9
2.4.6 Kanteltijd van lamellen instellen
Menuschakelaar ‘NEER’ indrukken ==> invoer van de kanteltijd wordt aangegeven.
Met de centrale schakelaars de kanteltijd instellen.
Met de menuschakelaars ‘RECHTS’ of ‘LINKS’ de andere gevels kiezen.
Instelling voor de overige gevels op identieke wijze uitvoeren.
2.4.7 De gegevensveranderingen beëindigen en opslaan
‘SET’ indrukken ==> beëindigt de invoermode, normaal bedrijf wordt geactiveerd en de gewij-
zigde gegevens worden opgeslagen.
2.4.8 Instelling van de maximale
windsnelheid
Voor het instellen van de windsnelheid moet
in de linker onderhoek van de frontplaat de
geïntegreerde ‘WIND-SET’-schakelaar met
een dun gereedschap worden ingedrukt. De
schakelaar is opzettelijk niet eenvoudig toe-
gankelijk gemaakt, om onbevoegde manipu-
laties en daardoor een mogelijke beschadi-
ging van de zonweringinstallaties bij te hoge
windinstelling te vermijden.
‘WIND-SET’ ingedrukt houden totdat het display toont:
Met de centrale schakelaars de windsnelheid instellen.
Met de menuschakelaars ‘RECHTS’ of ‘LINKS’ de andere gevels kiezen.
Instelling van de andere gevels op identieke wijze uitvoeren.
‘SET’ indrukken (niet ‘WIND-SET’) ==> beëindigt de invoermode, normaal bedrijf wordt geacti-
veerd en de gewijzigde gegevens worden opgeslagen.
2.4.8a Instelling van de vertragingstijd voor de windsnelheid
Voor het instellen van de vertragingstijd van de windsnelheid op 11 seconden moet ‘dipswitch 1’
op ‘ON’ worden gezet. ‘Dipswitch 2’ moet ten allen tijden op ‘OFF’ staan’. Deze 2 dipswitches
zitten op de basisprintplaat aan de uiterste rechter kant.
2.4.9 Instelling van de waarde voor de zonfunctie
Voor het testen van de aansluiting van de zonnecel kan de zon-potentiometer geheel linksom
worden gedraaid.
Onafhankelijk van de helderheid moet de zon-LED gaan branden. Gebeurt dit niet dan moet
de aansluiting gecontroleerd worden.
Aanbevolen wordt om de instelling uit te voeren, wanneer het gewenste lichtniveau cq. zon
sterkte aanwezig is. Zon-potentiometer vanuit de rechter aanslag naar links (tegen de klok in)
draaien, totdat de zon-LED gaat branden. De instelling is klaar.
Mastercontrol II
Wijzigingen voorbehouden
Max. Windsterkte
gevel 1 : < 10 km/h