Stroomvoorziening (oplader)
Sluit de oplader aan op stroombronnen zoals op het
product is gemarkeerd. Gebruik de oplader niet
buiten of in een vochtige omgeving. Verander het
snoer niet en zorg ervoor dat er geen druk op wordt
uitgeoefend en dat het niet wordt beschadigd. Trek
altijd de stekker uit het stopcontact voordat u het
product schoonmaakt. Breng geen wijzigingen aan
in de stekker. Laat een passend stopcontact
installeren door een erkend elektricien wanneer de
stekker niet in het stopcontact past. Wanneer een
oplader op de stroombron wordt aangesloten, vindt
een kleine stroomafname plaats. U kunt deze
geringe stroomverspilling vermijden door de stekker
uit het stopcontact te halen wanneer het product
volledig is opgeladen. Het gebruik van opladers van
een ander merk dan Sony Ericsson kan
veiligheidsrisico's met zich meebrengen.
Batterij
Nieuwe of ongebruikte batterijen kunnen tijdelijk een
verminderde capaciteit hebben. Laad de batterij de
eerste keer volledig op. Gebruik de batterij alleen
voor het doel waarvoor deze is bestemd. Laad de
batterij op bij een temperatuur tussen
+5° C(+41° F) en +45° C(+113° F). Steek de batterij
niet in uw mond. Zorg dat de batterij niet in aanraking
komt met een ander metalen voorwerp. Zet het
product uit voordat u de batterij verwijdert.
Prestaties zijn afhankelijk van temperatuur,
signaalsterkte, gebruikspatronen, geselecteerde
functies en spraak- of gegevenstransmissie. Alleen
servicepartners voor Sony Ericsson mogen
ingebouwde batterijen verwijderen of vervangen.
Het gebruik van batterijen van een ander merk dan
Sony Ericsson kan veiligheidsrisico's met zich
meebrengen. Vervang de batterij alleen door een
andere Sony Ericsson-batterij die voor het product
is gekwalificeerd op grond van de norm IEEE-1725.
Als u een niet-gekwalificeerde batterij gebruikt, kan
deze brand veroorzaken, exploderen, lekken of een
ander gevaar opleveren.
Persoonlijke medische apparatuur
Mobiele telefoons kunnen invloed hebben op
geïmplanteerde medische apparatuur. Verminder
het risico op storingen door een afstand van
minimaal 15 cm (6 inch) tussen de mobiele telefoon
en het apparaat aan te houden. Houd de telefoon
altijd tegen uw rechteroor. Draag de telefoon niet in
uw borstzak. Zet de telefoon uit als u vermoedt dat
deze storing veroorzaakt. Raadpleeg een arts en de
fabrikant voor alle medische apparatuur.
Autorijden
Sommige autofabrikanten verbieden het gebruik van
mobiele telefoons in hun voertuigen, tenzij daarbij
gebruik wordt gemaakt van een headset met een
externe antenne. Vraag aan de vertegenwoordiger
van uw automerk of mobiele telefoon of de Bluetooth
headset geen invloed heeft op de elektronische
systemen in de auto. Houd uw aandacht altijd bij het
verkeer en leef altijd plaatselijke wetten en
regelgevingen na die het gebruik van draadloze
apparaten tijdens het rijden beperken.
Op GPS/locatie gebaseerde functies
Sommige producten leveren op GPS/locatie
gebaseerde functies. De functionaliteit voor het
bepalen van locaties wordt 'as is' en 'met alle
beperkingen' geleverd. Sony Ericsson doet geen
beweringen en geeft geen garantie met betrekking
tot de nauwkeurigheid van dergelijke
locatiegegevens.
Het gebruik van op locatie gebaseerde gegevens
door het apparaat is mogelijk niet ononderbroken of
foutloos en is bovendien soms afhankelijk van de
beschikbaarheid van de netwerkservice. De
functionaliteit kan afnemen of worden verhinderd
door bepaalde omgevingsfactoren, zoals het
Belangrijke informatie 79
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.