This is the Internet version of the user's guide. © Print only for private use.
174
Voeding
Sluit de stroomvoorziening (voeding) alleen aan op de daarvoor bestemde stroombronnen
zoals aangegeven op de mobiele telefoon. Plaats het snoer zo, dat er geen druk op wordt
uitgeoefend en dat het niet kan beschadigen. Koppel de eenheid los van de voeding
voordat u deze reinigt om de kans op elektrische schokken te verkleinen. Gebruik
de
oplader niet buiten of in vochtige ruimten. Breng geen wijzigingen aan in het snoer
of
de stekker. Laat een passend stopcontact installeren door een erkend elektricien
wanneer de stekker niet in het stopcontact past.
Alarmnummers
Mobiele telefoons werken door middel van radiosignalen, waardoor u niet onder alle
omstandigheden zeker kunt zijn van een verbinding. Daarom moet u voor essentiële
communicatie (bijvoorbeeld medische hulp in noodgevallen) nooit uitsluitend op een
mobiele telefoon vertrouwen.
Het kan zijn dat noodoproepen bij een aantal cellulaire netwerken of bij gebruik van
bepaalde netwerkservices en/of mobiele telefoonfuncties niet mogelijk zijn. Voor meer
informatie kunt u terecht bij uw plaatselijke serviceprovider.
Gebruik en onderhoud van de batterij
U wordt geadviseerd de batterij volledig op te laden voordat u deze voor het eerst gaat
gebruiken. De batterij kan alleen worden opgeladen bij een temperatuur tussen de
+5°C (+41°F) en +45°C (+113°F).
Een nieuwe batterij, of een batterij die lang niet is gebruikt, heeft de eerste paar keer
dat deze wordt gebruikt minder vermogen.
De spreek- en stand-bytijd hangen af van de daadwerkelijke zendomstandigheden op het
moment dat u de mobiele telefoon gebruikt. Als de mobiele telefoon dicht bij een basisstation
wordt gebruikt, is minder energie nodig en wordt de spreek- en stand-bytijd verlengd.