … EN VOOR HET BEHOUD VAN HET MILIEU
•
Probeer om de vaatwasser altijd volledig gevuld te gebruiken.
•
Was de vaat niet onder stromend water.
•
Gebruik het voor de aard van de vaat meest geschikte programma.
•
Spoel niet vooraf eerst af.
•
Sluit, indien mogelijk, de vaatwasser aan op een warmwaterleiding tot 60°C.
•
Sluit, indien mogelijk het drogen uit en laat de deur op het eind van het wasprogramma open
staan: ook de lucht en de restwarmte zullen de vaat perfect opdrogen.
OM HET AFWASMIDDELVERBRUIK TE BEPERKEN! … EN VOOR HET BEHOUD VAN HET
MILIEU
De in de afwasmiddelen voor vaatwassers aanwezige fosfaten vormen een probleem voor het
milieu. Om een overmatig afwasmiddel- en stroomverbruik te voorkomen, raden wij aan om:
•
de delicate vaat
te scheiden van vaat die beter bestand is tegen agressieve afwasmiddelen en
hoge temperaturen;
•
het afwasmiddel
niet rechtstreeks op de vaat te gieten.
VERWIJDEREN VAN DE VAAT
Na beëindiging van het wasprogramma moet u tenminste
20 minuten
wachten alvorens de vaat er
uit te halen, om hem te laten afkoelen. Om te voorkomen dat eventuele in de bovenste korf
achtergebleven waterdruppels op de nog in de onderste korf achtergebleven vaat vallen, wordt het
aangeraden
om eerst de onderste korf en daarna pas de bovenste korf leeg te halen.
VERSCHUIFBAAR PANEEL (Uitsluitend voor de "volledig weggewerkte" modellen)
Sommige vaatwassers zijn uitgerust met een
FRONTALE DISPLAY
waarop dezelfde informatie
als op het bovenste bedieningspaneel wordt afgebeeld.
Deze display kan dankzij een speciaal systeem zichtbaar worden gemaakt als de deur van de
vaatwasser is
gesloten
. Hiertoe dient u de aanwijzingen in de paragraaf "
VERSCHUIVEN VAN
HET PANEEL
" op te volgen.
Tijdens het afwerken van het programma wordt op de display de resterende tijd afgebeeld (uren
afgewisseld met minuten). Verder vindt u er de in hoofdstuk "3. Beschrijving van het
bedieningspaneel" beschreven symbolen, alsmede de eventuele storingssignaleringen
E2
,
E3
, ...
E9
.
Het
VERLICHTE LOGO
zal gedurende de volledige cyclusduur uit blijven om na de voltooiing
ervan te gaan branden.
VERLICHTE LOGOFRONTALE DISPLAY
Instructies Voor de Gebruiker
99
VERSCHUIVEN VAN HET PANEEL
Om het paneel te laten zakken en de
FRONTALE DISPLAY
zichtbaar te maken moet u als volgt te
werk gaan:
•
controleer of de
deur
gesloten
is;
•
druk het paneel naar beneden
tot de display volledig zichtbaar is. Om het paneel weer in de
oorspronkelijke stand terug te brengen moet u dezelfde handeling andersom uitvoeren.
WAARSCHUWINGEN !
•
Het paneel kan uitsluitend bij een
gesloten
deur
naar beneden worden geschoven;
•
Bij een naar beneden geschoven paneel
kan de deur niet worden geopend
(zie afbeelding);
•
alvorens de deur
van de vaatwasser te
openen
, moet u
controleren
of het paneel in de
bovenste stand staat
;
•
voer de handelingen
voor het naar beneden schuiven en het sluiten van de deur nooit
tegelijkertijd uit, sluit
eerst
de deur en schuif
vervolgens
het paneel naar beneden;
•
voer de handelingen
voor het naar boven schuiven en het openen van de deur nooit
tegelijkertijd uit, schuif
eerst
het paneel naar boven en open
vervolgens
de deur.
DE INACHTNEMING VAN DE BOVENSTAANDE AANWIJZINGEN
IS EEN GARANTIE VOOR EEN CORRECTE WERKING VAN HET
SCHUIFSYSTEEM EN VAN DE VAATWASSER ZELF.
Instructies Voor de Gebruiker
100
4. Gebruiksinstructies
Na de vaatwasser op correcte wijze te hebben geïnstalleerd zijn de volgende handelingen
noodzakelijk om hem te kunnen gebruiken:
•
Regeling van de ontharder;
•
Vullen met het regeneratiezout;
•
Vullen met glansspoelmiddel en afwasmiddel.
4.1 Gebruik van de waterontharder
De hoeveelheid kalk in het water (hardheidsgraad van het
water) is verantwoordelijk voor de witte vlekken op de
opgedroogde vaat, die, na verloop van tijd mat zullen worden.
De vaatwasser is uitgerust met een automatische ontharder
die met gebruikmaking van hiervoor specifiek bestemd
regeneratiezout, de hardheids-elementen uit het water
onttrekt.
De vaatwasser is in de fabriek afgesteld op een
hardheidsgraad van
3
(gemiddelde hardheid
41-60°dF
–
24-31°dH
).
Bij gebruik van gemiddeld hard water zal het zout na ongeveer
20 wasbeurten
moeten worden
bijgevuld. Het reservoir van de ontharder heeft een capaciteit van ongeveer
1,7 Kg
grof zout.
Sommige modellen zijn uitgerust met een venster voor het ontbreken van het zout. In deze
modellen bevat de dop van het zoutreservoir een groene drijver die bij het verminderen van de
zoutconcentratie in het water zal gaan zakken. Wanneer de groene drijver niet meer zichtbaar is
door de doorzichtige dop moet het regeneratiezout worden bijgevuld. Het reservoir bevindt zich
onderin de vaatwasser. Na de onderste korf te hebben verwijderd moet u de dop van het reservoir
linksom losdraaien en het zout met behulp van de met de vaatwasser geleverde trechter
toevoegen. Alvorens de dop weer vast te draaien moet u eventuele zoutresten bij de opening
verwijderen.
•
Bij de eerste inwerkingstelling van de vaatwasser dient u, afgezien van het zout, tevens
een
liter water
in het reservoir te gieten.
•
Controleer altijd na het vullen van het reservoir of de
dop goed is afgesloten
. Het mengsel
van water en afwasmiddel mag het reservoir niet binnendringen daar dit werking van het
regeneratiesysteem zal beïnvloeden. In dat geval is de garantie niet meer geldig.
•
Gebruik
uitsluitend
regeneratiezout
voor vaatwassers voor huishoudelijk gebruik. Vul, bij
gebruik van zouttabletten,
het reservoir niet volledig af
.
•
Gebruik geen keukenzout
, omdat dit niet-oplosbare substanties bevat die na verloop van tijd
het onthardingssysteem kunnen beschadigen.
•
Vul, indien noodzakelijk, het zout bij
vóór u het wasprogramma start
; op deze wijze zal de
overtollige zoutoplossing onmiddellijk door het water worden verwijderd; een langdurige
aanwezigheid van zout water in de waskuipkan tot
corrosievorming
leiden.
Let ervoor op dat u het zout niet met het afwasmiddel verwisselt:
de aanwezigheid van
afwasmiddel in het zoutreservoir zal de ontharder
beschadigen
.
REGELING VAN DE ONTHARDER
De vaatwasser is uitgerust met een elektronisch controlesysteem die het mogelijk maakt om de
regeling van de ontharder aan te passen aan de hardheid van het water.
Afhankelijk van de modellen kan de regeling
elektronisch
of met behulp van een
keuzeschakelaar
worden uitgevoerd.
ZOUT
Instructies Voor de Gebruiker
101
ELEKTRONISCHE REGELING
De voor deze parameter ingevoerde waarde zal aan de hand van de volgende tabel bepalen of aan
het eind van de wascyclus een
regenratie
moet worden uitgevoerd.
REGELINGHARDHEID VAN HET WATERREGENERATIE
0< 9°dH (15°dF)niet uitgevoerd
1< 15°dH (25°dF)
om de
5 cycli
uitgevoerd
2< 23°dH (40°dF)
om de
4 cycli
uitgevoerd
3< 34°dH (60°dF)
om de
3 cycli
uitgevoerd
4< 46°dH (80°dF)
om de
2 cycli
uitgevoerd
5< 58°dH (100°dF)
na iedere cyclus
uitgevoerd
Vraag het waterleidingbedrijf om de informatie betreffende de hardheidsgraad van het water.
N.B.:
met
cyclus
wordt een wasprogramma bedoeld.
Het instelprogramma:
•
houd de
PROGRAMMAKEUZE- (2)
en
GEPROGRAMMEERDE START (3)
drukknoppen 3
seconden lang ingedrukt tot op de
DISPLAY (7)
het symbool "
H
" verschijnt;
•
druk de
GEPROGRAMMEERDE START (3)
drukknop in om de parameter te wijzigen;
•
druk de
PROGRAMMAKEUZEKNOP (2)
in om het programma te verlaten.
REGELING MET KEUZESCHAKELAAR
Afhankelijk van het model bevindt de keuzeschakelaar voor de regeling zich:
•
in de kunststof ring op de
rechterwand
aan de binnenkant van de vaatwasser;
•
in de ontharder, net onder de dop.
Beide kunnen worden ingesteld op
5
standen:
Instructies Voor de Gebruiker
102
TABEL HARDHEID VAN HET WATER
HARDHEID VAN HET WATER
Duitse graden (°dH)Franse graden (°dF)
REGELING
0 - 40 - 7Staand nr. 1 GEEN ZOUT
5 - 98 - 15Staand nr. 1
10 - 1716 - 30Staand nr. 2
18 - 2631 - 45Staand nr. 3
27 - 3546 - 60Staand nr. 4
36 - 4761 - 80Staand nr. 5
Vraag het waterleidingbedrijf om de informatie betreffende de hardheidsgraad van het water.
4.2 Gebruik van de doseerbakjes voor het glansspoelmiddel en het
afwasmiddel
De doseerbakjes voor het afwasmiddel en het glansspoelmiddel
bevinden zich aan de binnenkant van de deur: links dat van het
afwasmiddel
en rechts dat van het
glansspoelmiddel.
Uitgezonderd het
WEEK
programma, moet het
afwasmiddelbakje
vóór iedere wasbeurt met een
geschikte dosis afwasmiddel worden gevuld. Het glansspoelmiddel hoeft alleen maar worden
bijgevuld indien nodig.
TOEVOEGING VAN HET GLANSSPOELMIDDEL
Het glansspoelmiddel zal het opdrogen van de vaat versnellen en de vorming van vlekken en
kalkafzettingen voorkomen; het wordt automatisch tijdens de laatste spoelbeurt aan het water
toegevoegd vanuit het doseerbakje aan de binnenkant van de deur.
•
Open de deur.
•
Draai de dop van het reservoir 1/4 slag linksom en verwijder hem.
•
Vul het glansspoelmiddel bij tot het bakje vol is (circa 140 c.c.). Het venstertje naast de dop
moet helemaal donker worden. Vul weer glansspoelmiddel bij als het venster lichter wordt of
het controlelampje voor het ontbreken van het glansspoelmiddel gaat branden.
•
Plaats de dop weer terug en draai hem rechtsom.
•
Veeg het gemorste glansspoelmiddel met een doek af omdat dit tot schuimvorming kan leiden.
REGELING VAN DE DOSERING VAN HET GLANSSPOELMIDDEL
De vaatwasser wordt in de fabriek op een gemiddelde waarde afgesteld. De dosering kan echter
worden geregeld met behulp van de regelknop op de doseerder, de dosis zal proportioneel zijn
aan de stand van de regelknop.
De dosis moet worden verhoogd als de gewassen vaat mat is of ronde vlekken vertoont.
•
Voor de regeling van de dosering moet de dop van het reservoir 1/4 slag linksom worden
gedraaid en verwijderd.
•
Draai vervolgens met een schroevendraaier de regelaar van de dosering in de gewenste
stand.
•
Plaats de dop weer terug en draai hem rechtsom vast.
Instructies Voor de Gebruiker
103
•
De hoeveelheid glansspoelmiddel moet worden
verhoogd
als de gewassen vaat mat is of
ronde vlekken vertoont.
•
Als de vaat daarentegen plakkerig aanvoelt of witte strepen vertoont moet de hoeveelheid
glansspoelmiddel worden
verminderd.
VULLEN MET AFWASMIDDEL
Om het deksel van het bakje te openen moet u drukknop
P
een weinig indrukken. Voeg het
afwasmiddel toe en sluit het deksel zorgvuldig af.
Tijdens het wassen zal het bakje automatisch worden geopend.
•
Als het
SUPER
programma wordt geselecteerd, moet naast de gewone dosis afwasmiddel een
extra hoeveelheid in de bakjes
G
of
H
worden gedaan.
•
Gebruik
uitsluitend
specifieke afwasmiddelen voor vaatwassers. Het gebruik van
afwasmiddelen van goede kwaliteit is van groot belang voor optimale wasresultaten.
•
Bewaar het afwasmiddel in een gesloten verpakking op een droge plek om de vorming van
klonten die de wasresultaten nadelig zullen beïnvloeden, te voorkomen. Eenmaal geopend
zullen de afwasmiddelen niet al te lang bewaard kunnen blijven omdat het afwasmiddel aan
efficiëntie zal inboeten.
•
Gebruik geen afwasmiddel voor de handafwas omdat de hoge schuimproductie ervan de
werking van de vaatwasser nadelig kan beïnvloeden.
•
Zorg voor een goede dosering van het afwasmiddel. Te weinig afwasmiddel zal leiden tot een
onvolledige verwijdering van het vuil, terwijl een teveel ervan de efficiëntie niet zal verhogen,
maar slechts verspilling is.
•
Er zijn vloeibare en afwasmiddelen in poedervorm in de handel, die onderling verschillen voor
wat betreft hun chemische samenstelling en die
fosfaten
kunnen bevatten of niet, die in dat
geval zijn vervangen door
natuurlijke enzymen
.
-
Fosfaathoudende
afwasmiddelen zijn voornamelijk actief tegen vetten en amide bij
temperaturen van
meer dan 60°C
.
-
De
enzymen
bevattende afwasmiddelen zijn ook al bij lagere temperaturen actief (
vanaf 40
tot
55°C)
en zijn biologisch beter afbreekbaar. Met dit type afwasmiddel kunnen bij lagere
temperaturen dezelfde wasresultaten worden bereikt die anders pas bij programma's van
65°C
mogelijk zouden zijn.
Voor het behoud van het milieu bevelen wij het gebruik aan van afwasmiddelen
zonder
fosfaten of chloor.
Instructies Voor de Gebruiker
104
•
Op de markt vinden we ook afwasmiddelen in de vorm van tabletten, waarvan wordt verklaard
dat ze het gebruik van zouten of glansmiddel overbodig maken. In bepaalde gevallen kunnen
dergelijke afwasmiddelen niet doeltreffend blijken, vooral indien gebruikt met korte cycli en/of
lage wastemperaturen.
Bij problemen met de prestaties (bijv. een witte patina op de kuip of de vaat, slechte resultaten
bij het drogen, resten op de vaat na het wassen) raden wij aan om weer terug te vallen op de
traditionele producten (zout in korrels, wasmiddel in poedervorm, vloeibaar glansmiddel).
Wij wijzen er echter op dat bij het terugkeren naar het gebruik van het traditionele zout een
paar cycli nodig zullen zijn voordat de installatie weer volledig efficiënt zal werken; u kunt dus
nog sporen van de witte patina op de kuip en de vaat vinden. Mocht het probleem zich
herhalen, waarschuw dan de Technische Dienst van de Klantenservice.
•
Wanneer u een afwasmiddel in de vorm van tabletten gebruikt (wij raden het gebruik aan van
drie afzonderlijke producten: afwasmiddel, zout en glansmiddel) moet u de tabletten in de
bestekcontainer leggen. Het doseerbakje is ontworpen voor het gebruik van vloeibaar
afwasmiddel of in poedervorm. Tijdens de wascyclus gaat het deurtje niet volledig open en een
tabletje wordt daarom niet in zijn geheel afgegeven (gesmolten); dit zou kunnen leiden tot:
-
een onvoldoende hoeveelheid tijdens de cyclus afgegeven afwasmiddel, met slechte
wasresultaten;
-
het samenpersen van het afwasmiddel in het doseerbakje en de afgifte ervan tijdens het
spoelen op het eind.
De aanwezigheid van, ook vloeibaar afwasmiddel, in het glansspoelmiddelreservoir zal de
vaatwasser beschadigen.
Instructies Voor de Gebruiker
105
4.3 Waarschuwingen en algemene aanbevelingen
Vóór de eerste ingebruikneming van de vaatwasser verdient het aanbeveling om eerst de
onderstaande aanbevelingen met betrekking tot de
aard van de te wassen vaat
en de
plaatsing
ervan te lezen.
Over het algemeen bestaan er geen beperkingen voor het wassen van de huishoudelijke vaat,
maar in sommige gevallen moet met hun eigenschappen rekening worden gehouden.
Alvorens de vaat in de korven te plaatsen moet u:
•
de grootste etensresten, zoals bijvoorbeeld botjes, graten enz. die de filter zouden kunnen
verstoppen en de waspomp beschadigen, verwijderen;
•
de pannen of koekenpannen met op de bodem verbrande etensresten laten weken om het vuil
beter te laten loskomen; om ze vervolgens in de ONDERSTE KORF te zetten.
Als u slechts een kleine hoeveelheid vaat hoeft te wassen, kunt u de
“½ belading”
mogelijkheid
gebruiken om op water en elektriciteit te bezuinigen.
Vergeet niet dat u uitsluitend de bovenste korf moet vullen, de onderste korf moet leeg
blijven.
Om niet onnodig water te verspillen moet u de vaat vooraf niet onder stromend water wassen
voordat u hem in de korven laadt.
Een correcte plaatsing van de vaat is een garantie voor goede wasresultaten.
LET OP!
•
Controleer of de couverts goed stevig staan en niet kunnen omvallen en de draaiing van de
sproeiarmen tijdens de werking niet belemmeren;
•
plaats geen hele kleine voorwerpen in de korven die bij het vallen de sproeiarmen of de
waspomp zouden kunnen blokkeren;
•
vaat zoals bijv. kopjes, schotels, glazen, bekers en pannen moeten altijd met de opening naar
beneden en met eventuele holle kanten schuin worden gezet om het weglopen van het water
te bevorderen;
•
de verschillende delen van de vaat niet in elkaar zetten omdat ze elkaar anders zouden
afdekken;
•
plaats glazen niet te dicht op elkaar omdat ze met elkaar in aanraking zouden kunnen komen
en breken. Ook kunnen zich vlekken vormen.
CONTROLEER of de vaat met de vaatwasser kan worden gewassen.
Ongeschikte vaat voor het wassen in een vaatwasser:
•
Houten pannen en couverts:
kunnen beschadigd raken als gevolg van de hoge
wastemperaturen;
•
handwerkproducten:
zijn slechts zelden geschikt om te worden gewassen in een
vaatwasser. De relatief hoge watertemperaturen en het afwasmiddel kunnen ze beschadigen;
•
plastic couverts:
zijn niet hittebestendig en kunnen zich vervormen. Eventueel
hittebestendige plastic couverts moeten in de bovenste korf worden gewassen;
•
couverts en voorwerpen van koper, tin, zink en messing:
hebben de neiging om vlekken
te vormen;
•
aluminium vaat:
vaat van geanodiseerdaluminium kan verkleuren;
•
glas en kristal:
over het algemeen kunnen glazen en kristallen voorwerpen in de vaatwasser
worden gewassen. Er bestaan echter glas- en kristalsoorten die na vele wasbeurten mat
kunnen worden en hun transparantie verliezen; voor dit soort materiaal raden wij altijd aan om
het minst agressieve programma van de programmatabel te kiezen;
•
vaat met decoraties:
de in de handel verkrijgbare gedecoreerde voorwerpen zijn over het
algemeen goed tegen het wassen in de vaatwasser bestand ook al is het mogelijk dat de
kleuren na frequente wasbeurten vervagen, Bij twijfel over de bestendigheid van de kleuren
verdient het aanbeveling om ongeveer een maand lang een paar elementen per keer te
wassen.
Instructies Voor de Gebruiker
106
4.4 Gebruik van de korven
De vaatwasser heeft een capaciteit van
14 couverts
inclusief het opdienservies.
DE ONDERSTE KORF
De onderste korf ontvangt de maximale intensiteit van de werking van de onderste sproeiarm en is
daarom bestemd voor de "moeilijkste" en vuilste vaat. Alle mogelijke beladingscombinaties zijn
toegestaan, op voorwaarde dat er bij de plaatsing van het servies, de pannen en de koekenpannen
voor wordt gezorgd dat alle vuile oppervlakken worden blootgesteld aan de van onderen
afkomstige waterstralen.
Om de beschikbare ruimte maximaal te kunnen benutten, heeft de onderste korf twee
bordensupporten die plat kunnen worden gelegd wanneer er geen borden in hoeven te worden
gezet. Dezelfde korf heeft tevens een "flap" (één of twee sectoren, afhankelijk van de modellen)
om kleinere bordjes mee te ondersteunen; plaats hem, bij gebruik ervan, zoals weergegeven in de
afbeeldingen.
BELADING VAN DE ONDERSTE KORF
Plaats de platte, diepe, dessert- en dienborden zorgvuldig rechtop. De pannen, koekenpannen en
bijbehorende deksels moet ondersteboven worden geplaatst. Zorg er bij het plaatsen van de diepe
en dessertborden altijd voor dat er vrije ruimte tussen blijft.
Laadvoorbeelden:
Instructies Voor de Gebruiker
107
BESTEKCONTAINER
Het bestek moet gelijkmatig over de container worden verdeeld, met het handvat naar beneden
gericht waarbij u goed moet opletten dat u zich niet bezeert aan de lemmetten van de messen.
De container is bestemd voor alle soorten bestek, uitgezonderd bestek waarvan de lengte de
bovenste sproeiarm hindert.
Spanen, houten lepels en keukenmessen kunnen in de bovenste korf worden gelegd,
waarbij u
ervoor moet opletten dat de punt van de messen niet buiten de korf uitsteekt.
De bestekkorf is uitgerust met een
exclusief systeem
van onderling onafhankelijke
verschuifbare
flappen
, die meerdere nuttige combinaties mogelijk maken voor een optimale benutting van de
beschikbare ruimte. Deze korf kan daarnaast ook in twee delen worden verdeeld, wat vooral erg
praktisch is bij het wassen met
½ belading
(bij de modellen waarop deze functie is voorzien).
Verticale
insteekstukken
Horizontaal
insteekstuk
geopend
BOVENSTE KORF
Het wordt aangeraden om de bovenste korf te vullen met klein of middelgroot serviesgoed, zoals
bijvoorbeeld glazen, kleine borden, koffie- en theekopjes, platte schotels en lichte, hittebestendige
plastic voorwerpen. Bij gebruik van de bovenste korf in de laagste stand kunnen er ook dienborden
in worden geplaatst, mits slechts licht bevuild.
De bovenste korf is (links) uitgerust met twee plastic
roosters die naar boven kunnen worden geklapt om ruimte
te creëren voor hoge glazen, zoals bijvoorbeeld roemers.
Rechts vinden we twee "bestekcontainer" roosters,
bestemd voor messen en theelepeltjes, die, indien niet
gebruikt, rechtop, vastgehaakt aan de korf kunnen blijven.
Om de voor de theelepeltjes bestemde ruimte te
gebruiken, moet u het bijbehorende insteekstuk eruit
trekken, zoals weergegeven in de illustraties.
Horizontaal
insteekstuk
gesloten
Handeling voor het er uit
trekken van de insteekstukken
Instructies Voor de Gebruiker
108
BELADING VAN DE BOVENSTE KORF
Plaats de vaat met de bovenkant naar voren gericht; kopjes en holle recipiënten moeten altijd met
de opening naar beneden gericht worden geplaatst. Aan de linkerzijde van de korf kunnen op twee
niveaus kopjes en glazen worden geplaatst. in het midden kunnen borden en schoteltjes verticaal
in de speciale houders worden gezet.
Laadvoorbeelden:
REGELING VAN DE BOVENSTE KORF
De bovenste korf kan in
twee standen
worden gezet, afhankelijk van de persoonlijke behoeften en
de hoogte van de in de onderste korf geplaatste vaat. Ga hiervoor als volgt te werk.
Uittrekbare
uitvoering:
•
trek de rechter korfgeleider er uit;
•
verwijder de blokkering door hem eerst los te maken zoals afgebeeld in de tekening;
•
druk op de geleider om de wieltjes vrj te maken;
•
plaats, afhankelijk van de gewenste regeling, het bovenste of onderste paar wieltjes in de
geleider;
•
plaats de blokkering weer terug in de oorspronkelijke stand.
Drukknop
uitvoering:
•
trek de korf volledig naar buiten en til de rechterkant naar boven.
Nu zal het mogelijk zijn om grotere borden in de onderste korf te plaatsen.
•
Om de oorspronkelijke stand weer te herstellen, dient u de bovenste korf nogmaals uit te
trekken en op de hendel voor de vrijgave van de blokkering te drukken.
Instructies Voor de Gebruiker
109
5. Schoonmak en onderhoud
Vóór iedere ingreep moet u de elektrische voeding van het apparaat loskoppelen.
5.1 Waarschuwingen en algemene aanbevelingen
Vermijd het gebruik van schurende of bijtende schoonmaakmiddelen.
De buitenoppervlakken en de contradeur van de vaatwasser moeten met regelmatige tussenpozen
met een zachte met een normaal schoonmaakmiddel voor geverfde oppervlakken bevochtigde doek
worden schoongemaakt. De pakkingen van de deur moeten met een vochtige spons worden
schoongemaakt. Periodiek (één of twee keer per jaar) verdient het aanbeveling om al het vuil dat zich
op de kuip en de afdichtingen heeft gevormd met een zachte doek en wat water te verwijderen.
SCHOONMAKEN VAN HET WATERTOEVOERFILTER
Het na de kraan geplaatste toevoerfilter voor het water
A
moet regelmatig worden schoongemaakt.
Sluit de waterkraan, draai het uiteinde van de toevoerslang los, verwijder het filter
A
en maak hem
voorzichtig onder een straal water schoon. Plaats het filter
A
weer in diens houder terug en draai
de watertoevoerslang zorgvuldig vast.
SCHOONMAKEN VAN DE SPROEIARMEN
De sproeiarmen kunnen gemakkelijk worden verwijderd om de mondstukken periodiek te reinigen
en mogelijke verstoppingen te voorkomen. Was ze onder een straal water en plaats ze weer
zorgvuldig in hun houders terug
en controleer of hun draaibeweging op geen enkele wijze
wijze wordt belemmerd
.
•
Om de
bovenste
sproeiarm te verwijderen moet de stelring
R
worden losgedraaid.
•
U kunt de
onderste
sproeiarm gemakkelijk verwijderen door hem in het midden vast te pakken
en naar boven te trekken.
SCHOONMAKEN VAN DE ORBITAALSPROEIARM
Om de orbitaalsproeiarm te verwijderen moet u de langste arm
beetpakken en de ORBITAAL arm naar boven trekken.
Was de armen onder een straal water en plaats ze weer zorgvuldig
in hun oorspronkelijke behuizing terug.
Controleer vervolgens of de sproeiarmen vrj kunnen draaien.
Als dit niet het geval mocht zjin moet u controleren of u ze goed
heeft gemonteerd.
ORBITAAL
Instructies Voor de Gebruiker
110
SCHOONMAKEN VAN DE FILTERGROEP
•
Het verdient aanbeveling om regelmatig de centrale filter
C
te controleren en, indien
noodzakelijk schoon te maken. Om de filter te verwijderen moet u de lipjes vastpakken, ze
linksom draaien en naar boven trekken;
•
druk van onderen tegen de centrale filter
D
om hem uit de microfilter te verwijderen;
•
Haal de twee delen waaruit het plastic filter bestaat, uit elkaar door op de door de pijl
aangegeven plek op het filterlichaam te drukken;
•
verwijder het centrale filter door hem naar boven te trekken.
WAARSCHUWINGEN EN AANBEVELINGEN VOOR EEN GOED ONDERHOUD:
•
De filters moeten met een harde borstel
onder een waterstraal
worden schoongemaakt.
•
Het is absoluut noodzakelijk dat de
filters zorgvuldig worden schoongemaakt
overeenkomstig de bovenstaande aanwijzingen: de vaatwasser kan niet functioneren als de
filters verstopt zijn.
•
Plaats de filters weer zorgvuldig terug
in hun houders, om schade aan de waspomp te
voorkomen.
ALS DE VAATWASSER LANGDURIG BUITEN GEBRUIK BLIJFT:
•
Voer twee keer achter elkaar het weekprogramma uit.
•
Trek de steker
uit het stopcontact.
•
Laat
de deur op een kier
om te voorkomen dat er zich vieze luchtjes in de waskuip vormen.
•
Vul de doseerder met glansspoelmiddel
.
•
Sluit de waterkraan.
ALVORENS DE VAATWASSER NA EEN LANGDURIGE PERIODE VAN STILSTAND IN
GEBRUIK TE NEMEN:
•
controleer of er zich geen
bezinksel of roest
in de slangen heeft gevormd, laat in dat geval het
water een paar minuten lang uit de kraan stromen.
•
Steek de steker
weer in het stopcontact.
•
Breng de aanvoerslang weer aan en open de kraan.
Instructies Voor de Gebruiker
111
KLEINE STORINGEN OPLOSSEN
In sommige gevallen is het mogelijk om zelf eventuele kleine storingen met behulp van de
onderstaande instructies te verhelpen.
Controleer, als het programma niet start, of:
•
de vaatwasser op het elekriciteitsnet is aangesloten;
•
de levering van de elektrische stroom niet is onderbroken;
•
de waterkraan is geopend;
•
de deur van de vaatwasser op correcte wijze is gesloten;
Controleer, als er water in de vaatwasser achterblijft, of:
•
er geen knik in de afvoerslang zit;
•
de sifon van de afvoer niet verstopt is;
•
de filters van de vaatwasser niet verstopt zijn.
Controleer, als de vaat niet schoon wordt, of:
•
er (voldoende) afwasmiddel is ingevoerd;
•
er regeneratiezout in het speciale reservoir zit;
•
de vaat op de juiste wijze is geplaatst;
•
het geselecteerde programma geschikt was voor het type en de aard van vervuiling van de
vaat;
•
alle filters schoon zijn en op de juiste wijze in hun houders zijn geplaatst;
•
de wateropeningen van de sproeiarmen niet verstopt zijn;
•
de draaiing van de sproeiarmen niet ergens door werd belemmerd.
Controleer, als de vaat niet droog wordt of mat blijft, of:
•
er glansspoelmiddel in het daarvoor bestemde reservoir zit;
•
de dosering ervan goed is ingesteld;
•
de kwaliteit van het gebruikte afwasmiddel goed is en de eigenschappen er niet van verloren
zijn gegaan (bijv. als gevolg van een onjuiste opslag, met geopende verpakking).
Controleer, als de vaat strepen, vlekken … vertoont, of:
•
de regeling van het glansspoelmiddel niet overmatig is.
Als er roestsporen zichtbaar zijn in de kuip:
•
de kuip is van roestvrij staal en eventuele roestsporen moeten daarom van buitenaf afkomstig
zijn (stukjes roest afkomstig van de waterleiding, pannen, bestek enz.). In de handel kunt u
speciale producten vinden om deze vlekken te verwijderen;
•
controleer of u de juiste hoeveelheid afwasmiddel gebruikt. Sommige afwasmiddelen kunnen
agressiever zijn dan andere;
•
controleer of u de dop van het zoutreservoir goed heeft afgesloten en de waterontharder goed
is ingesteld.
Als, nadat u de bovenstaande aanwijzingen heeft opgevolgd, de storingen zich mochten blijven
voordoen, zult u de dichtstbijzijnde technische dienst moeten raadplegen.
LET OP: de door niet bevoegd personeel op het apparaat uitgevoerde werkzaamheden
vallen niet onder de garantie en zijn voor rekening van de gebruiker.
Instructies Voor de Gebruiker
112
6. Oplossingen voor storingen in de werking
De vaatwasser is uitgerust met een auto-diagnose systeem dat een vooraf geprogrammeerde
reeks van mogelijke storingen van de vaatwasser kan opsporen en signaleren.
TABEL VAN DOOR HET AUTO DIAGNOSE SYSTEEM GECONSTATEERDE STORINGEN
STORINGBESCHRIJVING
E1
De overstromingsbeveiliging (indien aanwezig) is in werking getreden.
E2 - E9
Het systeem dat het waterniveau in de vaatwasser beperkt heeft ingegrepen.
E3
De machine verwarmt het water niet.
E4
De temperatuursonde is niet aangesloten.
E5
De vaatwasser vult zich niet met water.
E6
De machine pompt het water niet uit de kuip.
E7
De vaatwasser is niet in staat om de hoeveelheid ingenomen water precies te Meten.
E8
Afwijking in het watterdistributiesysteem van de korven.
•
De alarmen
E1
,
E2
,
E3
,
E4
,
E8
,
E9
zullen leiden tot de "forcering" van het lopende programma
op het eind van de cyclus.
•
Den alarmen
E5
,
E6
zullen het lopende programma onderbreken en, wanneer de oorzaak
eenmaal is verholpen, de uitvoering van het programma hervatten.
•
Het alarm
E7
wordt afgebeeld op het eind van de cyclus die in ieder geval wordt afgewerkt,
omdat de werking van de vaatwasser er niet door wordt geschaad.
Om een alarm te "annuleren" moet u:
•
de deur openen en sluiten of de machine uit- en weer inschakelen. Nu kunt u de vaatwasser
weer opnieuw programmeren.
Wanneer het probleem niet mocht zijn opgelost moet u zich tot de erkende Technische
Servicedienst wenden.
TECHNISCHE GEGEVENS
Breedte
597
÷
599 mm
Diepte, gemeten vanaf de buitenzijde van het
bedieningspaneel
Vrijstaand: 600 mm
Volledig weggewerkt: 570 mm
Hoogte
Vrijstaand van 850 mm tot 870 mm
Volledig weggewerkt van 820 mm tot 870 mm
Capaciteit
14 Standaardcouverts
Druk van het toevoerwater
Min. 50 – max. 900 Kpa (min. 0.5 – max. 9 bar)
Elektrische gegevens
Zie het typeplaatje
2
6
3x16
820-
870
820-
870
6
7
1
1
4
Solo su alcuni modelli
Certain models only
Seulement sur certains modèles
nur bei einige Modellen
Sólo en algunos modelos
alleen indien van toepassing
4
min. 0,5 mmin.
0,5
m
min. 0,4 mmin.
0,4
m
min. 0,00 mmin.
0,00
m
min. 0,4 mmin.
0,4
m
max. 1,10 mmax.
1,10
m
0,3-10 bar0,3-10 bar
1,14 m1,14 m1,25 m1,25 m
1,23 m1,23 m1,50 m1,50 m
1,78 m1,78 m1,66 m1,66 m
0,3-10 bar0,3-10 bar
1/2”
3/4”
SNSF
5
1
5
816-870
820-
870
820-
870
3
3
2
820 - 870820
- 870
min. 567min.
567
600
522
130
60
75 - 16575
- 165
598
567
90
7
9
14
13
15
14
13
11
SUPERFICIE INTERNA
SURFACE INTERNE
INNER SURFACE
INNENFLACHE
LATO SUPERIORE
BORD SUPERIEURE
UPPER EDGE
OBERKANTE
8
10
8
10
12
1
8
10
12
9
9
Solo su alcuni modelli - Certain models only
Seulement sur certains modèles - nur bei einige Modellen
Sólo en algunos modelos - alleen indien van toepassing
12
11
Regolazione vite tensione molle (11) - Copertura foto con tappo in dotazione (12)
Door springAdjustement device (11) - Covering of hole using cap provided (12)
Réglage des ressorts de la porte (11) - Couverture du trou avec le bouchon fourni (12)
Vorrichtung für die Einstellung der Spannung derTürfedem (11) -
Abdecken des Lochs mit dem mitgelieferten Stopfen (12)
Libble nimmt den Missbrauch seiner Dienste sehr ernst. Wir setzen uns dafür ein, derartige Missbrauchsfälle gemäß den Gesetzen Ihres Heimatlandes zu behandeln. Wenn Sie eine Meldung übermitteln, überprüfen wir Ihre Informationen und ergreifen entsprechende Maßnahmen. Wir melden uns nur dann wieder bei Ihnen, wenn wir weitere Einzelheiten wissen müssen oder weitere Informationen für Sie haben.
Art des Missbrauchs:
Forenregeln
Um zu sinnvolle Fragen zu kommen halten Sie sich bitte an folgende Spielregeln:
Lesen Sie zuerst die Anleitung;
Schauen Sie nach, ob die Frage bereits gestellt wurde;
Stellen Sie die Frage so deutlich wie nur einigermaßen möglich;
Erwähnen Sie was Sie bereits versucht haben um das Problem zu lösen;
Ist Ihr Problem von einem Besucher gelöst dann lassen Sie ihn / sie wissen in diesem Forum;
Falls Sie reagieren möchten, so verwenden Sie bitte das Antworten- Formular;
Da ihre Frage für alle Besucher sichtbar ist, sollten Sie lieber keine persönliche Daten erwähnen.
Neu registrieren
Registrieren auf E - Mails für Smeg STX2_3 wenn:
neue Frage gestellt werden
neue Handbücher vorhanden sind
Sie erhalten eine E-Mail, um sich für eine oder beide Optionen anzumelden.
Das Handbuch wird per E-Mail gesendet. Überprüfen Sie ihre E-Mail.
Wenn Sie innerhalb von 15 Minuten keine E-Mail mit dem Handbuch erhalten haben, kann es sein, dass Sie eine falsche E-Mail-Adresse eingegeben haben oder dass Ihr ISP eine maximale Größe eingestellt hat, um E-Mails zu erhalten, die kleiner als die Größe des Handbuchs sind.
Ihre Frage wurde zu diesem Forum hinzugefügt
Möchten Sie eine E-Mail erhalten, wenn neue Antworten und Fragen veröffentlicht werden? Geben Sie bitte Ihre Email-Adresse ein.