NL 6
eventueel worden aangepast.
• Bij het verbranden van vaste brandstoffen kunnen vonken van de
stookplaats de schoorsteen worden ingejaagd. Hierdoor zou de roetlaag
in de schoorsteen in brand kunnen vliegen. (Bij regelmatige reiniging
door de schoorsteenveger komt dit zeer zelden voor.) Een schoorsteen-
brand is te herkennen aan:
• uitslaande vlammen uit de schoorsteenopening,
• een hevige vonkenregen,
• rook- en geuroverlast
• voortdurend heter wordende schoorsteenmuren.
In een dergelijk geval is het belangrijk om op de juiste wijze te
handelen. Bel de brandweer via 112. Bovendien dient de schoorsteen-
veger geïnformeerd te worden. Brandbare voorwerpen dienen van de
schoorsteen weggehaald te worden. Let op: ga in de tussentijd nooit
met water blussen. De temperatuur bij een schoorsteenbrand kan
oplopen tot 1300 °C. Het bluswater verandert onmiddellijk in stoom.
Een emmer met 10 liter water wordt omgezet in 17 kubieke meter
stoom. Door de enorme druk die daarbij ontstaat zou de schoorsteen
kunnen openscheuren. Na de brand moet de hele stookinstallatie door
een vakman op schade worden gecontroleerd en eventueel worden
gerepareerd.
1.4 VEILIGHEIDSFUNCTIES
De regeling van de pelletkachel Mellino biedt veiligheidsfuncties, die bij een
bedrijfsstoring automatisch in werking treden:
Als de pelletkachel zichzelf vanwege een storing uitschakelt, wordt op het
bedieningspaneel aan de hand van een foutcode de oorzaak van de storing
aangeduid (zie hoofdstuk 4. Ondersteuning bij storingen).
Te weinig brandstof
Als de pellettank leeg is, wordt het vuur gedoofd, omdat de minimumtem-
peratuur niet meer wordt bereikt. Er verschijnt een foutmelding die op het
gebrek aan brandstof wijst. Na het vrijgeven, bijtanken en vullen van de
vijzel kan opnieuw worden gestart.
Rookgasventilator
De rookgasventilator wordt bewaakt door de regeling. Bij het uitvallen van
de rookgasventilator laat de pelletkachel zich niet meer inschakelen, er
verschijnt een foutmelding. Bij een storing van de rookgasventilator moet
de klantendienst worden verwittigd. Het toestel mag in dit geval niet verder
worden gebruikt.
Zekering tegen elektrische overbelasting
Het pellettoestel is met een interne hoofdzekering beschermd tegen over-
stroom en interne kortsluiting.
Stroomuitval tijdens gebruik
Na een korte stroomuitval (tot ca. 30 s), wordt de verbranding voortgezet
met de eerder ingestelde werkingsparameters.
Bij een langere stroomuitval start de regeling de ontstekingsprocedure
opnieuw op zodra de stroom terug is, en gaat de pelletkachel werken met
de eerder ingestelde werkingsparameters.
Stroomuitval tijdens de startfase
Bij een korte stroomuitval wordt de startprocedure voortgezet.
Bij een langere stroomuitval gaat de regeling zodra de stroom terug is in de
uitschakelmodus, en aansluitend wordt de pelletkachel opnieuw opgestart
met de eerder ingestelde werkingsparameters
Uitschakeling bij te lage temperatuur
Als tijdens de werking de gebruikelijke rookgastemperatuur gedurende een
langere tijd wordt onderschreden of niet bereikt (bijv. wegens vochtige pel-
lets, een gebrekkige pelletkwaliteit of een ontoereikend(e) onderhoud, resp.
reiniging), leidt de regeling de uitschakeling van het toestel in.
Een nieuwe inbedrijfname kan alleen na het opheffen van de foutmelding.