Montage
5
Hoe verzet ik de eindschakelaar?
Deurvleugel sluit minder
Deurvleugel sluit meer
Deurvleugel opent verder
Deurvleugel opent minder
Voorbereiding voor instellen eindpositie
Eindscha;elaar nooit met een boormachine of iets dergelijks ver-
zetten, hierdoor kunnen de eindschakelaars uit de houder wor-
den getrokken.
Aandrijving nooit aansluiten op 230V; hierdoor wordt onmiddel-
lijk de motor vernield.
Vóór de montage eindschakelaar voor “Deur OPEN/open” en
“‘Deur DICHT/close” instellen. De deurvleugel mag niet tegen de
behuizing lopen; anders kan deze worden beschadigd.
Aansluitkabels van de eindschakelaars bij het omzetten altijd
doorvoeren; anders kunnen deze beklemd raken in de bescherm-
buis.
• Na het eerste commando moet de aandrijving in de richting deur
“OPEN” lopen. Wanneer de aandrijving naar deur “DICHT” loopt, dan de
aansluitkabel van de aandrijving op de besturing omwisselen.
1. Kap openen en demonteren.
2. Aandrijving ingrendelen.
3. Schuifbuis op maat C1 = 270 mm naar buiten draaien.
4. A- + B-maat vaststellen, maat C1 + C2 aflezen van A- / B-maatta-
bel.
5. Aandrijving op besturing aansluiten
- Eerst aandrijving voor de deur met aanslag (M1)a ansluiten en
instellen, daarna aandrijving voor de loopdeur (M2).
6. Alle DIL-schakelaars op OFF zetten.
7. Jumpers zetten: deurinstallatie met 1 of 2 vleugels
8. Besturing op het stroomnet aansluiten. LED "Netz" brandt en "WL"
knippert.
Aansluiting van de aandrijvingen bij een deurinstallatie
met 1 vleugel met 2 vleugels
(M2) loopdeur (M1) deur met aanslag (M2) loopdeur
Klem 7 + 8 Klem 5 + 6 Klem 7 + 8