4. In de SCAN-modus, zoals weergegeven op "Tekening C".
RPM/SPEED/TM/DIST/CAL/PULSE wordt om de 6 seconden weergegeven op de display.
De volgorde is als volgt.
Tekening C
5. U kunt ook op de knop "MODE" drukken om de weergave van een enkele functie te
selecteren, behalve de RPM & SPEED-functie. Bij de RPM & SPEED-functie schakelt het
display om.
6. RECOVERY
(1) Wanneer de gebruiker op "RECOVERY" drukt, is de RECOVERY-functie actief. Op dit
moment werkt alleen PULSE en TIME, andere functies worden niet weergegeven en de
sensor is niet beschikbaar. TIME begint af te tellen vanaf "0:60", het pulssignaal knippert
volgens de hartslag BPM van de gebruiker. Wanneer de tijd aftelt tot "0", wordt F1~F6
weergegeven (F1 is het beste, F6 is het slechtste).
(2) LCD-display laat als volgt zien: (RECOVERY de begin- en eindvoorwaarde).
(3) Als de aftelactie tot 0:00 niet is voltooid en er geen pulssignaal is, moet de aftelactie
worden uitgevoerd en moet F6 worden getoond.
(4) Als u op de RECOVERY-knop drukt voor het aftellen tot 0:00, wordt deze beëindigd en
keert u terug naar het hoofdmenu.