Er wordt een "T" vóór de tijdweergave voor
trackmarkeringen weergegeven die worden
toegevoegd met behulp van de "Time Mark"-
instelling.
Opmerkingen
• "Time Mark" kan alleen worden ingesteld wanneer
wordt opgenomen via de analoge ingang of via een
microfoon.
• Als u tijdens het opnemen een trackmarkering
toevoegt door te drukken op T MARK of
(pauze), etc., voegt de recorder vanaf dat punt
automatisch trackmarkeringen toe na regelmatige
tijdsintervallen, zoals ingesteld met behulp van
"Time Mark".
• "Time Mark" wordt geannuleerd als u een digitale
optische kabel aansluit op de recorder.
Instelling voor synchroonopname ("SYNC
REC")
Wanneer er tijdens de synchroonopname meer dan
drie seconden geen geluid wordt ontvangen van de
aangesloten speler, schakelt de recorder automatisch
over op de wachtstand. Zodra de speler weer geluid
produceert, hervat de recorder de synchroonopname.
Als de recorder 5 minuten of langer in de wachtstand
staat, stopt de recorder automatisch.
Opmerkingen
• Tijdens synchroonopname is het niet mogelijk om
de pauzefunctie handmatig in of uit te schakelen.
• Wijzig de instelling "SYNC REC" niet tijdens het
opnemen. De opname kan dan mislukken.
• Zelfs wanneer de geluidsbron geen geluid
meer produceert, kan het zijn dat er tijdens
de synchroonopname niet automatisch wordt
gepauzeerd als gevolg van ruis die door de
geluidsbron wordt uitgezonden.
• Als tijdens een synchroonopname een stil gedeelte
van ongeveer 2 seconden wordt gedetecteerd,
afkomstig van een geluidsbron anders dan
een CD of een MD, wordt er automatisch een
trackmarkering toegevoegd op het punt waar het
stille gedeelte eindigt.
Het opnameniveau
handmatig instellen
Zo nodig kunt u zowel tijdens analoge
als digitale opnamen het opnameniveau
handmatig instellen.
1
Stop of pauzeer de opname op de
recorder en selecteer in het menu
(
pagina 49) "REC Settings"
– "REC Level" – "Manual".
2
Druk op REC en verschuif deze
knop, terwijl u drukt op .
Het bedieningslampje knippert rood en de
recorder is nu gereed om op te nemen.
3
Speel de bron af.
4
Terwijl u de niveaumeter op het
display in de gaten houdt, regelt
u het opnameniveau door de
keuzehendel te verplaatsen in de
richting van FF/FR.
Stel het niveau zo in dat de niveaumeter
oplicht rond "–12 dB". Als het
geluidsniveau zodanig hoog is dat het
segment "OVER" (" ") oplicht, verlaagt
u het opnameniveau.
5
Druk normaals op om de opname
te starten.
Neemt u op van extern aangesloten
apparatuur, speel dan voordat u begint met
opnemen de bron af tot het begin van het
op te nemen geluidsmateriaal.
52
MZ-RH1.NL.2-669-084-61(1)