Voordat u de kabel aansluit op de aansluiting, moet u de richting van de aansluiting controleren. Steek daarna de
kabel recht erin. U mag de kabel niet met kracht erin steken of verwijderen. Hierdoor kan de aansluiting defect raken.
De camera maakt gebruik van magnetische onderdelen, waaronder magneten. Houd voorwerpen die door
magnetisme worden beïnvloed, waaronder creditcards en floppy disks, niet dicht bij de camera.
Het opgenomen beeld kan verschillen van het beeld dat u bekeek vóór de opname.
De camera opbergen
Voor camera's met een geïntegreerde lens
Bevestig altijd de lensdop wanneer u de camera niet gebruikt. (Alleen voor modellen geleverd met een lensdop.)
Voor camera's met een verwisselbare lens
Bevestig altijd de lensdop op de voorkant van de lens of de lensvattingdop wanneer u de camera niet gebruikt. Om te
voorkomen dat stof en vuil in de camera terechtkomt, verwijdert u het stof vanaf de lensvattingdop voordat u deze op
de camera bevestigt.
Als de camera na gebruik vuil is, reinigt u hem. Water, zand, stof, zout, enz. dat achterblijft in de camera kan een
storing veroorzaken.
Opmerkingen over het gebruik van lenzen
Als een elektrisch bediende zoomlens is bevestigd, let u erop dat uw vingers of enig ander voorwerp niet bekneld
raakt in de lens. (Alleen voor modellen met een elektrisch bediende zoomfunctie of camera's met een verwisselbare
lens.)
Als u de camera onder een lichtbron, zoals zonlicht, gebruikt, bevestigt u de lensdop op de camera. (Alleen voor
modellen met een lensdop of camera's met een verwisselbare lens.)
Als zonlicht of een sterke lichtbron door de lens in de camera valt, kan dit zich in de camera concentreren en rook of
brand veroorzaken. Bevestig de lensdop op de lens wanneer u de camera opbergt. Als u opneemt met tegenlicht,
houdt u de zon voldoende ver buiten de kijkhoek. Merk op dat rook of brand kan optreden, zelfs als de lichtbron zich
iets buiten de kijkhoek bevindt.
Stel de lens niet rechtstreeks bloot aan lichtstralen, zoals laserstralen. Hierdoor kan de beeldsensor worden
beschadigd en kan een storing optreden in de camera.
Als het onderwerp te dichtbij is, kunnen stof of vingerafdrukken op de lens zichtbaar zijn op het beeld. Veeg de lens
schoon met een zachte doek of iets dergelijks.
Opmerkingen over de flitser (alleen voor modellen met een flitser)
Houd uw vingers uit de buurt van de flitser. Het licht-uitstralende deel kan warm worden.
Verwijder eventueel vuil vanaf het oppervlak van de flitser. Vuil op het oppervlak van de flitser kan rook veroorzaken
of verbranden als gevolg van de warmte die wordt gegenereerd door het uitstralen van licht. Als er vuil/stof op zit,
veegt u dit eraf met een zachte doek.
Zet de flitser na gebruik terug in zijn oorspronkelijke stand. Zorg ervoor dat de flitser niet omhoog staat. (Alleen voor
modellen met een beweegbare flitser.)
Opmerkingen over de multi-interfaceschoen (alleen voor modellen met een multi-
interfaceschoen)
Wanneer u accessoires, zoals een externe flitser, aanbrengt op of verwijdert vanaf de multi-interfaceschoen, schakelt
u eerst de camera uit. Wanneer u een accessoire bevestigt, controleert u of deze stevig op de camera is bevestigd.
Gebruik de multi-interfaceschoen niet met een in de winkel verkrijgbare flitser die een spanning nodig heeft van 250
V of hoger, of een tegenovergestelde polariteit heeft in vergelijking met de camera. Hierdoor kan een storing worden
veroorzaakt.
Opmerkingen over de zoeker en flitser (alleen voor modellen met een zoeker of een flitser)
Let erop dat uw vinger niet in de weg zit wanneer u de zoeker of de flitser omlaag duwt. (Alleen voor modellen met
een beweegbare zoeker of een beweegbare flitser)
Als water, stof of zand op de zoeker of flitser zit, kan dit een storing veroorzaken. (Alleen voor modellen met een
beweegbare zoeker of een beweegbare flitser)