13
Nederlands
Afstandsbediening (vervolg)
q
Interruttore TV-DVD
– Schakelt tussen de TV- en DVD-modus.
r
ç
– Opent/sluit de lade.
s
Alfanumeriek toetsenblok
– Hiermee kunt u cijfers of letters in
invoervelden invoeren.
– Selecteert een af te spelen hoofdstuk/track/titel/
ingesteld TV-kanaal.
A/a
– Wisselt tussen hoofdletters en kleine letters bij
gebruik van het alfanumerieke toetsenblok.
u
(AUDIO)
– Selecteert een audiotaal of -kanaal.
v
(Ondertiteling)
– Selecteert de ondertitelingstaal van de DVD.
w
Kleurgecodeerde knoppen
– Met behulp van deze knoppen kunt u de
beschikbare gekleurde opties in sommige
menu’s op het TV-scherm selecteren.
x
TUNER
– Schakelt naar de tunermodus van de recorder
(TV-kanalen).
y
TOP MENU
– Opent het hoofdmenu van een DVD-disc.
z
ENTER
– Bevestigt een invoer of selectie.
2
7
</,: cursorknoppen waarmee u naar links
en rechts gaat of de volgende/vorige scène
selecteert.
M/m: cursorknoppen waarmee u omhoog/
omlaag gaat of de vorige/volgende titel in de
‘Live Cache’ selecteert tijdens het afspelen.
2
8
RETURN
– Gaat terug naar het vorige menu op een video-
CD (VCD) of op sommige DVD’s.
2
9
B
•/•
b
– Gaat een bepaalde tijd vooruit of terug in de
tunermodus.
– Eén frame per keer vooruitspoelen in de
pauzemodus.
30
ZOOM
– Vergroot het beeld op de TV.
31
REC
– Start het opnemen of markeert de titel in de
‘Live Cache’ voor opname op de HDD.
32
TIMER
– Opent/sluit het menu voor het maken van
timeropnamen.
33
(Hoek)
– Selecteert een DVD-camerahoek.
34
INPUT SELECT
– Hiermee activeert u de selectiemodus voor de
ingangsbron. Druk op PROG + / - om een
andere externe ingangsbron in te stellen (DV,
LINE 2, LINE 1, LINE3).
35
COMMAND MODE (DVD123)
– Selecteert de opdrachtinstelling voor de
afstandsbediening.