103
DSC-L1 2-186-445-41(1) [OpenType FONT]
Verhelpen van storingen
NL
Symptoom Oorzaak/oplossing
Uw computer herkent de camera niet.
• Schakel de camera in (blz. 17).
• De batterij is zwak. Gebruik de netspanningsadapter (blz. 16).
• Gebruik de bijgeleverde USB-kabel (blz. 82 en 93).
• Koppel de USB-kabel los van zowel de computer als de camera en sluit deze vervolgens weer stevig
aan. Zorg dat er "USB Mode" op het LCD-scherm wordt aangegeven (blz. 82).
• Stel [USB Connect] op het Setup-scherm in op [Normal] (blz. 47 en 117).
• De USB-poorten op uw computer zijn behalve met het toetsenbord, de muis en de camera ook nog
met andere apparatuur verbonden. Koppel alle apparatuur van de USB-aansluitingen los, behalve het
toetsenbord en de muis (blz. 80).
• De camera is niet rechtstreeks aangesloten op de computer. Sluit de camera rechtstreeks aan op de
computer, en niet via een USB-hub of ander apparaat (blz. 80).
• Installeer het USB-stuurprogramma (blz. 81).
• Uw computer herkent het apparaat niet goed, omdat u de camera hebt aangesloten op de computer
met behulp van een USB-kabel voordat u de "USB Driver" (USB-stuurprogramma) hebt
geïnstalleerd vanaf de bijgeleverde CD-ROM. Wis het verkeerd herkende apparaat van uw computer
(blz. 84) en installeer daarna het USB-stuurprogramma (blz. 81).
U kunt geen beelden kopiëren.
• Vormt een USB-verbinding tussen de camera en een computer (blz. 82 en 94).
• Volg de procedure die bij uw besturingssysteem past (blz. 83, 84, 90 en 93).
• U hebt geprobeerd een opname te maken met een "Memory Stick Duo" die geformatteerd was
met een computer. Maak een opname met een "Memory Stick Duo" die geformatteerd is door uw
camera.
Na een USB-verbinding tot stand
te hebben gebracht, start "Picture
Package" niet automatisch.
• Start "Picture Package Menu" op en controleer [Settings].
• Breng een USB-verbinding tot stand terwijl de computer is ingeschakeld (blz. 82).
Het beeld kan niet worden
weergegeven op een computer.
• Als u het programma "Picture Package" gebruikt, moet u op help rechtsboven in elk scherm klikken.
• Raadpleeg de fabrikant van de computer of de software.
Wanneer u bewegende beelden op
een computer bekijkt, worden beeld
en geluid onderbroken door storing.
• U geeft de bewegende beelden rechtstreeks vanaf de "Memory Stick Duo" weer. Kopieer de
bewegende beelden naar de harde schijf van uw computer en geef vervolgens de bewegende beelden
vanaf de harde schijf weer (blz. 83, 84, 90 en 93).
U kunt een beeld niet afdrukken.
• Controleer de printerinstellingen.
Beelden die al een keer naar de
computer gekopieerd zijn kunnen niet
door de camera weergegeven worden.
• Naar de verkeerde map gekopieerd. Kopieer ze naar een beschikbare map, zoals "101MSDCF"
(blz. 88).
• De map- of bestandsnaam op uw computer is veranderd (blz. 88).