DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL
43
Tijdens het doorzoeken van
muziekstukken die samen zijn
gemonteerd, kan het geluid af en
toe wegvallen
Muziekstukken die niet rechtstreeks zijn
opgenomen, maar door montage zijn samengesteld,
kunnen nogal over de minidisc verspreid zijn en
dan kan de versnelde weergave het zoeken niet
altijd bijhouden.
De muziekstuknummers kunnen
niet worden vastgelegd
Ook al wordt er tijdens analoog opnemen
“LEVELSYNC ON” (zie blz. 26) in het uitleesvenster
aangegeven, dan nog kunnen de
muziekstuknummers wel eens niet naar behoren
worden vastgelegd aan het begin van elk
muziekstuk:
• als het ingangssignaal minder dan twee sekonden
lang onder het grensnivo blijft;
• als het ingangssignaal midden in een muziekstuk
langer dan twee sekonden onder het grensnivo
blijft.
Overzicht van het één-generatie
kopieersysteem (“Serial Copy
Management System”)
Digitale audio-apparatuur zoals voor compact discs,
minidiscs en DAT cassettes maken het mogelijk om
vrijwel perfekte kopieën te maken van
geluidsmateriaal, want bij het kopiëren van digitale
signalen blijft de kwaliteit intakt.
Ter bescherming van de auteursrechten van
componisten en musici is dit apparaat voorzien van
het “Serial Copy Management System” dat slechts
één generatie aan volledig digitale kopieën toestaat
via digitale aansluitingen.
Via digitale aansluitingen kunt u uitsluitend een
eerste-generatie kopie* maken van digitaal
geluidsmateriaal.
Bijvoorbeeld:
1 U kunt een digitale kopie maken van een in de
handel verkrijgbaar digitaal medium (zoals een
compact disc of een voorbespeelde minidisc),
maar het is niet mogelijk van deze kopie weer een
tweede (generatie) kopie te maken.
2 U kunt een digitale kopie maken van het digitaal
opgenomen geluid van een oorspronkelijk analoge
geluidsbron (zoals een grammofoonplaat of een
muziekcassette) of een opname van een digitale
satelliet-uitzending, maar hiervan kunt u weer
geen tweede kopie maken.
* Een eerste-generatie kopie is een digitale opname
van een digitaal signaal, gemaakt met digitale
geluidsapparatuur. Als u bijvoorbeeld met de
minidisc-recorder van deze stereo-installatie het
geluid van een compact disc opneemt, is dit een
eerste-generatie digitale kopie.
Opmerkingen
• Het één-generatie kopieersysteem legt u geen
beperkingen op wanneer u opneemt via analoge
aansluitingen.
• Aangezien dit apparaat slechts werkt met een
bemonsteringsfrekwentie van 44,1 kHz, kunt u
geen digitale opname maken van satelliet-
uitzendingen, waarvan de
bemonsteringsfrekwentie 32 kHz of 48 kHz
bedraagt. Voor het digitaal opnemen van
dergelijke satelliet-uitzendingen hebt u een
minidisc-recorder of een DAT cassettedeck nodig
dat geschikt is voor deze frekwenties. Hiervan
kunt u dan wel weer een tweede-generatie kopie
maken.