Veiligheidsinstructies
• Voorkom dat kinderen, mensen met een handicap of dieren in de buurt
van de poort komen.
• Pak nooit de bewegende poort of andere bewegende delen vast.
• Rij pas door de poortopening wanneer de poort geheel geopend is.
• Aan de mechanische onderdelen of de sluitkanten van de poort kan er
gevaar ontstaan ingevolge plet- en schuifplaatsen.
Deur openen en sluiten
• Commandogevers (bijv.: drukknop, handzender, enz.) 1x activeren.
De poort gaat open.
– Binnen: drukknopaansluiting 1 (klem 2 +3) / zendkanaal 1
– Buiten: drukknopaansluiting 2 (klem 4 + 5) / zendkanaal 2
• Poort sluit automatisch, na afloop van de ingestelde tijden
(waarschuwingstijd, vrijmaaktijd, openhoudtijd).
Noodontgrendeling
Attentie!
De noodontgrendeling is enkel geschikt om in geval van nood de
poort te kunnen openen of sluiten. Bijv.: bij een stroomuitval of
een defect aan de aandrijving. De ontgrendeling is niet geschikt
om de poort vaker te openen of te sluiten. Dit kan de aandrijving
of de poort beschadigen.
Gevaar voor neerstorten!
Bij de noodontgrendeling kan de poort door een veerbreuk of
een verkeerde instelling van de gewichtcompensatie zich zelf-
standig openen en sluiten. De aandrijving kan beschadigd of ver-
nietigd worden.
In- en uitgrendelen kan in elke positie van de poort gebeuren.
• Trek één keer aan de noodontgrendelkabel (N): de aandrijving wordt
ontgrendeld en de poort kan handmatig verplaatst worden.
• Trek nog een keer aan de noodontgrendelingskabel (N): de aandrijving
wordt vastgeklikt, de poort kan enkel motorisch verplaatst worden.
• Wanneer in de poort wel een loopdeur, maar geen loopdeurbeveiliging
gemonteerd is – monteer een loopdeurbeveiliging (zie toebehoren).
• Als in de poort geen loopdeur en in de garage geen tweede ingang
aanwezig is – monteer een ontgrendelingsslot of bowdenkabel voor
de ontgrendeling van buitenaf (zie de handleiding bij de toebehoren).
Besturingsreset
Na een besturingsreset moet de aandrijving opnieuw aangeleerd
worden.
• Toets (1 + 2) zo lang indrukken totdat de rode stoplichten knipperen.
• Rode stoplichten knipperen – krachtwaarden gewist, toets (1 + 2)
loslaten.
Overbelastingsbeveiliging
Wanneer de aandrijving bij het openen of sluiten van de poort overbelast
wordt, wordt dit door de besturing gedetecteerd en wordt de aandrijving
gestopt. Na ongeveer 20 seconden of na een besturingsreset wordt de
overbelastingsbeveiliging door de besturing weer vrij geschakeld.
De aandrijving kan nu weer in werking genomen worden.
Werking na stroomonderbreking
Bij stroomonderbreking blijven de opgeslagen krachtwaarden opgeslagen.
De eerste beweging van de aandrijving na een stroomonderbreking is altijd
poort OPEN.
Waarschuwingstijd OPEN instellen
Instelling met TorMinal *
Geheugenplaats (mem) Instelbereik Fabrieksinstelling
027 0–255 16
(0 ... 63,75 seconden) (4 seconden)
Waarschuwingstijd DICHT instellen
Instelling met TorMinal *
Geheugenplaats (mem) Instelbereik Fabrieksinstelling
028 0–255 20
(0 ... 63,75 seconden) (5 seconden)
Vrijmaaktijd instellen
Einstellung mit TorMinal *
Speicherplatz (mem) Instelbereik Fabrieksinstelling
032 0–255 40
(0 ... 63,75 seconden) (10 seconden)