DR-BT100CX_4-130-037-31(1)
13
NL
3 Voer de koppelingsprocedure
op het Bluetooth-apparaat uit
om dit apparaat te herkennen.
Er wordt een lijst met herkende
apparaten weergegeven op het
scherm van het Bluetooth-apparaat.
Dit apparaat wordt weergegeven als
"DR-BT100CX". Als "DR-
BT100CX" niet wordt weergegeven,
begint u opnieuw bij stap 1.
Opmerkingen
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij
het Bluetooth-apparaat voor meer
informatie.
Wanneer een
Bluetooth-apparaat
wordt gekoppeld waarop geen lijst
met herkende apparaten kan worden
weergegeven of dat geen scherm heeft,
kunt u het apparaat koppelen door op
dit apparaat en het Bluetooth-apparaat
de koppelingsmodus in te stellen. Op
dit moment geldt dat als een andere
toegangscode dat "0000" is ingesteld
op het Bluetooth-apparaat, de
koppeling niet tot stand kan worden
gebracht met dit apparaat.
4 Selecteer "DR-BT100CX" op het
scherm van het
Bluetooth-apparaat.
5 Als een toegangscode* moet
worden opgegeven op het
scherm van het Bluetooth-
apparaat, geeft u "0000" op.
Het koppelen is voltooid wanneer
het lampje (blauw) langzaam
knippert. Op het scherm van
bepaalde Bluetooth-apparaten
wordt een bericht weergegeven dat
de koppeling is voltooid ("Pairing
complete").
* Toegangscode kan ook "wachtwoord",
"PIN-code", "PIN-nummer" of
"paswoord" worden genoemd.
Opmerking
Er is mogelijk geen wachtwoord vereist
afhankelijk van het verbonden
Bluetooth-apparaat. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing bij het Bluetooth-
apparaat voor meer informatie.
6 Breng de Bluetooth-verbinding
tot stand vanaf het
Bluetooth-apparaat.
Het apparaat wordt als laatst
verbonden apparaat opgeslagen in
het geheugen van dit apparaat.
Sommige Bluetooth-apparaten
maken mogelijk automatisch
verbinding wanneer het koppelen
is voltooid.
Tips
Als u een koppeling met andere
Bluetooth-
apparaten wilt maken, herhaalt u stap 1 tot
en met 5 voor elk apparaat.
Zie "Het apparaat initialiseren" (pagina 27)
als u alle koppelingsgegevens wilt wissen.