45
Het menu gebruiken
HDR-HC1E 2-631-478-81(1)
(geen flits): er wordt zonder flitser
opgenomen.
• De beperking van rode ogen kan mogelijk niet
het gewenste resultaat geven vanwege individuele
verschillen en andere omstandigheden.
SUPER NS (Super NightShot)
Het beeld wordt opgenomen met maximaal
16 keer de gevoeligheid van opnemen met
de functie NightShot als u [SUPER NS]
instelt op [AAN] terwijl de schakelaar
NIGHTSHOT (p. 24) ook op ON is gezet.
en [SUPER NIGHTSHOT] worden op
het scherm weergegeven.
Als u wilt terugkeren naar de normale
instelling, zet u de schakelaar
NIGHTSHOT op OFF.
• Gebruik NightShot/[SUPER NS] niet in een
helderverlichte omgeving. Dit kan een storing
veroorzaken.
• Bedek de infraroodpoort niet met uw vingers of
andere voorwerpen.
• Verwijder de voorzetlens (optioneel).
• Pas de scherpstelling handmatig aan (p. 25) als er
moeilijk automatisch kan worden scherpgesteld.
• De sluitertijd van de camcorder wordt gewijzigd
afhankelijk van de helderheid. Op dit moment
kan de beweging van het beeld worden vertraagd.
NS LAMP (NightShot-lamp)
Wanneer u de functie NightShot (p. 24)
of [SUPER NS] (p. 45) gebruikt om op te
nemen, kunt u helderdere beelden opnemen
door [NS LAMP], waarmee infraroodlicht
wordt uitgestraald (onzichtbaar), in te
stellen op [AAN] (de standaardinstelling).
• Bedek de infraroodpoort niet met uw vingers of
andere voorwerpen.
• Verwijder de voorzetlens (optioneel).
• De maximale opnameafstand met [NS LAMP]
is ongeveer 3 meter.
COLOR SLOW S
(Color Slow Shutter)
Wanneer u [COLOR SLOW S] instelt
op [AAN], kunt u een beeld helderder
opnemen in kleur, zelfs in donkere
omgevingen.
en [COLOR SLOW SHUTTER]
worden op het scherm weergegeven.
Als u [COLOR SLOW S] wilt annuleren,
raakt u [UIT] aan.
• Pas de scherpstelling handmatig aan (p. 25) als er
moeilijk automatisch kan worden scherpgesteld.
• De sluitertijd van de camcorder wordt gewijzigd
afhankelijk van de helderheid. Op dit moment
kan de beweging van het beeld worden vertraagd.
ZEBRA
Deze optie is handig als richtlijn
wanneer u de helderheid aanpast. Als u
de standaardinstelling wijzigt, wordt
weergegeven. Het zebrapatroon wordt niet
opgenomen.
UIT
Het zebrapatroon wordt niet weergegeven.
70
Het zebrapatroon wordt weergegeven bij
een helderheidsniveau op het scherm van
ongeveer 70 IRE.
100
Het zebrapatroon wordt weergegeven bij
een helderheidsniveau op het scherm van
ongeveer 100 IRE of hoger.
• Gedeelten van het scherm waar de helderheid
ongeveer 100 IRE of hoger is, kunnen
overbelicht lijken.
• Het zebrapatroon bestaat uit diagonale strepen
die worden weergegeven in gedeelten van het
scherm waar de helderheid gelijk is aan een
vooraf ingesteld niveau.
HISTOGRAM
Als u [HISTOGRAM] instelt op [AAN],
verschijnt het venster [HISTOGRAM] op
het scherm (een histogram is een grafiek
die de toonspreiding in uw beeld aangeeft).
Gebruik het histogram bij het aanpassen
van de belichting. Pas de belichting of [AE
KEUZE] aan met behulp van het venster
[HISTOGRAM]. Het [HISTOGRAM]
wordt niet opgenomen op een band of
"Memory Stick Duo".
Vervolg