Inbedrijfstelling
9
Aanwijzingen algemeen
Proefdraaien altijd onder toezicht uitvoeren, omdat de aandrij-
vingen op volle kracht en halve snelheid lopen; dit vormt bin-
nen het bewegingsgebied van de deuren een gevaar voor per-
sonen, dieren of voorwerpen.
• LED "WL" of een aangesloten waarschuwingslamp knipperen tijdens het
proefdraaien als optische waarschuwing, onafhankelijk van de instelling
op DIL-schakelaar 4.
• Bij de inbedrijfstelling wordt de vereiste kracht voor het openen en slui-
ten, de looptijd en de sluitvertraging door de besturing aangeleerd en
opgeslagen.
• Proefdraaien onderbreken door een stop vóór het afsluiten (LED “WL”
brandt bij het openen of sluiten); opnieuw met proefdraaien beginnen.
Door de stop zijn alle opgeslagen waarden gewist.
Voorbereidingen voor langdurig gebruik
Gevaar voor kortsluiting!
Vóór het omzetten van de DIL-schakelaars de besturing vrij van
spanning maken.
1. Keuze uit 1/2 vleugels, gewenste onderdelen aangesloten en in-
stellingen uitgevoerd, zie extra functies en aansluitingen.
2. Netaansluiting voorhanden en spanning (230V) is aanwezig voor de be-
sturing (LED “Net” brandt).
3. Bevestigingsschroeven van de beslagen vastgedraaid, aandrijvingen
kunnen gemakkelijk worden bewogen.
4. Kap opzetten en inklikken.
5. Nooddeblokkering inklikken en met slot afsluiten.
6. Deur sluiten.
Langdurig bedrijf aanzetten
DIL-schakelaar 8 op ON zetten en in deze stand laten.
• LED “WL” knippert, tot de krachtwaarden, de looptijden en de sluitvertra-
ging geleerd en opgeslagen zijn.
• Deurinstallatie met 2 vleugels!
Deurvleugel 1 (M1 deur met aanslag) sluit het eerst, daarna deurvleugel
2 (M2 loopdeur); dit voorkomt een foutieve volgorde tijdens het sluiten bij
deuren met verschillende looptijden.
Testloop minstens 2x uitvoeren:
1. Knop (Imp) indrukken, aandrijving loopt naar eindpositie deur “OPEN”.
- LED “Net” brandt, LED “WL” knippert
2. Knop (Imp) indrukken, aandrijving loopt naar eindpositie deur “DICHT”.
- LED “Net” brandt, LED “WL” knippert
LED “WL” knippert niet meer, alle waarden zijn geleerd en opgeslagen.
Door het volgende bevel worden de deuren langzaam lopend gestart en
gestopt. De besturing regelt iedere keer bij het openen en sluiten de
kracht, de looptijd en de sluitvertraging en past deze bij het bereiken van
de eindpositie stapsgewijs aan.
Inregeling niet juist afgesloten (aandrijvingen lopen zonder lang-
zame loop), besturingsreset (wissen van de opgeslagen waar-
den) en opnieuw een inregeling uitvoeren.
Krachttolerantie instellen
De instelling van de krachttolerantie is relevant voor de veilig-
heid en dient met uiterste zorgvuldigheid te worden uitgevoerd.
Bij een ontoelaatbaar hoge krachttolerantie kunnen mensen of
dieren zich verwonden en kunnen voorwerpen schade oplopen.
Instelling van de krachttolerantie zo laag mogelijk kiezen, zodat
hindernissen snel en veilig herkend worden.
• Grootst mogelijke kracht = geleerde kracht + krachttolerantie
(op potentiometer instelbaar)
• Wanneer de kracht niet voldoende is om de deur volledig te openen of te
sluiten, dan de krachttolerantie vergroten door de potentiometer naar
rechts te draaien.
• Veranderingen in de instelling tijdens het openen of sluiten van de deur
worden door de besturing ingelezen, wanneer de deur de volgende maal
wordt geopend.
• Na het instellen van de krachttolerantie kan het nodig zijn de eindposities
bij te stellen.
Controleren van de krachtinstelling
Zie service en onderhoud / regelmatige controle
1. De linkeraanslag van de potentiometer (0) is de kleinste tolerantie,
de rechteraanslag (9) is de grootste tolerantie.
2. Indien beide eindposities juist ingesteld zijn, dan stoppen aanbren-
gen.
Houdt de openingen vrij van vervuiling.
Handzender afstellen
Deurinstallatie met 1 vleugel:
- Drukknop 1 op radiokanaal 1
Deurinstallatie met 2 vleugels:
- Drukknop 1 op radiokanaal 1
- Drukknop 2 op radiokanaal 2
Drukknop 2 indrukken, loopdeurvleugel gaat open.
Drukknop 1 indrukken, allebei de deurvleugels gaan open.